HC6 | zuurbase evenwicht en transport van bloedgassen Flashcards
Zuurstof verbruik en transport (door oplossen)
250 mL/min
15 mL/min in arterieel bloed
rest transport met hemoglobine
totaal 200 mL/L opgelost zuurstof in bloed
50 mL afgegeven aan lichaam
CO2 productie en transport (door oplossen )
200 ml/min
165 ml/min veneus
Zuurstofdruk arterie + venen
CO2druk arterie + venen
100 mmHg en 40
40 en 46 –> maar kleine afgifte
Veneuze druk bij inspanning
dalen tot 20 mmHg
Wat is Hb
rood eiwit in erytrocyt
tetrameer met alfa/beta subunits
elke subunit een heemgroep met Fe2+ ion die zuurstof kan binden zonder oxidatie
Wat is oxygeneren
erytrocyt vervoert vier zuurstofionen
drie soorten Hb
normaal HbA1 = 2x beta en 2x alfa 97%
HbA2 = 2x alfa en 2x delta 2%
foetaal HbF = 2x alfa en 2x gamma 1% –> bindt zuurstof heel sterk dus lastig O2 afgeven aan spieren
Welk effect heeft histidine groep
allosterische hindering van O2 binding aan ijzer –> dus niet optimale bindingshoek –> affiniteit O2 lager –> makkelijker loslaten
koolmonoxide bindt efficienter heeft hier geen last van
Wat is myoglobine + functie
één subunit van Hb, monomeer
zuurstofreservoir, sterkere binding van zuurstof dan Hb
Sigmoidaal verband Hb
Allosterisch verband Mb
eerste zuurstof lastig binden
zuurstof makkelijk loslaten op plaatsen waar weinig zuurstof aanwezig is
hyperbool verband tussen zuurstofspanning en binding
eerste zuurstof bindt makkelijk want monomeer dus conformatie verloopt makkelijker
Waarom myoglobine niet geschikt voor zuurstoftransport?
de zuurstofspanning moet heel laag zijn om O2 los te laten
allosterische eigenschap Hb
geen zuurstof gebonden –> Tense vorm (T)
1 zuurstof van de vier gebonden –> Relax vorm (R) –> rest bindt makkelijker dankzij vormverandering
2,3 BPG waarvandaan + effect
zuur uit glycolyse
binden aan Hb –> zuurstofafgifte
evenwicht Hb en 2,3 BPG
Hb(O2)4 + 2,3 BPG deoxyHb-BPG + 4 O2
twee factoren waarvan de Hb affiniteit afhankelijk is?
- daling pO2
- 2,3-BPG