HC.3 - Longfunctie en intersitiële afwijkingen Flashcards

1
Q

In welke drie groepen kunnen we de oorzaken van een restrictief syndroom indelen?

A
1. intrinsieke oorzaken
(-interstitiele fibrose
-hartfalen met oedeem
-pneumonie
-tuberculose
-longfibrose door stralings- of chemotherapie
-pneumothorax)
2. extrinsieke oorzaken
(-kyphoscoliose
-extreem overgewicht
-zwangerschap
-RIP in abdomen
-pijn bij inspiratie)
3. neuromusculaire oorzaken
(-diafragma paralyse 
-spierdystrofie
-poliomyelitis
-algemene spierzwakte)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zie je aan de parameters bij een obstructieve longfunctie-stoornis?

A
  • FEV1 verlaagd

- tiffeneau verlaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zie je aan de parameters bij een restrictieve longfunctie-stoornis?

A
  • FEV1 verlaagd

- tiffeneau normaal of licht verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zegt de TLCO iets over?

A

de oppervlakte (A) en dikte membraan (T)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de Krogh factor (KCO) of transfer coefficient? Waar geeft de KCO informatie over?

A

KCO = TLCO / Va

KCO geeft meer informatie over dikte membraan (T)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de totale adem arbeid?

A

totale arbeid= stromings arbeid + elastische arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurd er met de arbeid bij longfibrose? Wat is het gevolg?

A

elastische arbeid gaat omhoog, stromingsarbeid blijft hetzelfde
Het gevolg is dat de patiënt ondiep gaat ademhalen, Vt↓. AMV moet constant blijven dus ademfrequentie gaat omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly