HC.2 het autonome zenuwstelsel Flashcards
autonome zenuwstelsel
Functioneert grotendeels buiten invloed van de wil. Wordt ook wel vegetatief zenuwstelsel genoemd
functie vegetatief zenuwstelsel
Ondersteuning van anabole functies (zoals groei en herstel van weefsel) en katabole functies (zoals de fight-or-flight reponse)
subsystemen autonome zenuwstelsel
- parasympatisch systeem (efferent)
- sympathisch systeem (efferent)
- plexus entericus (zenuwstelsel van de darmen)
verloop netwerk voor vegetatieve functies
De afferente informatie gaat via de 9e en 10e hersenzenuw naar de nucleus tractus solitarii en wordt vanaf daar verdeeld naar onder andere de hypothalamus. Deze stuurt vervolgens weer efferente informatie richting de eindorganen
stappen reflexen
- input (sensorische prikkel)
- verwerking (integratie)
- output (spieractiviteit, secretie)
parasympathisch zenuwstelsel
Dit systeem gebruikt acetylcholine als belangrijkste neurotransmitter. Acetylcholine wordt gemaakt uit choline. Choline wordt onder invloed van acetyl CoA door choline acetyltransferase (CAT) omgezet in acetylcholine. Acetylcholine wordt vervoerd in vesicles, die acetylcholine kunnen afgeven in de synapsspleet. Acetylcholine kan binden aan nicotine (ligand gestuurde ionkanalen) en muscarine (G-eiwit gekoppelde) receptoren. Preganglionaire vezels gebruiken acetylcholine als neurotransmitter, wat bindt aan nicotine receptoren. Postganglionaire vezels gebruiken ook acetylcholine als neurotransmitter, wat bindt aan muscarine-receptoren. In de synapsspleet wordt acetylcholine afgebroken door acetylcholinesterase naar choline. Choline kan dus weer worden gebruikt om acetylcholine te maken.
sympathisch zenuwstelsel
Dit systeem gebruikt ook acetylcholine, maar alleen de preganglionaire neuronen doen dit. Acetylcholine bindt in het ganglion aan de nicotine receptoren (net als bij het parasympatisch systeem). Vervolgens gebruikt het postganglionaire neuron voornamelijk (nor)adrenaline. Deze neurotransmitter bindt aan α- en β-receptoren. Adrenaline wordt aangemaakt door chrommaffiene cellen in de bijnier en wordt afgegeven aan het bloed. Noradrenaline wordt gevormd uit tyrosine. Eerst wordt daar dopa en dopamine van gevormd en deze kan vervolgens door dopamine β-hydroxylase omgezet worden in noradrenaline en worden afgegeven in de synapsspleet. Noradrenaline kan middels transporters worden heropgenomen.
typen acetylcholinereceptoren
- Nicotine receptoren: Ligand gestuurd ionkanalen met als belangrijkste agonisten nicotine en acetylcholine. Bij activatie gaat het ionkanaal open en stroomt natrium naar binnen en depolariseert de cel.
- Muscarine receptoren: G-gekoppelde receptoren met als belangrijkste agonisten muscarine en acetylcholine. Deze receptoren werken middels second messengers die vervolgens de kalium ionkanalen kunnen activeren en hyperpolarisatie in gang kunnen zetten.
pupilreflex
Als eerste wordt de prikkel (licht) waargenomen en gaat via de retina naar de ganglioncellen. Vanuit daar gaat het naar de thalamus en schakelt het over op de pretectal nucleus in het hoger gelegen gedeelte van de hersenstam. Het signaal wordt vervolgens doorgegeven naar de Edinger-Westphal nucleus. Als laatste verloopt de verwerking via de n. oculomotorius naar de pupil, waarna er contractie van de m. sphincter pupillae plaats zal vinden na het overschakelen van preganglionair naar postganglionair in de ganglia ciliare. Zo zal er minder licht op vallen op de retina.
parasympatische pupilreflex
- miose: pupilvernauwing die verloopt via de m. sphincter pupillae
- accomodatie: voor goed zicht voor dichtbij gelegen voorwerpen, door vernauwing via de m. ciliaris
- convergentie: voor beter zien van dichtbij
sympatische pupilreflex
- mydriase: pupilverwijding om meer licht op te nemen, verwijding via de m. dilatator pupillae
functie parasympatische systeem
- vasodilaterend respons
- verlaging hartfrequentie
functie sympathische systeem
- vasoconstrictief respons
- verhoging hartfrequentie
- verhoging contractiekracht
- activatie zweetklieren
co-transmissie
Als er in vesicles meerdere neurotransmitters/stoffen zitten.
co-transmissie in sympathische systeem van noradrenaline, neuropeptide Y en ATP
ATP kan binden aan een purine receptor (ligand gestuurd ionkanaal). Dit kan leiden tot snelle depolarisatie door natrium en calcium. Dit leidt vervolgens tot de opening van calciumkanalen. Noradrenaline werkt iets trager en bindt aan de noradrenerge receptor die vervolgens via second messengers (IP3) de receptor op het ER kan activeren. Deze maakt extra calcium vrij. Tenslotte kan het neuropeptide Y ook binden aan een G-eiwit gekoppelde receptor, wat ook leidt tot een verhoogde intracellulaire calciumconcentratie. Door de verschillen in snelheid (eerst ATP, dan noradrenaline en tenslotte neuropeptide Y) ontstaat er een langer durende respons.