HC.2 Dysfagie (incompleet) Flashcards

1
Q

In welke drie fases kan je het stikproces indelen?

A

De orale, faryngeale en oesofagiale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke voortstuwende functies zijn er en door welk onderdeel van de t. digestivus wordt dit geregeld

A
  1. farynx, voedselbrij richting slokdarm
  2. bovenste slokdarmsfincter, poortwachter slokdarm
  3. slokdarm, transport bolus naar maag
  4. onderste slokdarmsfincter, poortwachter maag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke beschermende functies zijn er en door welk onderdeel van de t. digestivus wordt dit geregeld

A
  1. bovenste slokdarmsfincter, beschermt luchtpijp tegen voedsel en maagsapreflux
  2. slokdarm, verwijdert reflux materiaal
  3. onderste slokdarmsfincter, beschermt slokdarm tegen maagsap reflux
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe worden deze peristaltische golven opgewekt en gecoördineerd?

A

Door het autonome zenuwstelsel: enterisch zenuwstelsel (100 miljoen zenuwcellen). Bevinden zich in submucosa en tussen longitudinale en circulaire spieren in. Auerbach en Meissner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zijn de enterische zenuwcellen te vinden?

A

In twee plexussen: De een is in de auerbach plexus en die zit tussen de longitudinale spieren en de circulaire spieren. Deze kan men vinden van de slokdarm tot en met het rectum. Ook zijn er meissner plexus en die zitten in de dunne en dikke darm en zijn gelokaliseerd in de submucosa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt peristaltiek?

A

De longitudinale spiercellen voor de bolus gaan relaxeren
De circulaire spiercellen voor de bolus gaan samentrekken
De circulaire spiercellen na de bolus gaan relaxeren
De longitudinale spiercellen na de bolus gaan samentrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt in de gaten gehouden door myenterische neuronen?

A
  1. Rekking van de spieren
  2. de pH
  3. de osmolaliteit
  4. Mechanische stimulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarmee zijn interneuronen die gestimuleerd worden door myenterische neuronen verbonden?

A
  1. Gladde spieren
  2. Sekretorische cellen
  3. Submucosale endocriene cellen
  4. Bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is dysfagie

A

Problemen met slikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de oorzaken van dysfagie

A
  1. Maligne/benigne slokdarmtumor
  2. Ontsteking
  3. Extra-oesofageale tumor
  4. Hiatus hernia
  5. Stricturen
  6. Divertikel (hoog-laag)
  7. Motiliteitsstoornis
  8. Neuromusculair/ systemisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan er gevonden worden bij de anamnese van een patiënt met dysfagie?

A
  • Pijn en odynofagie
  • Bloed opspuwen
  • Hoelang geleden begonnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gaat er mis bij achalasie?

A

De zenuwcellen die stikstofmonoxide afgeven en die zorgen voor ontspanning, functioneren niet goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is achalasie?

A

Achalasie is een aandoening waarbij de slokdarm niet goed kan ontspannen, wat leidt tot problemen met de peristaltiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke behandelingen zijn er voor achalasie?

A
  1. Medicijnen (bijv calciumblokker) echter geen langdurig effect.
  2. Kapotscheuren van spier dmv ballon
  3. Myotomie (=insnijden v/d spier)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het nadeel van het deserteren van de gehele kringspier? Hoe wordt dit opgelost?

A

Het nadeel is dat die kringspier open staat en er reflux kan optreden. Om dit te compenseren zorgt men ervoor dat een deel van de fundus van de maag om de slokdarm heen wordt gedraaid, zodat men weer een soort externe druk krijgt om die sphincter weer een beetje terug te geven/ na te bootsen. Hiermee voorkomt men dat patiënten enorm veel last hebben van reflux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly