HC.10 inleiding farmacotherapie Flashcards
1
Q
geneesmiddel
A
Een substantie of samenstelling van substanties, die bestemd is om te worden toegediend of geschikt is voor:
- het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens
- het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens
- het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologische functies bij de mens door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen
2
Q
number needed to treat
A
hoeveel mensen je moet behandelen om één geval te voorkomen/helpen