Hc.4 Pat. Nieren+urinewegen Flashcards

1
Q

Oorzaken acute prerenale nierinsuf.

A

Hypotensie, Dehydratie, Nierarterie afsluiting, dubbelzijds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nierstenen

SBC

A

Nierkelken/nierbeken S. Chronische flankenpijn, UWI
Urether S. Koliekende flankenpijn, Liespijn, M&B

B. Pijnstilling (+parasympaticolyticum)

C. Infectie, hydronefrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

UWI

OSC

A

Ontsteking slijmvlies urinewegen

S. Polyurie, dysurie, , heaturie, buik/rugklachten

C. Pylonefritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hemodialyse
Doel
Hoe vaak
Aanpassingen leven

A

Afvalstoffen uit bloed halen

3x 4u. per week
Vochtbeperking 500-1000 ml/dag
Dieet aanpassing
Medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Peritoneaal dialyse

A

Peritoneum als filter afvalstoffen
Continue ambulante peritoneaal dialise (4x per dag spoelen)
Automatische peritoniaal dialyse (‘s nachts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functies van de nier

6

A
Uitscheiding afvalstoffen
Vochtuitscheiding
Elektrolytenbalans
Zuur-base evenwicht
EPOproductie
Calcium-fosfaat huishouding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Urotheelcelcarcinoom

SDB

A

S. Hematurie (enge klacht)

D. Cystoscopie

B. Blaasspoelen, transurethrale resectie, Radicale cystectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Grawits-tumor

SB

A

Niercelcarcinoom

S. Hematurie, flankpijn, vermoeid, afvallen

B. Palliatieve chemo, chirurgische interventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaken acute postrenale nierinsuf.

A

Obstructie urinewegen; Stenen, Rtentie of compressie van buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oorzaken acute renale nierinsuf.

A

AI ziekten
Trombo-emboliën, cholesterol
Antibiotica, anesthesie, myoglobine of röntgencontrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorzaken chronische nierinsuf.

A

Renaal; Aandoeningen glumerulus, vasulaire afwijking, aageboren afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen nierinsuf,

A
Retentie uruem/Kreatinine
Retentie vocht
Hyperkaliemie
Metabole acidose
(Anemie, Hypocalcieemie, hyperfosfatemie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Symptomen nierinsuf.

A
Anurie/Olugurie
Moe, anorexie
Dyspnoe
Oedeem
Spierzwakte (hartritmestoornissen)
Kussmaulse ademhaling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling nierinsuf.

A
Oorzaak wegnemen/behandelen
Ondersteunen nierfunctie (optimalisatie bloeddruk en geen nefrotoxische medicatie)
Elektrolyten corrigeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cystitis

SD

A

S. Pijn onderbuik, dysurie, pollakisurie, hematurie

D. urinesediment + kweek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pylonefritis (nierbekenontsteking)

SD

A

S. Koorts, flankenpijn, Hematurie, Pijn onderbuik, dysurie, pollakisurie, hematurie

D. Urinesediment + kweek, bloedkweek