CV5 | hoesten - klinisch redeneren 2 Flashcards
Hoe ontstaat hoestreflex?
- ontstekingsreactie slijmvlies
- mechanische beschadiging
- prikkeling (rook, gas, oedeem)
Acuut, subacuut en chronisch hoesten, hoeveel weken?
a: minder dan 3
sa: 3-8
c: meer dan 8
Welke twee typen oorzaken zijn er voor hoesten?
pulmonaal en niet-pulmonaal
Wat is de meest voorkomende oorzaak van hoesten?
verkoudheid
noem pulmonale oorzaken van hoesten
- ongecompliceerde luchtweginfectie (verkoudheid)
- gecompliceerde luchtweginfectie
- astma/COPD/bronchiale hyperreactiviteit
- sigarettenrook/irritantia
- interstitiële longziekten
- longcarcinoom
- longembolie
- corpus alienum (vreemd voorwerp ingeslikt)
- cystische fibrose
noem niet-pulmonale oorzaken van hoesten
- gastro-oesophagale reflux
- hartfalen
- psychogeen
Wat zijn belangrijke aanwijzingen voor astma in VG
- één van beide ouders astma/atopie
- moeder gerookt in zwangerschap
- constitutioneel eczeem
Waarmee gaat een gecompliceerde luchtweginfectie vaak samen?
gestoorde weerstand door bv gebruik van immunosuppressiva
Welke aarden van hoesten zijn er
productieve hoest
blaffende hoest
bloed ophoesten
nachtelijk hoesten
wat kunnen bijkomende klachten bij hoesten zijn?
zuurbranden (reflux) dyspnoe piepen koorts (infectie) pijn bij hoesten langere duur malaise, moeheid enkeloedeem (hartfalen)
waardoor wordt sputum groen?
enzym myeloperoxidase van leukocyten –> leukocyten vallen uiteen
waar wordt op gelet bij LO van hoesten
ademhalingsfrequentie
gebruik v hulpademhalingsspieren
intrekkingen (van huid bij diepe ademhaling)
neusvleugelen (dyspnoe)
asymmetrische thoraxexcursie (pneumothorax)
palpatie/percussie/auscultatie
Waar wordt op gelet bij auscultatie?
- verschil tussen links en rechts
- verlengd piepen
inspiratoir: extrathoracaal probleem
expiratoir: intrathoracaal probleem
beiderzijds basaal crepiteren (DC)
Aanvullend onderzoek bij hoesten
X-thorax
bloedonderzoek –> CRP-waarde
allergietest
longfunctieonderzoek