HC6 + H12 Flashcards
Na sluiting van de zitting trekt de rechtbank zich terug voor beraad. Wanneer wordt er uitspraak gedaan door de politierechter en meervoudige kamer?
Politierechter: meestal meteen
Meervoudige kamer: uiterlijk na 2 weken uitspraak
Wat wordt tijdens het beraad behandeld?
De in de wet geformuleerde vragen van art. 348/350 Sv
Op basis waarvan worden de beslissingen genomen en waarover worden de beslissingen genomen?
Rechter beslist op basis van het onderzoek ter terechtzitting. De rechter beslist over niets anders dan wat er in de tenlastelegging staat
Wat gebeurt er als de tenlastelegging niet klopt. Wie mag dit wijzigen?
De rechter moet de vragen van art. 348/350 Sv beantwoorden voor de tenlastelegging, ook als hij weet dat de tenlastelegging niet klopt. Hij mag niet de tenlastelegging zelf aanvullen, wijzigen of vervangen. Wijziging of aanvulling van de tenlastelegging mag de rechter alleen ter terechtzitting en op vordering van de OvJ doen
Wat houdt het onmiddellijkheidsbeginsel in?
Rechtbank mag alleen beslissen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting. Dat wat op zitting niet expliciet aan de orde is geweest of wordt geacht aan de orde te zijn geweest, mag de rechter bij zijn beslissing niet meewegen
Waarom het onmiddellijkheidsbeginsel?
- Recht op verdediging
- Gelijkheid van wapenen (equality of arms)
- Beginsel van (interne en externe) openbaarheid
Wat zijn de 4 vragen van art. 348 Sv? Formeel
- Is de dagvaarding geldig? Zo ja, 2
- Is de rechtbank bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde feit? Zo ja, 3
- Is de OvJ ontvankelijk? Zo ja, 4
- Zijn er redenen tot schorsing van de vervolging? Zo nee, art. 350 Sv
Wat zijn de 4 vragen van art. 350 Sv? Materieel
- Is het tenlastegelegde feit bewezen? Zo ja, 2
- Levert het bewezenverklaarde een strafbaar feit op? Zo ja, welk strafbaar feit?
- Is het feit bewezen en een strafbaar feit: Is de verdachte strafbaar? Zo ja, 4
- Welke straf of maatregel moet worden opgelegd?
Wat gebeurt er als er op de 8 vragen van art. 348 en 350 Sv met nee moet worden beantwoord?
art. 348 SV
1. Dagvaarding is nietig
2. Rechtbank spreekt onbevoegdheid uit
3. OvJ niet ontvankelijk
4. Vervolging wordt geschorst
art. 350 Sv
1. Vrijspraak
2. Ovar
3. Ovar
4. -
Stel er wordt antwoord gegeven op een van de formele vragen met nee. Kan er dan nieuwe vervolging mogelijk zijn? Geef antwoord op alle vier
- Ja
- Ja
- Niet altijd mogelijk
- Kan mogelijk zijn
Om welke redenen kan de dagvaarding nietig zijn?
- Dagvaarding is niet op de juiste wijze betekend. Het is niet conform de wettelijke eisen van art. 361 e.v. Sv
- Tenlastelegging voldoet niet aan de eisen van art. 261 Sv, bv. Geen vermelding van feit, omstandigheden, tijd en plaats of de tenlastelegging is onvoldoende feitelijk
Of de rechtbank bevoegd is moet antwoord geven op de absolute competentie en de relatieve competentie. Wat houdt dit in?
Absolute competentie: Welke rechter is bevoegd?
Relatieve competentie: In welk arrondissement is de rechter bevoegd?
De ontvankelijkheid van de OvJ is op basis van wettelijke vervolgingsbeletselen en buitenwettelijke vervolgingsbeletselen. Geef een voorbeeld van beide
Wettelijke vervolgingsbeletselen: Verjaring, overlijden van de verdachte
Buitenwettelijke vervolgingsbeletselen: Schending van beginselen van behoorlijke procesorde, bv. vertrouwensbeginsel
Wat valt er te vertellen over reden tot schorsing?
Deze komt in praktijk zelden voor, maar gebeurt bijvoorbeeld als iemand niet terecht kan staan door psychisch kwetsbare verdachte
Welke stappen moeten worden doorlopen wil er over worden gegaan op een bewezenverklaring?
- Is er bewijsmateriaal voor het tenlastegelegde feit?
- Wordt dat bewijsmateriaal toegelaten als wettig bewijsmiddel?
- Zijn er voldoende bewijsmiddelen om tot een bewezenverklaring te kunnen komen?
- Heeft de rechter overtuiging bekomen dat de verdacht het tenlastegelegde feit heeft begaan?