HC.6 - Immunotherapie Flashcards

1
Q

Op welke twee Hallmarks of cancer speelt immunotherapie in?

A
  1. ontspanning aan het immuunsysteem (10)
  2. tumor bevorderende ontsteking (8)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn twee belangrijke dingen die een tumor doet met betrekking tot het immuunsysteem?

A
  1. Vermijden destructie door het immuunsysteem
  2. tumorbevorderende ontsteking creëren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor soort stoffen zijn de stoffen die worden gegeven bij immunotherapie?

A

Immune-checkpoint inhibitors (ICI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is kenmerkend voor het weefsel rondom de tumor? Welke cellen zijn hier bij betrokken?

A

Er is een ontsteking met infiltratie van immuuncellen zoals macrofagen, dendritische cellen, lymfocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wt is de rol van macrofagen bij de tumor ontwikkeling?

A

Ze gaan een symbiose aan
- wederzijds stimulerende groeifactoren produceren met voor de tumor als resultaat angiogenese en tumorprogressie
- Cytokines die andere immuuncellen onderdrukken
- enzymen die helpen bij metastasering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn twee problemen over de immuunrespons tegen kanker?

A
  1. tumoromgeving is immuunsuppressief door cytokines en mediatoren geproduceerd door tumorcellen of door M2 macrofagen, regulerende T-cellen of MDSC (= myeloid derived suppressor cells)
  2. Tumorcellen zijn weinig immunogeen
    het zijn eigenlijk lichaamseigen cellen waardoor het lichaam hiervoor tolerant is en zijn geselecteerd voor overleving
    Ontwikkeling duurt lang waarbij heel lang onder de radar kunnen blijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het aanpassen van de kankercellen heeft een specifieke naam, welke naam is dit en wat is het doel hiervan?

A

Cancer immuun editing
cellen zo aanpassen dat ze het immuunsysteem kunnen ontwijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Er ontstaat een mutatie in een cel, wat gebeurt er?

A

Cel wordt herkend door het immuunsysteem
Via intrinsieke regulatie wordt de cel gecorrigeerd naar reparatie, apoptose of senescence = eliminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er als een cel in eerste instantie niet goed reageert op de intrinsieke pathway tot eliminatie?

A

Immuunsysteem wordt aangezet om de gemuteerde cel aan te vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor evenwicht treedt erop met cellen en het immuunsysteem?

A

Evenwicht van immuunreacties en gemuteerde cellen die willen groeien = equilibrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er als het equilibrium te lang duurt?

A

Genetisch instabiele cellen ontwikkelen verder –> specifieke kenmerken verliezen waardoor ze herkent zouden kunnen worden door immuunsysteem
Ze worden minder zichtbaar en ontsnappen aan de immuuncontrole = escape

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan de reactie van de omgeving zijn om een getransformeerde cel?

A

Scheiden danger signalen uit, brengen tumorantigenen tot expressie en vormen liganden voor NCR (=natural ciller cells) waardoor immuunsysteem gealarmeerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de eerste stap in de cancer immune editing?

A

transformatie door carcinogene factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het gevolg van verdere mutagenese?

A

Genetische diversiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de stappen om een tumor aan te vallen?

A
  1. Vrijkomen van tumor specifieke antigenen door bvb bestraling of apoptose (of celdood)
  2. Antigenen opgepikt en verwerkt door dendritische cellen –> worden dan antigeen presenterende cellen (APC)
  3. Presenteren van antigeen naar dichtstbijzijnde lymfeklier aan CD8+ (cytotoxische T-cel) via HLA-1 en aan CD4+ (T-helpercel) via HLA-2
  4. CD8+ cellen via bloed naar tumor
  5. CD8+ cel herkent tumor door antigeen
  6. CD8+ cel infiltreert door het endotheel naar de tumor
  7. Tumorcel wordt geïnfiltreerd en gedood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het effect van presentatie van antigenen aan CD4+ cellen?

A

Helpt bij de co-activatie van de CD8+ cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noem de stappen van het doden van de tumorcel

A
  1. Antigeen peptide zit gebonden aan HLA-molecuul op tumor
  2. CD8+ cel herkent dit en wordt geactiveerd
  3. uitstoot cytotoxische granules = perfirine en granzym B
  4. Perfirine: maakt gaten in membraan tumorcel
    Granzym B: induceert apoptose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is er nodig om een CD8+ cel te activeren in de lymfeklier?

A
  1. antigeen presentatie via HLA
  2. Co-stimulator:
    CD28 op T-cel en CD80/86 op APC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat voor systeem wordt gebruikt om de activiteit van de T-cellen niet te veel uit de hand te laten lopen?

A
  1. Na activatie van de T-cel krijgt hij CTLA-4 ophef oppervlak
  2. CTLA-4 kan ook binden met CD80/86 op APC
  3. Deze hebben een hogere affiniteit met CTLA-4 dan met CD28
  4. inhibitie T-cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Er zijn meer co-signaal receptoren op de T-cel, waarvoor zijn deze?

A

Immuun checkpoints –> werken stimulerend of remmend op activiteit van de T-cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is naast CTLA-4 nog een andere belangrijk inhiberend signaal?

A

PD-1 op T-cel met PDL-1 op APC
Binding zorgt voor inactivatie van T-cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe maakt een tumorcel gebruikt van het immuun checkpoint mechanisme?

A

Tumorcel brengt PDL-1 tot expressie waardoor T-cellen geïnactiveerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe kunnen met medicatie worden ingegrepen in het misbruik van de tumor met PDL-1?

A

PD-1/PDL-1 antistoffen kunnen de interactie beïnvloeden
Het voorkomt binding en voorkomt dus inactiveren van T-cellen door de tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wanneer is PD-1 antistof therapie effectief?

A

Als tumoren een hoge PDL-1 expressie hebben

25
Q

Wanneer is CTLA4 antistof therapie het meest effectief?

A

Op het moment dat in de lymfeklier de APC de CD8+ en CD4+ cellen het antigeen presenteert

26
Q

Wat doet CTLA-4 antistof therapie?

A

Op het moment van de antigeen presentatie aan de CD8+ en CD4+ cellen van de APC wordt de remmer hiervan geremd (CTLA-4 is een remmer van de T-cel activatie) –> T-cel blijft langer in stand

27
Q

Welke immuuncellen zijn effectorcellen in het elimineren van tumorcellen?

A

CD8+ T-lymfocyten
In samenwerking met macrofagen en NK-cellen (= natural killer cellen)

28
Q

Welke cellen zorgen voor een immunosuppressieve tumoromgeving?

A

Macrofagen
Tumorcellen
Regulatoire T-lymfocyten

29
Q

Wanneer wordt het immuunsysteem geactiveerd voor het elimineren van tumorcellen?

A

Als de getransformeerde cellen niet door intrinsieke tumorsuppressiefactoren gestopt worden

30
Q

Wat kan het gevolg zijn van het evenwicht tussen de tumorcellen en de immuuncellen?

A

Tumorcellen passen zichzelf zo aan zodat ze kunnen ontspannen aan de immuun surveillance
hierbij survival of the fittest: tumor die dit het beste doet houdt wel stand

31
Q

In welke (immunologische) kenmerken veranderen tumorcellen tijdens de kanker-immuun editing?

A
  1. cytokine expressie
  2. HLA-expressie]
  3. tumor antigenen
  4. co-stimulatie
32
Q

Waar kan presentatie van tumor antigenen aan T-cellen plaatsvinden?

A
  1. Lymfeklier: hier het meest
  2. Tumor: herkenning tumor antigeen door Tc op tumorcel (HLA van tumor) dus door tumor zelf

Beenmerg: niet want geen rijpe APC en T-cellen
Bloed: ongewenst

33
Q

Hoe kan een APC het antigeen presenteren aan de T-cel?

A

Hij eet het op –> verwerkt peptide tijdens migratie naar lymfeklier
Plaatst het op het oppervlak op HLA molecuul

34
Q

Wat voor soort reactie is de activatie van het immuunsysteem bij kanker?

A

Kanker immuuncyclus: het is een cyclus zonder begin of eind

35
Q

Welke signalen werken stimulerend op een CD8+ T-cel?

A

HLA-Agp (antigeen peptide) op TcR (T-cel receptor)

CD80/86 op CD28

36
Q

Welke signalen werken remmend op een CD8+ T-cel?

A

PDL-1 op PD-1

CD80/86 op CTLA-4

37
Q

Wat verstaan we onder co-stimulatie van CD8+ T-lymfocyten?

A

Stimulatie door andere factoren dat het antigeen

38
Q

Wat voor tumoren zorgen voor een sterke respons van de afweer?

A

Tumoren met veel mutaties
Dit geeft veel neo-antigenen
Immuunsysteem kent deze nog niet en valt deze aan

39
Q

Welke tumoren zijn gevoeliger voor immuuntherapie?

A

Tumoren met veel mutaties
Melanoom
NSCL
Blaas
Oesophagus
CRC
hoofd-hals
Nier

40
Q

Wat zijn klinische targets voor immunotherapie?

A
  1. CTLA-4
  2. PD(L)-1
41
Q

Wat voor soort middelen gebruiken we bij immunotherapie?

A

Immuuncheckpoint inhibtors

Monoclonale antillichamen
monoclonale antibodies = mab
Medicijnen eindigen op -mab

42
Q

Wat is een kenmerk van een mab?

A

Het zijn grote moleculaire stoffen met veel complexe verbindingen

43
Q

Hoe kunnen -mabs worden toegediend en waarom?

A

Enkel intraveneus
Het zijn grote moleculaire stoffen met veel complexe verbindingen waardoor niet opgenomen in bloed via enterale systeem

44
Q

Welke drie soorten immuuncheckpoint inhibitors zijn er?

A
  1. anti-CTLA4
  2. anti-PD1
  3. anti-PDL1
45
Q

Hoe vaak moeten ICI toegediend worden?

A

Eens in de 3-6 weken
Hebben een halfwaardetijd van 20 dagen (in bloed)

46
Q

Voor welke behandeldoelen worden de ICI nu gebruikt?

A

Voor allemaal
ook voor neo-adjuvant

47
Q

Hoe worden deze middelen getest?

A

Eerst op mensen met erge uitgezaaide ziekte

48
Q

Wat is het vervolg van het testen van ICI middelen op mensen?

A

Steeds vroeger in behandeltraject toepassen

49
Q

Wat is de hoop van de immuuntherapie?

A

Met systemische interventie een operatie voorkomen

50
Q

Kunnen de ICI ook in combinatie worden gegeven? Waarom wel of niet?

A

Anti-CTLA4 en anti-PD(L)1 samen is soms superieur maar is ook heel erg toxisch

Wordt ook wel gecombineerd met chemotherapie

51
Q

Wat is nog onduidelijk over de ICI en waarom is dit nog onduidelijk?

A

De dosis-effect relatie
De dosis-toxiciteit relatie
Omdat respons en toxiciteit vaak laat komt

52
Q

Is de mate van expressie van bijvoorbeeld PD-1 door tumor gelinkt aan het effect van de behandeling?

A

Ja, maar dat is niet altijd zo

53
Q

Hoe kunnen we de expressie van PD-L1 ook wel noemen?

A

Een predictieve biomarker
Vaak zijn interventies succesvol tegen tumoren met veel PD-L1 expressie

54
Q

Noem drie kanttekeningen bij immunotherapie

A
  1. Respons is relatief traag, maar soms langdurig
  2. Te vroeg stoppen bij respons: vaak max 2 jaar geven
  3. Kosten zijn gigantisch
55
Q

Wat is nog meer zinvol om te onderzoeken bij de primaire tumor om de predictie te bekijken?

A

Welke immuuncellen zijn al aanwezig
1. Veel lymfocyten (CD4+ en CD8+) is gunstig want therapie werkt beter
2. Veel myeloide cellen (macrofagen) is niet gunstig

56
Q

Wat zijn bijwerkingen van immunotherapie?

A
  1. huidproblemen
  2. lever toxiciteit
  3. pneumonie
  4. thyreoiditis
  5. auto-immuun reacties (eigenlijk ontstekingen in alle organen) –> corticosteroïden geven om te behandelen
57
Q

Waardoor treden er bijwerkingen op bij immunotherapie?

A

Doordat immuunsysteem wordt opgejaagd

58
Q

Gaan de bijwerkingen weer over als je stopt met de therapie?

A

Sommige wel, sommige zijn wel irreversibel

59
Q

Wat is een hele heftige bijwerking van immunotherapie?

A

Mensen kunnen eraan overlijden