HC5: Anatomie borstwand en longen Flashcards

1
Q

Welke functies heeft de thoraxwand?

A
  • Ademhaling
  • Bescherming
  • Passages
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voor welke beweging zorgt de mm. intercostales externi/interni?

A

mm. intercostales externi: inademen
mm. intercostales interni: actief uitademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de thoraxwand?

A

12 ribben, sternum, diafragma, columna vertebralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je inademen?

A

1) mm. intercostales externi spannen aan en het diafragma plat af
2) volumevergroting van de longen
3) Er ontstaat een onderdruk in de longen (druk is lager dan atmosferische druk)
4) Er word lucht aangezogen naar binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe word inademing ook wel genoemd?

A

inspiratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt uitademing ook wel genoemd?

A

expiratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je uitademen?

A

1) terug bolling van het diafragma + terug zakken van ribben + sternum
2) volumeverkleining
3) lucht naar buiten geperst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een vaatzenuwstreng en waar zit die van de rib?

A

Een vene, arterie en zenuw bundeltje.
Hij zit onder de rib

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe komt het dat de krachten die de mm. intercostales uitvoeren voor een beweging zorgen?

A

Ze hebben beide een schuine ligging.

Het moment van de onderste rib is groter dan de bovenste rib bij de mm. intercostales externi. De arm is namelijk groter (kracht is hetzelfde). Hierdoor gaat de onderste rib naar boven.

De arm bij mm. intercostales interni is bij de bovenste rib groter. Hierdoor is het moment van de bovenste rib groter en gaat het geheel naar beneden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan je koppel (moment) berekenen?

A

Koppel (moment) = kracht x arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke structuren worden er allemaal beschermd door de thoraxwand?

A

trachea, oesophagus, milt, nieren, bovenste deel maag en lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke twee grote passages vorm de thorax?

A

de bovenste thoraxapertuur
de onderste thoraxapertuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor word de bovenste thoraxapertuur ingesloten?

A

Door vertebra Th1, costa I en het manubrium van het sternum.
De apex van het linker en rechter long vormen zijkanten met daartussen:
- oesophagus
- trachea
- grote vaten
- zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke zenuwen komen uit de bovenste apertuur?

A

n. phrenicus (innerveert pericard en diafragma)

n. vagus (n. X) (innerveert o.a. tractus digestives en onderste deel larynx)

n. truncus sympthicus (innerveert hoofd/hals gebieden, maar ook allerlei onderdelen in lichaam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doet de n. phrenicus?

A

innerveert diafragma (uit plexus cervicales)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verloop van de n. recurrens laryngeus?

A

het is een aftakkinng van de n. vagus
hij loopt aan de linkerkant om de aorta
en stijgt weer op naar de larynx

17
Q

Waardoor word de onderste thoraxapertuur begrensd?

A

Door het diafragma

18
Q

Waar dienen de formen voor in het diafragma?

A
  • foramen venae cavae: doorgang voor v. cava
  • een doorgang voor oesophagus
  • een doorgang voor aorta
19
Q

Waarom is het handig dat er geen spieren om de v. cava zit bij het diafragma?

A

v. cava heeft al moeite om bloed terug te laten stromen naar het hart (het is een vene).
Als er spieren omheen zouden zitten zou het terugstromen van het bloed bij elke inademing tegen gewerkt worden

20
Q

Hoe heet de dubbelwandige zak dit om de longen heen zit?

A

pleura

21
Q

Uit welke lagen bestaat de pleura?

A

pariëtale laag
viscerale laag

22
Q

Wat is een hilum?

A

Dit is de plek waar de longen vouwen en er een apertuur is waar de bronchiën, venen en arteriën de longen in gaan.

23
Q

Welke twee ruimtes bevinden zich rondom de longen?

A

(1) recessus costomediastinalis)
2) recessus costodiaphragmaticus (tussen diafragma en ribbenkast)

Hier kan vocht in lekken als L ventrikel niet goed werkt of als het uit de longen sijpelt

24
Q

Waaruit bestaan de longen?

A

De pulmo dexter (3 lobi) en de pulmo sinsiter (2 lobi)