HC.4; Curatieve en palliatieve chirurgische oncologie Flashcards

1
Q

Chirurgische oncologie

A

Chirurgie = het snijdende deel van de kankerbehandeling
Het merendeel van de genezing van (solide) kankerpatiënten wordt bewerkstelligd door chirurgie
Steeds meer kankerpatiënten genezen door een gecombineerde behandeling
- Chemo / radiotherapie
- Immunotherapie
- Signaaltransductie
- Hormonale therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Operabiliteit

A

Een patiënt is operabel: er zijn geen medische contra-indicaties tegen een operatieve ingreep
Niet operabel: patiënt is niet in staat een operatie te ondergaan
Diagnose i.c.m. nevendiagnose bepalen samen de operabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Resectabiliteit

A

Een tumor is resectabel
Niet resectabel: de tumor is technisch niet verwijderbaar
Niet afhankelijk van fitheid van de patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In opzet curatieve ingreep

A

Tumor is radicaal verwijderd (volgens de daartoe geldende richtlijnen)
Er is geen ziekte achtergebleven
Metastasen op afstand
Irradicale resectie: R1(microscopisch) R2 (macroscopisch)
Er is KANS op volledige genezing: geen absolute genezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Neo-adjuvant

A

Chemo / radiotherapie voor een operatie
Primair resectabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Inductie

A

Chemotherapie voorafgaand aan eventuele operatie
Primair niet resectabel
Primair niet curatief met operatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Adjuvant

A

Chemotherapie na de operatie
Naar aanleiding van definitieve PA-uitslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorwaarden curatieve chirurgie

A

Kennis biologisch gedrag primaire tumor
Radicale resectie primaire tumor mogelijk
Meenemen van regionale lymfeklieren
Relatief kleine kans op morbiditeit en mortaliteit
Aandacht voor behoud van functie
Aandacht voor behoud van cosmetiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Palliatieve chirurgie

A

Behandeling uitgebreide niet curabele ziekten
Medicatie/interventie ter verlichting klachten
Chemotherapie
Radiotherapie bij lokale klachten
Interventie
- Radiologisch
- Endoscopisch
- Chirurgisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorwaarden palliatieve chirurgie

A

Goede kans dat chirurgie klacht verhelpt
Kleine kans op morbiditeit en mortaliteit
Kennis biologisch gedrag tumor: levensverwachting
Aandacht voor behoud van functie/cosmetiek
Verlenging van het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Palliatieve klachten

A

Pijn
Problemen met de stoelgang
Braken / mechanische klachten
Stank
Dreigende fracturen
Jeuk
Bloedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly