HC 2 + H3 boek Flashcards

1
Q

Wat betekent culpoos handelen?

A

Niet-opzettelijke, onvoorzichtig handelen. Schuld in de zin van verwijtbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt opzettelijk handelen in?

A

Willens en wetens: iemand weet waar hij mee bezig is en wil dit ook doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een lastig aspect aan aanmerkelijkheid van de kans?

A

Het is niet duidelijk hoe groot de kans moet zijn om als aanmerkelijk te kunnen gelden. Hier moet de rechter over oordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar gaat Arrest Aanmerkelijke kans over?

A

Een verdachte wordt vervolgd voor het opzettelijk invoeren van heroïne. De verdachte beroept zich op het ontbreken van opzet. De verdachte vliegt naar Amsterdam met twee nieuwe koffers, die hij heeft geleend van een man. De koffers zijn voorzien van dubbele deksels en bodems, een bekende manier om drugs mee te smokkelen. De rechtbank stent dat de koffers een abnormaal hoog leeggewicht hebben en dat de koffers opvallend dikke deksels en bodems hebben. Zij acht het onaannemelijk dat deze omstandigheden de verdachte niet zijn opgevallen. HR oordeelt dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat in beide koffers drugs waren verborgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is ingeblikt opzet? Geef voorbeelden

A

Wanneer opzet ingelezen is in het woord of een van de woorden in de wettelijke delictsomschrijving/terminologie. Voorbeelden: mishandeling, werkwoorden als ‘opruien’, ‘seksueel binnendringen’ en ‘verzetten’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In het arrest Schieten in een kroeg is er sprake van twee slachtoffers. Welke gradatie van opzet is er aanwezig van het eerste en het tweede slachtoffer?

A

Eerste slachtoffer: Opzet met bedoeling.
Tweede slachtoffer: Voorwaardelijk opzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de clue van arrest Bumperkleven?

A

Verdachte heeft rijdend op een tweebaansweg met bomen, zonder aanvaardbare aanleiding zeer hard geremd, terwijl verdachte en A., die zeer kort achter hem reed, meer dan 100 km/u reden. A. moest uitwijken, waarbij zijn auto tegen een boom is gereden en A is overleden. Door in die situatie hard en onverhoeds te remmen, welke gedraging was om A. in ernstig gevaar te brengen, heeft verdachte zich willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat A. zou verongelukken en was derhalve verdachtes opzet in de zin van voorwaardelijk opzet op de dood van A. gericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke delictsbestanddelen van opzetdelicten heeft opzet allemaal betrekking?

A

Op alle delictsbestanddelen die volgen na het woord opzettelijk, maar niet in het lid erna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen subjectieve en geobjectiveerde delictsbestanddelen?

A

Subjectieve delictsbestanddelen zijn delictsbestanddelen waar schuldvormen (opzet of culpa) in de delictsomschrijving is opgenomen.
Geobjectiveerde delictsbestanddelen zijn bestanddelen waar het opzet van de dader niet gericht hoeft te zijn. bv. 180 Sr wederspannigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is het bij opzetdelicten van groot belang te bepalen waar het opzetten van de pleger van een strafbaar feit op gericht was?

A

De intentie van de dader kan van grote invloed zijn voor het antwoord op de vraag welk strafbaar feit er precies is gepleegd. Het gevolg kan hetzelfde hebben, maar er kan een heel ander delict zijn gepleegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de vier verschijningsvormen van schuld?

A
  • Schuld als de 4e voorwaarde voor strafbaarheid (element): verwijtbaarheid -> kan ter verantwoording worden geroepen
  • Schuld als bestanddeel in de delictsomschrijving: culpa
  • Schuld in de term schuldvormen: opzet en culpa -> verzamelterm voor bestanddelen opzet en culpa
  • Schuld in art. 27 Sr: het gedaan hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schuldvormen drukken een bepaalde mentale gesteldheid uit waarin een feit wordt begaan. Er is de schuldvorm opzet en culpa. Wat wordt met beide bedoeld?

A

Opzet: willens en wetens
Culpa: Hij aan wiens schuld te wijten -> onzorgvuldigheid, onnadenkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen misdrijven en overtredingen qua schuldvormen?

A

Misdrijven kennen altijd een schuldvorm als bestanddeel van een wettelijke delictsomschrijving. Bij overtredingen ontbreekt het meestal een schuldvorm in de wettelijke delictsomschrijving. Opzet is de dominante schuldvorm, culpa is de uitzondering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is opzet?

A

Opzet is willens en wetens handelen, je weet wat je doet en je wil het ook. Opzet is altijd ergens op gericht. Bij materiële delicten op het gevolg, bij formele delicten moet de handeling zelf met opzet zijn gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke wijzen vinden opzet terug in de wet?

A
  • Opzettelijk
  • Ingeblikt opzet -> In woorden of werkwoorden die niet genoeg zeggen, dus waar het er extra bij wordt gezegd
  • Wetende dat …
  • Oogmerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het is bij opzetdelicten van groot belang te bepalen waar het opzet van de pleger van een strafbaar feit precies op was gericht. Waarom?

A

De intentie van de dader kan van grote invloed zijn voor het antwoord op de vraag welk strafbaar feit er precies is gepleegd. Het handelen van iemand kan hetzelfde gevolg hebben van het handelen van een ander, maar er kan een heel ander feit zijn gepleegd

17
Q

Wat houden door het gevolg gekwalificeerde delicten in? bv. art 302 Sr, zware mishandeling

A

Opzet gaat over de zware mishandeling. De dood ten gevolge hebbende is niet opzettelijk, want dan zou het doodslag zijn.

18
Q

Wat zijn de drie gradaties van opzet?

A
  • Opzet met bedoeling (vol opzet) -> Je wil A realiseren en het lukt om A te realiseren
  • Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn –> Je wil A realiseren en door A te willen realiseren, realiseer je noodzakelijkerwijs ook B. (Collateral damage)
  • Voorwaardelijk opzet -> Je wil A realiseren en neemt B daarbij op de koop toe (HR schieten in de kroeg)
19
Q

Wat houdt voorwaardelijk opzet in?

A

Bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans

20
Q

Wat is de aanmerkelijke kans?

A

Forse kans die niet als denkbeeldig te verwaarlozen is (Aanmerkelijke kans)

21
Q

Wat houdt het bewustzijn van de aanmerkelijke kans in?

A

Wetenschap hebben dat die kans kan intreden

22
Q

Wat houdt het aanvaarden van de aanmerkelijke kans in?

A

Het op de koop toenemen dat die kans intreedt (HR Porsche) -> Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken

23
Q

Wat is culpa?

A

Culpa staat centraal voor onvoorzichtigheid. Het gaat om een behoorlijke mate van onvoorzichtigheid, ookwel aanmerkelijke onvoorzichtigheid

24
Q

Wat is het verschil tussen onbewuste en bewuste culpa?

A

Onbewuste culpa: Onvoorzichtigheid in de zin van onoplettendheid, onnadenkendheid, had moeten beseffen -> de bewustheid van onvoorzichtigheid is niet aanwezig
Bewuste culpa: Onvoorzichtigheid in de zin van onzorgvuldigheid, gelovend in een goede afloop -> bewust van risico, maar gelooft dat het wel goed komt

25
Q

Wat houdt een culpoos delict in?

A

Een strafbaar feit plegen door gebrek aan beleid, door onvoldoende zorg, door gebrek aan nadenken waar het eigenlijk wel nodig was, door onachtzaamheid.

26
Q

Hoe kan culpa worden gedefinieerd?

A

Verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid

27
Q

Bij culpoze delicten staat het woord ‘wederrechtelijk’ niet in de delictsomschrijving. Bij deze delicten ligt de wederrechtelijkheid besloten in het woord ‘schuld’. Het feit dat zowel de verwijtbaarheid als de wederrechtelijkheid deel uitmaakt van de culpa brengt met zich mee dat bij een culpoos delict de verwijtbaarheid en de wederrechtelijkheid deel uitmaken van de delictsomschrijving. Wat blijft er nu over van het vierlagen model?

A

Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid worden bestanddelen. Het stellen van vragen naar wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid is dan niet meer nodig. Bij een geslaagd beroep op een strafuitsluitingsgrond, zou de rechter dus moeten vrijspreken, omdat niet alle delen uit de delictsomschrijving zijn voldaan

28
Q

Een bijzondere vorm van bewuste culpa is de roekeloosheid. Hier is sprake van in art. 175 WvW en art. 307 en 308 Sr. Wanneer is er sprake van roekeloosheid?

A

Als er een of meer gedragingen van de dader aangewezen kunnen worden die erop duiden dat door hem welbewust onaanvaardbare risico’s zijn genomen.

29
Q

Wat is het verschil tussen voorwaardelijk opzet en roekeloosheid?

A

Bij roekeloosheid zal er sprake moeten zijn van bewustheid van het risico van ernstige gevolgen, waarbij er op zeer lichtzinnige wijze van wordt uitgegaan dat deze risico’s zich niet zullen realiseren.
Bij voorwaardelijk opzet, neemt de dader de gevolgen daarentegen op de koop toe

30
Q

Wat is het verschil tussen voorwaardelijk opzet en bewuste culpa?

A

Voorwaardelijk opzet: Zich willens en wetens blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat het strafbare gevolg van het handelen zich voordoet.
Bewuste culpa: Zich bewust zijn van het gevaar, maar vertrouwen op een goede afloop
De wil van de verdachte (aanvaarden) met betrekking tot de gevolgen is van doorslaggevende betekenis.

31
Q

Soms is het moeilijk om opzet te bewijzen. Rechters maken vaak gebruik van twee typen redeneringen als zij beslissen of het opzet kan worden bewezen. Welke typen?

A
  • Er kunnen soms aanwijzingen voor opzettelijk dan wel culpoos handelen worden gevonden in de door de rechtbank vastgestelde gedragingen. Dit wordt objectiveren genoemd.
  • Er wordt vaak een vergelijking gemaakt met het gedrag van normale mensen: wat weten normale mensen en welke risico’s zouden zij aanvaarden? Dit wordt normaliseren genoemd. Er mag dan worden uitgegaan dat een verdachte de inzichten heeft gehad die normale mensen hebben, tenzij er contra-indicaties zijn voor een dergelijke aanname.
32
Q

Waarom worden kids onder de 12 jaar niet vervolgd?

A

In het strafrecht wordt er gekeken naar willens en wetens. Het gaat om doelgericht hebben. Kinderen onder de 12 kunnen niet uitleggen waarom ze bepaald gedrag vertonen.

33
Q

Wat is een geobjectiveerd bestanddeel?

A

Alles dat na ‘opzet’ komt, moet bewezen worden dat het opzettelijk is gedaan, maar als het tekstueel volgt na het opzetbestanddeel, dan hoeft het opzet niet op de dader gericht te zijn. Bv. als het wordt verondersteld dat aan dit onderdeel is voldaan of bv. wanneer opzet in lid 1 staat en niet in lid 2, dan hoeft het niet in lid 2 ook te gelden

34
Q

Is er bij opzet, bewuste culpa en onbewuste culpa sprake van willen en weten?

A

Opzet: willen en weten
Bewuste culpa: weten
Onbewuste: geen

35
Q

Wat voor invloed heeft het zijn van een culpoos delict op de bestanddelen en elementen?

A

Zowel de wederrechtelijkheid als de verwijtbaarheid worden nu bestanddelen. Beide liggen besloten in het woord ‘schuld’. Er moet dus aan beide worden voldaan, wil het feit bewezen zijn. Bij een geslaagd beroep op een rechtvaardigheids- of schulduitsluitingsgrond zal de rechter moeten vrijspreken.