HC3 + H4, H5, H6 Flashcards

1
Q

Wie vallen er onder daders?

A
  • Feitelijke plegers
  • Medeplegers
  • Doenplegers
  • Uitlokkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt medeplichtigheid in?

A

Opzettelijk behulpzaam zijn bij een delict of gelegenheid, bv. middelen verschaffen. Dit zijn geen daders, want ze vervullen de wettelijke delictsomschrijving niet zelf, maar bevorderen of vergemakkelijken het begaan van het misdrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie zijn deelnemers?

A
  • Daders: doenplegers, medeplegers, uitlokkers, plegers
  • De medeplichtige
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is deelneming?

A

Deelneming aan een strafbaar feit betekent dat meer dan één persoon is betrokken bij het begaan van het strafbare feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is deelneming strafbaar?

A
  • Deelneming maakt het makkelijker voor mensen om een bijdrage te leveren aan een strafbaar feit
  • Als strafbaarheid wordt beperkt tot de persoon die strafbare feit pleegt, wordt ontkend dat strafbare feiten op uiteenlopende manieren tot stand komen en daarbij veel personen betrokken kunnen zijn
  • De pleger hoeft niet een kwade genius te zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is doenplegen? art. 47 lid 1 onder 1° Sr. Welk arrest?

A

Het laten begaan van een strafbaar feit door een ander, waarbij die ander niet strafbaar is (HR melk-en-water). Feitelijke dader als willoos werktuig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is medeplegen? art. 47 lid 1 onder 1° Sr.

A

Bewuste en nauwe samenwerking in het plegen van een strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is uitlokken? art. 47 lid 1, onder 2° Sr

A

Door uitlokkingsmiddelen een ander overhalen een strafbaar feit te plegen, terwijl deze geen intentie had om het strafbare feit te plegen. Hierbij zijn beide strafbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

A wil B een lesje leren. Daartoe lokt A C uit om B een stevig pak slaag te geven. C geeft B een paar flinke stompen in zijn maag en slaat hem een bloedneus. Het hart van B kan dit niet verdragen. Ter plekke krijgt hij een hartstilstand, aan de gevolgen waarvan hij even later overlijdt. Wat betekent dit voor A?

A

Ten aanzien van uitlokkers komen niet alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, maar ook de gevolgen daarvan. Voor A: uitlokking van mishandeling, de dood ten gevolge hebbende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

A wil B uit de weg laten ruimen en daar huurt hij C voor in. Deze wacht het beoogde slachtoffer op bij diens woning. Als B naar buiten komt, vuurt C tweemaal gericht op B. Door toeval missen de kogels B op een haar na. B vlucht naar binnen en belt de politie. Wat houdt dit in voor A?

A

Juridisch gezien is dit uitlokking van poging tot moord, maar dit kan niet echt, want het beoogde was voltooiing van het misdrijf. In dit geval is er sprake van accessoiriteit. De kwalificatie van de uitlokker volgt de kwalificatie van de feitelijke uitvoerder, dus poging tot moord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is poging tot uitlokking en is dit strafbaar?

A

Poging tot uitlokking is dat iemand een ander uitlokt, maar dat die persoon er niet op ingaat. Ja, dit is strafbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is medeplichtigheid? art. 48 Sr

A

Vergemakkelijken of bevorderen van een door een ander gepleegd misdrijf, bv. op de uitkijk staan, vuurwapen verschaffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is accessoriteit bij deelneming?

A

Deelneming is alleen strafbaar als een strafbaar feit is begaan. Zonder strafbaar feit is de deelneming niet strafbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt dubbel opzet bij deelneming in?

A

Deelnemer moet opzet hebben op het deelnemen en op het strafbare feit dat wordt begaan, dus willen medeplegen en bijdrage willen leveren aan een strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij medeplegen is een onderdeel nauwe en bewuste samenwerking t.a.v. het begaan van het strafbare feit (overzichtsarrest medeplegen). Wat wordt er verstaan onder nauwe en bewuste samenwerking?

A

Nauwe samenwerking: intellectuele en/of materiële bijdrage van voldoende gewicht
Bewuste samenwerking: opzet op de samenwerking en op hetzelfde strafbare feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een voorbeeld van intellectuele en/of materiële bijdrage van voldoende gewicht?

A

Intellectuele bijdrage: Baas achter de schermen die plan bedacht en door anderen laat uitvoeren.
Mede bedenken van een plan om een strafbaar feit te begaan.
Materiële bijdrage: Zelfde bijdrage leveren aan de andere deelnemer (medepleger = ook pleger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke factoren dienen als indicatoren voor nauwe samenwerking?

A
  • Het tonen van initiatief bij bedenken of uitvoeren
  • Het voeren van regie voor of achter de schermen
  • Overduidelijk deel uitmaken van een hechte en planmatige samenwerkende dadergroep
  • Het leveren van een onmisbare of belangrijke bijdrage
  • Een zekere inwisselbaarheid van de rollen van de daders
  • Een min of meer toevallig tot stand gekomen rolverdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Er zijn twee vormen van medeplichtigheid. Welke?

A
  • Ten tijde van het misdrijf (medeplichtigheid bij) (art. 48 sub 1° Sr)
  • Voorafgaand aan het misdrijf (medeplichtigheid tot) (art. 48 sub 2° Sr)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Is er ook voor medeplichtigheid dubbel opzet vereist?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom is het relevant om de grens tussen medeplegen en medeplichtigheid te bepalen?

A

Omdat medeplichtigheid wordt bedreigd met een lager strafmaximum dan medeplegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Als Jan Piet een knuppel geeft en Jan denkt dat Piet die gaat gebruiken om Arie te mishandelen, maar Piet vermoordt Arie ermee. Wat geldt er dan voor Jan?

A

Hij is medeplichtig aan doodslag, want hij heeft de aanmerkelijke kans aanvaard dat Arie ook dood zou kunnen gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Opruiing is het aanzetten tot strafbaar feit of geweld tegen het openbaar gezag (art. 131 Sr). Wat voor soort delict is opruiing?

A

Opruiing is een gevaarzettingsdelict

23
Q

Wat is poging?

A

Poging ligt dicht tegen het delict aan: concrete gevaarzetting. Gevaar voor een concreet misdrijf.

24
Q

Wat is voorbereiding?

A

Voorbereiding staat verder van het delict af: abstracte gevaarzetting. Gevaar voor een ernstig misdrijf, maar wat het gevaar precies is, hoeft nog niet duidelijk te zijn.

25
Q

Wat houdt vrijwillige terugtred in en wat geldt er voor vrijwillige terugtred?

A

Poging en voorbereiding zijn niet strafbaar als er sprake is van vrijwillige terugtred van de verdachte. Het gaat om spontane besluitvorming die niet in doorslaggevende mate is bepaald door externe prikkels, bv. niet stoppen met een inbraak omdat je sirenes hoort. Vrijwillige terugtred stimuleert het voorkomen van misdrijven: Ga niet verder en we straffen je niet.

26
Q

Wat zijn de voorwaarden van een strafbare poging?

A
  • Het moet gaan om een misdrijf. Poging tot overtreding is niet strafbaar
  • Voornemen. De dader moet het opzet hebben om een specifiek misdrijf te begaan. Gradatie van opzet is gelijk aan de gradatie van opzet bij het voltooide misdrijf.
  • Begin van uitvoering. De dader moet begonnen zijn het misdrijf te begaan.
27
Q

Wanneer is sprake is van een begin van uitvoering kan bepaald worden door twee leren. Wat zijn ze en wat houden ze in?

A
  • Subjectieve leer: Om te spreken van een begin van uitvoering moet uit de handelingen een misdadige wil blijken om het misdrijf te begaan
  • Objectieve leer: Om te spreken van een begin van uitvoering moet uit de handelingen blijken dat met het misdrijf een aanvang wordt gemaakt.
    In NL is de objectieve leer dominant
28
Q

Wat gebeurde er bij het Cito-arrest en wat volgt er uit het Cito-arrest?

A

Een aantal jongens belde aan bij Cito en stonden met een gedeeltelijk afgedekt gelaat, een schietklaar vuurwapen en lege weekendtas voor de deur. Deze gedragingen zijn aan te merken als een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf, daar zij naar haar UITERLIJKE VERSCHIJNINGSVORM moet worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf. Uiterlijke verschijningsvorm is het criterium om begin van uitvoering vast te stellen. Gerichtheid op voltooiing van het misdrijf, dus poging.

29
Q

Hoe kan een absoluut ondeugelijke poging ontstaan?

A
  • Absoluut ondeugelijk middel (middel kan niet tot voltooiing van het misdrijf leiden -> bv. iemand willen vergiftigen met een plant die niet giftig is)
  • Absoluut ondeugelijk object (object is niet te realiseren -> iemand proberen te vermoorden die al dood is)
  • Absoluut ondeugelijke poging is niet strafbaar
30
Q

Hoe kan een relatief ondeugelijke poging ontstaan?

A
  • Relatief ondeugelijk middel (middel kan in dit geval niet tot voltooiing van het misdrijf leiden -> iemand vergiftigt een ander met doel te doden, maar de hoeveelheid is te klein, dus de ander wordt alleen maar ziek)
  • Relatief ondeugelijk object (object is in dit geval niet te realiseren
  • Relatief ondeugelijke poging is wel strafbaar
31
Q

Op welke manieren kan je je schuldig maken aan een voorbereiding?

A
  • Voorbereidingshandelingen (verwerven etc)
  • Voorbereidingsmiddelen (voorwerpen etc)
  • Opzettelijk handelen
  • Voorbereidingsmiddelen moet zijn bestemd tot begaan van het misdrijf
32
Q

Poging tot bepaalde misdrijven is niet strafbaar. Welke?

A
  • Eenvoudige mishandeling
  • Culpoze misdrijven zoals dood door schuld
  • Wederspannigheid
33
Q

Wat houdt samenspanning in? Is dit strafbaar?

A

Dit is nog een fase voor voorbereiding. Het is niet strafbaar. Het gaat om het maken van afspraken, het bedenken

34
Q

Wat houdt het Jetzt-geht-es-los-criterium in?

A

Er is sprake van concrete gevaarzetting

35
Q

Er zijn twee strafuitsluitingsgronden. Welke en wat houden ze in?

A
  • Rechtvaardigheidsgrond: Haalt de wederrechtelijkheid weg, rechtvaardigt de daad
  • Schulduitsluitingsgrond: Haalt de verwijtbaarheid weg, rechtvaardigt de dader
36
Q

Wat zijn de rechtvaardigheidsgronden?

A
  • Noodweer
  • Overmacht als noodtoestand
  • Bevoegd gegeven ambtelijk bevel
  • Wettelijk voorschrift
  • Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid (ongeschreven, Vee-artsarrest)
37
Q

Wat zijn de schulduitsluitingsgronden?

A
  • Noodweerexces
  • Psychische overmacht
  • Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel
  • Ontoerekeningsvatbaarheid
  • Afwezigheid van alle schuld (ongeschreven, Melk-en-waterarrest)
38
Q

Wat houdt noodweer in?

A

Noodweer is het recht van mensen om zich te verdedigen tegen een aanval

39
Q

Wat zijn de eisen van noodweer?

A
  • Ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding
  • Lijf, goed of eerbaarheid
  • Geboden en noodzakelijke verdediging (geboden proportionaliteitseis, noodzakelijk subsidiariteitseis)
40
Q

Wat houdt de subsidiariteitseis in?

A

Indien het mogelijk is om zich aan de aanval te onttrekken ipv zich fysiek te verdedigen, dan moet men dit doen. De verdediging moet noodzakelijk zijn

41
Q

Wat houdt de proportionaliteitseis in?

A

De intensiteit van de verdediging moet van gelijke mate zijn als de intensiteit van de aanval

42
Q

Wat is noodweerexces en waar moet het aan voldoen?

A

Noodweerexces is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt.
Eisen: ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van lijf, goed of eerbaarheid en noodzakelijke verdediging (subsidiariteit)
Noodweerexces verontschuldigt diegene die zich in een noodweersituatie disproportioneel verdedigt.

43
Q

Noodweerexces is er in verschillende soorten en maten. Welke?

A
  • Intensief exces (veel heftiger reageren)
  • Extensief exces (veel langer doorgaan dan de aanvaller)
  • Tardief exces (pas beginnen met aanvallen als de aanvaller al gestopt is)
44
Q

Wat houdt tardief noodweerexces in?

A

Hierbij is de aanval al afgelopen en wordt er dan nog verdedigd. Er moet ten tijde van de aanval een noodweersituatie hebben bestaan. Er moet dan wel worden bepaald of verdediging op dat moment wel noodzakelijk was. Het is mogelijk hier een beroep op te doen

45
Q

Voor noodweerexces en tardief noodweerexces is dubbele causaliteit een eis. Wat houdt dit in?

A

Er moet een causaal verband zijn tussen de aanranding en de gemoedstoestand en tussen de gemoedstoestand en het niet proportioneel handelen

46
Q

Wat houdt psychische overmacht in?

A

Een van buiten komende drang waaraan men redelijkerwijs geen weerstand kan of behoeft te bieden, bv. met een vuurwapen op je hoofd gericht de kluis open maken

47
Q

Wat is overmacht als noodtoestand?

A

Hier doet zich een situatie voor waarin een keuze moet worden gemaakt tussen twee conflicterende plichten: zwaarwegende maatschappelijke plicht en plicht om de strafwet na te leven. Maatschappelijke plicht moet zwaarder wegen dan strafwetplicht. Bv. Opticienarrest

48
Q

Wat houdt een bevoegd gegeven ambtelijk bevel in?

A

De strafbaarheid van wetsovertredingen wordt opgeheven als deze zijn begaan naar aanleiding van een bevel gegeven door of namens de overheid. Bv. agent beveelt passerende autobestuurder hem naar een pd te brengen omdat z’n eigen auto kapot is. Bestuurder rijdt daarbij veel te hard. Het te hard rijden is rechtvaardigd.

49
Q

Wat houdt een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel in?

A

Een bevel dat wordt gegeven door iemand die weliswaar ten aanzien van de bevolene hoger in rang is, maar dat deze meerdere een bevel geeft dat niet ligt binnen de kring van zijn bevelsbevoegdheid.

50
Q

Wat houdt wettelijk voorschrift in?

A

Wettelijk voorschrift beoogt straffeloosheid te garanderen aan degene die de strafwet overtreedt ter uitvoering van een wettelijk voorschrift. Hieraan wordt de subsidiariteitseis en de proportionaliteitseis gegeven. Bv. Een politieagent die een aangehouden verdachte meeneemt naar het politiebureau, berooft hem van zijn vrijheid. Hij handelt echter ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.

51
Q

Wat houdt ontoerekeningsvatbaarheid in?

A

Bij ontoerekeningsvatbaarheid wordt de invloed van de stoornis of gebrek in de ontwikkeling ten tijde van het begaan van het strafbare feit zo groot geacht, dat de wil van de dader niet meer in vrijheid is gevormd

52
Q

Wat houdt verminderde toerekeningsvatbaarheid in?

A

Verminderde toerekeningsvatbaarheid is geen schulduitsluitingsgrond, maar geeft de mate aan waarin een feit aan een verdachte toe te rekenen is.

53
Q

Wat houdt afwezigheid van alle schuld in?

A

De gepleegde wetsovertreding valt de dader niet te verwijten. (Melk-en-waterarrest)

54
Q

Wat houdt ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid in?

A

In zeer uitzonderlijke situaties kan het voorkomen dat door het plegen van een strafbaar feit het onderliggende rechtsgoed dat die strafbepaling beoogt te beschermen, toch gediend wordt. bv. Vee-artsarrest.