HC4 Flashcards
Persoonlijkheid
Het geheel van gedragingen,
gedachten en gevoelens dat een zekere mate van stabiliteit gedurende
de levensloop vertoont en in verschillende situaties en episodes gelijk
blijft.
Temperament
Basale persoonlijkheidsfactoren die interacteren met de omgeving.
flegmatische (rustig, kalm, sloom)
cholerische (snel, driftig)
melancholische (verdrietig, onvervuld verlangen)
sanguinische (vurig, energieke)
Persoonlijkheidstesten
Gaan over vrij algemene trekken die de meeste mensen ervaren/hebben. Algemeen profiel opstellen over hoe iemand in elkaar zit.
Beschrijvende/structurele diagnostiek
Mengeling psychopathologie, geïnteresseerd in minder positieve eigenschappen.
Model Eysinck
Neuroticisme, psychoticisme & extraversie
Big Five
Extraversie vs Introvert Agreeableness vs antagonism Conscientiousness vs lack of direction Neuroticism vs emotional stability Openness to experience vs closedness
Roos van Leary
Gedrag wat wordt aangestuurd door hoe je als persoon in elkaar zit. Uitgegaan van actie en reactie. Menselijk gedrag verloopt grofweg over 2 assen (samen of tegen as)/ agressie of liefde as/ boven of onder as (dominantie/afhankelijkheid). Is naast dagelijks leven ook interessant in klinische praktijk.
Schematherapie
Ontwikkelt voor persoonlijkheidsstoornissen.
• Uitgangspunt: universele emotionele behoeften van een mens
• correctieve emotionele ervaringen opdoen en ontwikkelen van meer
adaptieve manieren om behoeften vervuld te krijgen
Schemadomeinen
- Onverbondenheid en afwijzing • Verzwakte autonomie en verzwakt functioneren • Verzwakte grenzen • Gerichtheid op anderen • Overmatige waakzaamheid en inhibitie
Basisbehoeften
- Veilige hechting aan anderen
- Autonomie, competentie en identiteitsgevoel
- Zelfexpressie
- Spontaniteit en spel
- Realistische grenzen