HC.4 ionkanalen en hartpotentialen Flashcards
karakteristieken onderdelen ECG
- P top: depolarisatie atria
- een delay (tussen P en Q) in de prikkeloverdracht van atria op ventrikels via de AV-knoop
- QRS complex: depolarisatie septum en ventrikels
- R top: depolarisatie ventriculaire hartspiercel
- T top: repolarisatie ventrikels en ventriculaire hartspiercellen
Waarin verschilt het actiepotentiaal in elk celtype?
- tijdsduur
- rustmembraanpotentiaal (hoogte, stabiel/oplopend)
- soort ionkanalen (soort ion)
- voltage-afhankelijkheid (drempel)
- snelheid van (in)activatie
Hoe werkt een actiepotentiaal in een zenuw-/skeletspiercel?
1) Een actiepotentiaal komt tot stand bij een verhoging van de membraanpotentiaal.
2) Zodra de depolarisatie boven een bepaalde drempelwaarde uitkomt, worden voltage-gevoelige ionkanelen geopend: de natriumkanalen gaan openstaan en natrium stroomt de cel in.
3) De membraanpotentiaal wordt steeds minder negatief en slaat om naar sterk positef.
4) Kaliumkanalen gaan vervolgens (na een korte delay) ook open. Kalium gaat de cel uit waardoor de membraanpotentiaal daalt naar de rustmembraanpotentiaal.
5) De natriumkanalen sluiten, waarna de kaliumkanalen ook sluiten. Door een korte delay van de kaliumkanalen daalt de membraanpotentiaal onder de rustmembraanpotentiaal.
6) De refractaire periode komt overeen met de re-activatiefase van de natriumkanalen.
Hoe werkt een actiepotentiaal in een hartspiercel?
1) Als de membraanpotentiaal boven een bepaalde dremeplwaarde uitkomt, gaan de natriumkanalen open.
2) De natriumkanelen gaan snel weer dicht, maar ondertussen zijn de calciumkanalen ook open gaan staan.
3) Hierdoor wordt de membraan gedurende langere tijd gedepolariseerd.
4) Als de calciumkanalen ook sluiten zorgen de kaliumkanalen er weer voor dat de membraanpotentiaal weer gaat dalen.
opbouw kanaaleiwitten
Het is opgebouwd uit 24 transmembraan helices. Deze alfa-helices vormen vier setjes van zes helices, met middenin een voltage-sensor: de S4-helix. Deze is positief geladen en zal richting het negatief geladen gedeelte keren. Dat houdt in dat deze bij de cel in rust richting de intracellulaire zijde van het membraan staat en tijdens depolarisatie richting de extracellulaire zijde.
werking kanaaleiwitten
De bouw van het eiwit maakt dat wanneer de S4-helices richting extracellulaire zijde gericht staan het kanaal zich opent. De sluiting van het kanaal wordt in gang gezet door een los segment dat zich na een bepaalde tijd in het kanaal vastzet en zo de doorgang verhinderd. In een ionkanaal is er achtereenvolgens sprake van opening, inactivatie en reactivatie.
soorten pacemakercellen
- SA-knoop
- AV-knoop
- purkinjevezels
- Deze hebben een verschillend ritme, die van de SA-knoop is het hoogst en bepaald dus de frequentie van de hartslag.
Waardoor loopt het membraanpotentiaal langzaam op tot de drempelwaarde tussen de actiepotentialen in?
Door de funny current (Na-kanalen) en T-type Ca-kanalen. De plateaufase wordt veroorzaakt door L-type Ca-kanalen.
functie parasympaticus hart
remming van de If, stimulatie van Ik en remming van ICa, de hartfrequentie neemt af
functie sympathicus hart
stimulatie van de If, remming van Ik en stimulatie van ICa, de hartfrequentie neemt toe
hyperkaliëmie
Een verhoging van de extracellulaire [K+]. Dit kan leiden tot spier tetanus, hartritmestoornissen of een hartstilstand.
hypokaliëmie
Een verlaging van de extracellulaire [K+]. Dit kan leiden tot spierzwakte of hartritmestoornissen.