HC6 Flashcards

1
Q

Voor passende interventies voor cyberdaders van cybercriminaliteit in enge zin wordt gekeken naar welke drie perspectieven? Waar focussen deze benaderingen zich vooral op?

A
  • De rationelekeuzebenadering
  • De Risk-Needs-Responsivity-benadering (RNR)
  • De desistance-benadering
    Deze perspectieven focussen zich op de motieven en risico- en beschermende factoren die een rol spelen bij daderschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar gaan deze perspectieven vanuit, wat staat er centraal bij de drie perspectieven?

A
  • Rationelekeuzebenadering: Deze gaat ervan uit dat daders een kosten-batenafweging maken voordat zij overgaan tot het plegen van criminaliteit. De kostenbatenratio ligt ten grondslag aan zowel de klassieke theorie van afschrikking als de gelegenheidsbeanadering.
  • Risk-Needs-Responisivity-benadering: Dit wordt ook wel de What Works benadering genoemd. Deze benadering gaat er van uit dat om effectief te zijn interventies rekening dienen te houden met het risico op recidive, de aanwezige dynamische risicofactoren en de responsiviteit ofwel ontvankelijkheid van de betrokkene voor de aangeboden interventie. Deze benadering is ontstaan als reactie op de rationelekeuzebenadering. Alleen afschrikking werkt niet voor een calculerende dader. Door risicofactoren, criminogene behoeften en responsiviteit centraal te stellen beoogt de RNR-benadering een betere bijdrage te leveren aan de resocialisatie van daders.
  • Desistance-benadering: Deze benadering beschouwt het stoppen met criminaliteit (desistance) als een dynamisch proces van identiteitsverandering dat verloopt met vallen en opstaan, zodat aansluiting moet worden gezocht bij waar de dader zich in dit proces bevindt. Deze benadering is ontstaan vanuit kritiek op de RNR-benadering vanwege de nadruk op interventieprogramma’s en behandeling van criminogene factoren. In de desistance-benadering, die o.a. wordt vormgegeven door de Good Lives Model ligt de nadruk niet zozeer op behandeling, maar op het faciliteren van en ondersteunen bij het dynamische proces van stoppen met criminaliteit. De aanname is dat de persoon zelf de verandering in gang moet zetten, maar daartoe wel gestimuleerd moet worden, waartoe interventies kunnen bijdragen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de twee belangrijke beperkingen aan de huidige literatuur over interventies voor cyberdaders?

A
  • Onderzoek is grotendeels ofwel beschrijvend van aard, waaronder over opgelegde strafsoorten en -hoogten bij cybercriminaliteit, ofwel theoretisch van aard, bv. door de potentiële effectiviteit van interventies te analyseren. Empirisch bewijs over de effectiviteit is tot op heden schaars.
  • De weinige empirische studies hebben vaak van een kleine onderzoekspopulatie gebruik gemaakt en dat zijn veelal uitsluitend hackers. Over interventies voor andere typen cyberdaders, zoals daders die zich bezighouden met phishing, ddos-aanvallen of ransomware-aanvallen, is betrekkelijk weinig kennis voorhanden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij de rationelekeuzebenadering wordt criminaliteit gepleegd wanneer de baten de kosten overstijgen. De nadruk van preventie ligt op het verminderen van de gelegenheid tot het plegen van delicten en het beïnvloeden van de daarmee verbonden keuze of motivatie van de dader. Clarke en Felson hebben een specifiek model voor situationele criminaliteitspreventie ontwikkeld, waarin zij een vijftal hoofdstrategieën onderscheiden. Welke zijn dit?

A
  • Het risico verhogen
  • De moeite verhogen
  • De opbrengsten verlagen
  • Het verminderen van provocaties
  • Het reduceren van mogelijkheden voor excuses.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke elementen van straf hebben invloed op de mate van afschrikking?

A

De zekerheid (certainty), zwaarte (severity) en snelheid (swiftness).
Hoe groter de zekerheid, zwaarte en snelheid van de straf, hoe lager de criminaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De vraag is of strafrechtelijke reactie op cybercriminaliteit aan deze criteria van afschrikking voldoen en of deze cyberdaders voldoende worden afgeschrokken. In hoeverre is dit het geval?

A
  • De pakkans is niet alleen daadwerkelijk laag, maar wordt ook als laag ingeschat door potentiële daders. De gepercipieerde pakkans kan verhoogd worden door enerzijds het verbeteren van de opsporingscapaciteiten en anderzijds meer te communiceren over de capaciteiten van de politie en cyberacties die uitgevoerd worden.
  • Naast een zekere reactie, blijft ook een snelle reactie regelmatig uit. Het opsporingsonderzoek neemt bij cybercriminaliteit relatief veel tijd in beslag zodat het soms jaren duurt voordat de politie een verdachte in beeld heeft en er mogelijk een sanctie volgt. Dit heeft te maken met gebrek aan kennis en capaciteit, het internationale karakter van cybercriminaliteit en de vluchtigheid van digitale gegevens die het veiligstellen van bewijs bemoeilijkt.
  • Er bestaat discussie over wat een proportionele reactie is op cybercriminaliteit. Hoewel de impact bij cybercriminaliteit heel groot kan zijn, is het niet altijd mogelijk om de omvang, het aantal slachtoffers of de schade vast te stellen. Er moet een balans worden gevonden tussen zware straffen met voldoende generale en specifieke afschrikking voor gevallen waarbij op grote schaal schade is aangericht en mildere straffen voor jeugdigen en first offenders.
    Al met al, het is niet heel afschrikwekkend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke reactieve en preventieve interventies zijn die aansluiten bij de rationelekeuzebenadering?

A

Reactief:
- Gevangenisstraf
- Financiële sancties

Preventief:
- Waarschuwingsgesprek
- Online policing
- Voorlichting op scholen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volgens de rationelekeuzebenadering is gevangenisstraf voor jeugdige cyberdaders een goed idee?

A
  • Op jeugdige first offenders kan een aanhouding of voorarrest veel indruk maken, waardoor er voldoende afschrikwekkend effect is
  • Tegelijkertijd wordt er verwacht dat reguliere straffen zoals de gevangenisstraf onvoldoende aansluiten bij criminogene behoeften en de responsiviteit van jeugdige cyberdaders en dat alternatieve interventies zoals een leerstraf of Hack_Right nodig zijn
  • Tenslotte bestaat het risico dat cyberdaders nieuwe criminele connecties opdoen in de gevangenis of gerekruteerd worden door leden van criminele organisaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ook financiële sancties zijn reactieve interventies die aansluiten bij de rationelekeuzebenadering. Wat is een reden om geen financiële sanctie op te leggen?

A

Daders zijn niet altijd in staat om het boete- of schadebedrag te betalen, dit kan ertoe leiden dat zij met een financiële last opgescheept zitten, wat belemmerend kan werken voor het proces van desistance. Het criminele verleden blijft het dan achtervolgen en hindert hen om een prosociaal bestaan op te bouwen. Daarnaast is het verhalen van schade mede afhankelijk van het indienen van een schadevergoedingsverzoek. Slachtoffers van cybercriminaliteit vorderen niet altijd een schadevergoeding, omdat niet alle slachtoffers weten dat ze schade hebben geleden of omdat ze negatieve publiciteit (bedrijf) willen vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een preventieve interventie die aansluiten bij de rationelekeuzebenadering is waarschuwingsgesprek, ookwel Knock and talk of cease and desist genoemd. Wat houdt dit in? Werkt het?

A

De politie gaat in gesprek met (potentiële) verdachten over de strafbaarheid van hun gedrag en de potentiële gevolgen daarvan. Het doel is om af te schrikken door het signaal af te geven dat de politie toezicht houdt en dat daders minder anoniem zijn dan ze denken. In het geval van jongeren wordt ook in gesprek gegaan met de ouders, die naar aanleiding van een dergelijk gesprek bv. meer toezicht houden op hun kind.
De mate waarin potentiële daders denken dat formeel en informeel toezicht mogelijk is, is van invloed op de kans dat ze cyberdelicten plegen. Hierbij lijken informele sancties en negatieve reacties door sociale relaties belangrijker dan de kans op formele straffen, wat het belang van het betrekken van de ouder benadrukt.
Verder wordt door middel van een waarschuwingsgesprek ook bewustwording gecreëerd ten aanzien van de risico’s en gevolgen van online gedrag. Dit kan leiden tot een andere kosten-batenafweging en kan mogelijke excuses wegnemen, waarmee deze interventie zowel aansluit bij de rationelekeuzetheorie als bij situationele criminaliteitspreventie.
Ook maken deze gespreken het mogelijk om in een vroeg stadium in te grijpen zonder dat potentiële daders in een strafrechtelijk traject terechtkomen, zodat consequenties die nadelig zijn voor het desistance-proces, uitblijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Online policing is een andere preventieve interventie die aansluit bij de rationelekeuzebenadering. Welke typen online policing zijn er? In hoeverre werkt het?

A

De online aanwezigheid van politie is niet alleen van groot belang voor opsporingswerk, maar ook, vanwege de lage pakkans, voor de bewustwording, preventie en cyberveiligheid. Politieagenten kunnen bv. online aanwezig zijn op forums en in games om daar mensen aan te spreken op hun gedrag en hen te informeren voer de mogelijkheden om ICT-vaardigheden op een legale manier in te zetten.
Een andere manier van online policing is het plaatsen van digitale waarschuwingsberichten op websites, ook wel surveillance banners of warning banners genoemd. Hierdoor kunnen individuen worden geïnformeerd over de aanwezigheid van surveillance op een computer systeem, maar ook over het feit dat de handeling die ze op het punt staan te begaan strafbaar is en welke straffen erop staan.
Waarschuwingsberichten kunnen effectief zijn, omdat ze de risico’s vergroten, door de anonimiteit van de dader te verminderen en deze te informeren over de strafbaarheid van het gedrag, waarmee zij ook bewustzijn creëren en excuses wegnemen. Dit schijnt beter te werken voor jeugdige daders die hun technische skills exploreren dan voor daders die gemotiveerd worden door de spanning.
Nog een andere vorm van online policing betreft de verstoring van criminele activiteiten. Om activiteiten te verstoren worden barrières opgeworpen in verschillende fases van de uitvoering van de cyberdelicten. Verstoring kan bv. plaatsvinden door de reputatie van kopers of illegale markten negatief te beïnvloeden door het achterlaten van negatieve feedback vanaf een groot aantal accounts (Sybil-aanval), door wantrouwen te creëren of door een server of markt offline te halen.
Verstoring kan de drempel of de kosten voor het plegen van cybercriminaliteit verhogen en bovendien leiden tot een betere online zichtbaarheid van de politie, wat de perceptie van het risico om gedetecteerd te worden vergroot.
Verstoring kan echter ook leiden tot een waterbedeffect, waarbij daders zich bv. verplaatsen naar andere forums of markten, zoals het geval leek te zijn na het offline halen van Silk Road.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorlichting op scholen is een andere preventieve interventie die aansluit bij de rationelekeuzebenadering. In hoeverre werkt het?

A

De voorlichtingen op scholen kunnen ingrijpen op de rationele keuze. Er worden lessen gegeven over correct computer- en internetgebruik, de regels van cyberspace, welk gedrag strafbaar is en de consequenties van delinquent gedrag op het internet. Hierbij is het belangrijk dat dit verder gaat dan het enkel stellen van regels over online gedrag, aangezien dergelijke regels niet altijd van invloed lijken te zijn op daderschap.
Uit de literatuur volgt dat bewustwording over de strafbaarheid van gedrag en de gevolgen ervan tot generale afschrikking onder jeugdigen kan leiden en mogelijke excuses kan wegnemen. Eventuele neveneffecten kunnen echter zijn dat de voorlichting juist nieuwsgierigheid opwerkt en jeugdigen op ideeën brengt. Zodoende zal een dergelijke voorlichting meer potentie hebben bij daders met drijfveren als interesse en nieuwsgierigheid en minder bij daders die op zoek zijn naar spanning of uitdaging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

RNR gaat ervan uit dat kale straffen niet werken om recidive terug te dringen. Daarom richt deze benadering zich op interventie die meestal in een strafrechtelijk kader worden opgelegd als voorwaarde bij een schorsing van voorlopige hechtenis, bij een voorwaardelijke veroordeling of een voorwaardelijke invrijheidstelling. Om te bepalen wat effectieve interventies zijn, gaat de RNR-benadering uit van een drietal beginselen. Welke en leg uit.

A
  • Het risicobeginsel: Dit houdt in dat de intensiteit van de straf of interventie moet aansluiten bij het risico op en de ernst van de recidive van de dader. Daarbij geldt dat hoe hoger het risico is om te recidiveren, hoe intensiever de interventie moet zijn.
  • Het behoeftenbeginsel: Dit houdt in dat de interventie zich specifiek moet richten op omstandigheden of gedrag dat potentieel veranderbaar is en direct gerelateerd is aan het delictgedrag. In eerste instantie richtte de benadering zich vooral op risicofactoren (criminogene behoeften) die moesten worden verminderd. Daarbij gaat het specifiek om dynamische risicofactoren, zoals een procriminele attitude, lage zelfcontrole en gebrek aan ouderlijk toezicht.
    Later ontstond steeds meer aandacht voor het inzetten en versterken van beschermende factoren in het individu of de omgeving van het individu, zoals een positief opvoedklimaat. Deze factoren kunnen in interventies actief worden ingezet om de effecten van de criminogene factoren te verminderen
  • Het responsiviteitsbeginsel: Dit veronderstelt dat de interventie rekening houdt met de vaardigheden, mogelijkheden en leerstijl van de dader. Bij responsiviteit spelen cognitieve en emotionele aspecten een rol en is motivatie voor gedragsverandering een belangrijke factor. In de RNR-bandering wordt een onderscheid gemaakt tussen algemene responsiviteit en specifieke responsiviteit. Daders zijn als het om gedragsverandering gaat in het algemeen responsief voor methoden die gebruikmaken van cognitieve gedragstherapie en sociaal leren. Specifiek: Daders verschillen in leerstijlen en capaciteiten en kunnen verschillende motivaties hebben voor delictgedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de interventies die aansluiten bij de RNR-benadering?

A
  • Versterken van cognitieve en sociale vaardigheden
  • Ombuigen van procriminele attitudes en vergroten bewustzijn strafbaarheid en schade
  • Behandelen van persoonlijke problematiek
  • Aanpassen van criminogene gelegenheidsfactoren
  • Hack_Right
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het versterken van de cognitieve en sociale vaardigheden is een interventie die aansluit bij de RNR-benadering. Hoezo werkt dit voor cyberdaders ook?

A

Recent persoonlijkheidsonderzoek suggereert dat cyberdaders lijken op traditionele daders in kenmerken die samenhangen met de algemene neiging tot het plegen van criminaliteit. Het gaat dan om aspecten als jezelf beter vinden dan anderen, minder snel angstig zijn en je niets aantrekken van de mening van anderen. Dit wijst erop dat bestaande interventies die zich hierop richten mogelijk ook effectief kunnen zijn bij cyberdaders. Er is een groep cyberdaders dat baat zal hebben bij interventies die gericht zijn op het versterken van de cognitieve en sociale vaardigheden, wanneer deze zijn aangepast op de context waarin cyberdelicten plaatsvinden. Cyberdaders hebben vaak een verstoord dag-nachtritme, daarnaast is er sprake van anonimiteit van dader en slachtoffer in de online context en is er een gebrekkig zicht op gevolgen van het gedrag. Dit zijn belangrijke risicofactoren voor cyberdelinquentie. Dit kan de sociale relaties offline bemoeilijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het ombuigen van procriminele attitudes en het vergroten van bewustzijn rondom strafbaarheid en schade is een interventie die aansluit bij de RNR-benadering. Wat zijn mogelijkheden om dit te doen?

A
  • Een procriminele attitude is een belangrijke criminogene factor waarop interventies zich moeten richten volgens de RNR-benadering. Het gaat om het aanpakken van de procriminele houding. De bewustwording van strafbaarheid en aangerichte schade moeten helpen om het neutraliseren van het eigen gedrag in te perken. Een voorbeeld hiervan is Tools4U.
  • Waar het gaat om de gebrekkige perceptie ten aanzien van schade en het slachtoffer, zouden interventies geschikt kunnen zijn die gericht zijn op het zich inleven in het slachtoffer, ook wel mentaliseren genoemd. Datzelfde geldt voor mediation tussen dader en slachtoffer, bv. in de vorm van een excuusbrief of herstelgesprek. Daardoor wordt de anonimiteit opgeheven en wordt er bijgedragen aan het besef van schade die is aangericht. Dit zou het inlevingsvermogen en moreel besef van de dader versterken en kan dus ook een rol spelen bij het ombuigen van een procriminele attitude. Dit wordt echter niet vaak toegepast bij cybercriminaliteit.
  • Gamification: Het aanleren van gepast online gedrag door middel van spelmechanismen, oftewel gaming. Dit soort spellen zou daders op een speelse en competitieve manier kunnen leren over goede en slechte manieren van hacken. Bovendien kunnen zij hierdoor waardevolle cyberveiligheidsvaardigheden leren, die ze op een prosociale manier leren toepassen.
17
Q

Wat houdt Tools4U in?

A

Dit is een interventie voor jongeren tussen de 12 en 23 jaar die sociale en cognitieve tekorten hebben, welke een rol hebben gespeeld bij het delict. Er wordt getracht deze tekorten te compenseren en protectieve factoren te versterken. Er is veel aandacht voor gemaakte keuzes en het gebruik van beter geïnformeerde kosten-batenafwegingen die aan de gemaakte keuzes ten grondslag liggen, door het herkennen van stress en boosheid, positieve communicatie en problemen kunnen oplossen.

18
Q

Ook re_BooTCMP is een interventie die past bij het ombuigen van procriminele attitudes en het vergroten van bewustzijn rondom strafbaarheid en schade. Wat houdt deze interventie in?

A

Dit is een interventie van de Nationale Politie en is bedoeld voor jongeren tussen de 12 en 25 jaar met interesse en vaardigheden op het gebied van ICT en de neiging om online de grens op te zoeken. Jongeren dienen een online assessment te maken om uitgenodigd te worden voor een eendaags evenement. Tijdens dit evenement worden jongeren aan de hand van presentaties en workshops verzorgd door depolitie, personen uit de cybersecurity- en gamingindustrie en ethisch hackers, onder andere geïnformeerd over enerzijds de risico’s en kansen van de online wereld, waaronder de grenzen van de wet en de gevolgen van cybercriminaliteit en anderzijds legale mogelijkheden voor het inzetten van hun talenten.

19
Q

Het behandelen van persoonlijke problematiek is een interventie die aansluit bij de RNR-benadering. Wat houdt dit in?

A

Ook cybercriminelen kunnen last hebben van specifieke problemen die bijdragen aan het risico op delictgedrag, zoals psychisch, relationele of financiële problemen of problemen thuis of op school. Het verhelpen ervan kan bijdragen aan het voorkomen van recidive. Hierbij valt te denken aan het leren omgaan met kenmerken van sociale onhandigheid en eenzaamheid, het begeleiden bij het vinden van een geschikte baan of opleiding en het vergroten van de ouderlijke rol inzake het toezicht houden op online gedrag.

20
Q

Het aanpassen van criminogene gelegenheidsfactoren is een interventie die aansluit bij de RNR-benadering. Wat houdt dit in?

A

Dit betreft interventies die restricties of controle opleggen op computer- of internetgebruik. Dit kan in de vorm van een verbod op het gebruik van computers of internet als bijzondere voorwaarde zijn. Zo’n verbod kan aanzet geven tot verandering in het gebruik van computers, vooral als het samengaat met behandeling of begeleiding door een hulpverlener of toezichthouder. Hoewel een dergelijke maatregel tijdelijk van aard is, kan deze dienen als een cooling down periode waarin de dader ook meer offlineactiviteiten gaat ondernemen, nieuwe offline relaties aangaat en zich realiseert dat er meer is dan alleen een leven achter het beeldscherm.

21
Q

Hack_Right is een interventie die aansluit bij de RNR-benadering. Wat houdt dit in?

A

Het OM en de politie hebben een interventie speciaal voor cyberdaders ontwikkeld, genaamd Hack_Right, die elementen uit de RNR-benadering en strength-based benadering combineert. Deze interventie is bedoeld voor first offenders van 12 tot 30 jaar die over bovengemiddelde ICT-skills beschikken. Het doel is dat deze vooral technologisch gedreven daders hun digitale vaardigheden op een positieve en legale manier leren inzetten, zodat zij meer kans hebben op een succesvolle toekomst en tegelijkertijd maatschappelijke schade wordt voorkomen. De interventie kan worden uitgevoerd als Halt-afdoening en als bijzonder voorwaarde bij alle strafmodaliteiten, onder toezicht van de reclassering of als leer/werkstraf bij de Raad voor de Kinderbescherming.

22
Q

Hack_Right kent vier programmaonderdelen die zich zowel op criminogene behoeften als op het versterken van de cybertalenten van de deelnemers richten. De onderdelen zijn:

A
  • Juridische en ethische grenzen: Hier leren daders wat online wel en niet strafbaar is en wat ethisch hacken inhoudt
  • Impactbesef, excuus en schadeherstel: Hierbij wordt aandacht besteed aan de gevolgen van het cyberdelict voor de slachtoffers en de dader zelf
  • Digitaal talent: De deelnemers krijgen inzicht in hun technische vaardigheden, ze krijgen mogelijkheden om deze op prosociale wijze te ontwikkelen, ze krijgen een toekomstperspectief in de cybersecuritysector en ze worden geïntroduceerd in de ethische hackersscene
  • Digitale weerbaarheid: Hierbij leren deelnemers hoe zij kunnen omgaan met de druk die online op hen wordt uitgeoefend en welke peers ondersteunend of juist risicovol zijn.
23
Q

Wat houdt de desistance-benadering in?

A

Volgens de desistance-benadering is het stoppen met criminaliteit meer dan het niet langer plegen van delicten. Het dient gepaard te gaan met een positieve verandering van identiteit, waardoor iemand gecommiteerd is om zich ook op de lange termijn aan de wet te houden. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen primaire, secundaire en tertiaire desistance.

Desistance kenmerkt zich door een natuurlijk, dynamisch proces dat, net als andere gedragsveranderingen, verloopt via ambivalentie en aarzeling, vallen en opstaan en hoop en wanhoop. De desistance-benadering focust zich op gebeurtenissen in de levenloop van delinquenten, waarmee veranderingen in identiteit, sociale rollen en toekomstperspectief gepaard gaan. Interventies dienen aan belangrijke levensloopgebeurtenissen en levensdoelen bij te dragen en hiervoor kansen te creëren; zodoende wordt van strength-based interventies gesproken. Het stoppen met delictgedrag dient dus samen te gaan met het ontwikkelen van een prosociale identiteit, alsook met externe mogelijkheden en kansen om aan deze veranderde identiteit uitdrukking te kunnen geven en een positieve toekomst te kunnen realiseren (hooks for change).

24
Q

Wat is het verschil tussen primaire, secundaire en tertiaire desistance?

A
  • Primaire desistance: een periode zonder recidive
  • Secundaire desistance: een verandering in de manier waarop de ex-delinquent tegen zichzelf aankijkt, oftewel het ondergaan van een identiteitstransformatie
  • Tertiaire desistance: de mate waarin de maatschappij de dader weer opneemt, waardoor de dader een sterkere sense of beloning krijgt
25
Q

Wat zijn de interventies die aansluiten bij de desistance-benadering?

A
  • Ethisch hacken
  • Rolmodellen
  • Talentontwikkeling
  • Carrièreperspectief
26
Q

Ethisch hacken is een interventie die aansluit bij de desistance-benadering. Wat houdt dit in?

A

Ethisch hacken houdt in dat onder bepaalde voorwaarden zoals geformuleerd in het Coordinated Vulnerability Disclosure (CVD)-beleid hacken is toegestaan om kwetsbaarheden in systemen aan het licht te brengen. Hiervoor dient het CVD-beleid natuurlijk wel voldoende bekend en duidelijk te zijn voor daders als het gaat om welke handelingen wel en niet strafbaar zijn, zodat daarover zo min mogelijk onzekerheid bestaat. In de praktijk blijkt dit lang niet altijd het geval te zijn, wat ertoe kan leiden dat daders besluiten kwetsbaarheden niet te melden. Om bij te dragen aan het proces van desistance zou ethisch hacken of CVD-beleid dus gebaseerd moeten zijn op beknopte regels en goede communicatie en daarnaast belonend moeten zijn. Belangrijke beloningen kunnen bestaan uit betrokkenheid bij het patchen van de kwetsbaarheid, status en erkenning en persoonlijke coaching en informatiedeling door ervaren hackers, wat kan bijdragen aan de ontwikkeling van vaardigheden.

27
Q

Coordinated Vulnerability Disclosure (CVD) biedt hackers de mogelijkheid om melding te maken van kwetsbaarheden in systemen. Waar is de bereidheid van jongeren van afhankelijk om kwetsbaarheden te melden?

A
  • De aanwezigheid, vormgeving en grenzen van CVD
  • De ernst van de kwetsbaarheid
  • De afhandeling van meldingen door organisaties
  • Waardering en status voor het doen van meldingen
28
Q

Wat zijn de problemen met betrekking tot het CVD-beleid?

A
  • Hackers kunnen de regels als onduidelijk of onrechtvaardig ervaren
  • Hackers lopen nog steeds het risico op juridische gevolgen, omdat er vooraf geen garantie wordt gegeven dat ze niet zullen worden vervolgend
  • Meldingen zijn vaak erg tijdrovend of veeleisend.

Van de kant van de organisatie kan er sprake zijn van:
- Gebrek aan communicatie
- Ontkenning van het bestaan van de kwetsbaarheid
- Een vertraagde reactie over het proces van onderzoeken en herstellen (patching) van de kwetsbaarheid of onwil om de kwetsbaarheid openbaar te maken

29
Q

Wat zijn de positieve kanten van ethisch hacken?

A
  • Het kan een bijdrage leveren aan het vergroten van internetveiligheid doordat melding wordt gemaakt van kwetsbaarheden
  • Ethisch hacken stimuleert de ontwikkeling van creativiteit en technische vaardigheden
  • Online normen en grenzen worden duidelijk, waardoor de behoefte aan uitdaging op een prosociale wijze kan worden ingezet
  • Samenwerking en wederzijds vertrouwen tussen hackers en politie en justitie neemt toe, evenals de zelfregulatie onder hackers.
30
Q

Rolmodellen is een interventie die aansluit bij de desistance-benadering. Wat houdt dit in?

A

Rolmodellen of coaches kunnen in het desistance-proces van belang zijn, enerzijds door cyberdaders een voorbeeld te bieden en hen uit te dagen in het ontplooien van hun talent op een prosociale wijze, anderzijds door het geven van erkenning, waarmee de eigenwaarde en prosociale identiteit kunnen groeien. Bovendien betreffen rolmodellen belangrijke personen om zich aan vast te houden in het proces van stoppen met criminaliteit nu dit proces zich immers niet van de ene op andere dag voltrekt en via ups en downs verloopt

31
Q

Talentontwikkeling is een interventie die aansluit bij de desistance-benadering. Wat houdt dit in?

A

Bij het ontwikkelen van technisch talent en erkenning van prestaties kunnen hackwedstrijden een belangrijke rol spelen. Dit wordt ook wel een hack-in-contest of hackathon genoemd. Hoewel hackwedstrijden niet als zodanig zijn ontwikkeld, kunnen zij als preventieve interventie worden aangemerkt, vanwege de bijdrage die zij kunnen leveren aan het ontwikkelen van prosociale attitudes en relaties evenals een prosociale identiteit. Het gaat om wedstrijden waarbij hackers op verzoek systemen hacken, vaak door private partijen gesponsord.
Voor cyberdaders voor wie erkenning en uitdaging belangrijke drijfveren zijn, zouden dit soort wedstrijden een alternatief kunnen bieden voor het plegen van cybercriminaliteit. Verder kunnen zij een effectieve bijdrage leveren aan relaties tussen hackers en professionals op het gebied van handhaving en cybersecurity.

32
Q

Carrièreperspectief is een interventie die aansluit bij de desistance-benadering. Wat houdt dit in?

A

Er kunnen problemen spelen rondom het afmaken van een opleiding, het vinden van werken of schulden, maar deze factoren worden niet aangemerkt als factoren die verband houden met delictgedrag. Toch kunenn bestaande interventies bijdragen aan het creëren van succeservaringen op deze gebieden, evenals het versterken van protectieve factoren, wat nauw aansluit bij de strength-based benadering. Het bieden van baankansen wordt gezien als een belangrijk element in het desistance-proces. Zo heeft de politie speciale websites opgezet waar hackers uitgedaagd worden hun vaardigheden te testen om te zien of zij wellicht kunnen komen werken bij de digitale recherche. Hiermee wordt de kans gecreëerd to desist into something.