Hc.2 AF Nieren 1 Flashcards

1
Q

Glomulaire filtratie
Waar
Hoe
Stimulatie

A

In Glumerulus
Uit bloed via poriën
Hoeveelheid bepaald door glumulaire filtratiedruk (kwaliteit en kwantiteit poriën)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fysiologie nier Actieve afgifte

A

In nierbuizen

O.I.V. Hornomen en ionconcentraties in bloed en urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fysiologie nier Terugresorptie

A

80% in prox. tubulus controtus

Via diffusie, osmode en dragerstoffen

Water, Aminozuren en Opgeloste glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ADH

effect

A

Vasoconstrictie

Waterretentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aldosteron

effect

A

Waterretentie

Natriumretentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

JuxtaGlomulaireComplex
wat
functie

A

Nabij glomulaire complex

Renine afgifte (bij laag RR)
EPO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Renine
Stimulatie
Gevolg

A

Afgifte bij afname glomulaire filtratiedruk

Verhoogd bloedvolume
Verhoogt RR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kreatinine
Aanmaak
Resorptie

A
Afbraakproduct spierweefsel (hoger bij jongeren/meer spieren)
Volledige filtratie, NIET teruggeresorbeerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ureum
Aanmaak
Resorptie

A

Afbraak aminozuren in lever

Volledige filtratie, NIET teruggeresobeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Niet aanwezig in urine

A
Erytrocyten
Leukocyten
Bacteriën
Eiwitten
Glucose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Passering Poriën Glomerulus

A

Water
Natrium
Fosfaat
Kreatinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly