HC.10: Embryogenese hart en vaatstelsel Flashcards
Bloedeilandjes
De vorming van bloedvaten en bloedcellen begint in het extra-embryonaal mesoderm van de dooierzak met de vorming van bloedeilandjes
Rode bloedcelvorming
De plaats waar rode bloedcellen worden gemaakt, verandert tijdens de embryonale en foetale ontwikkeling
Dooierzak –> AGM (gebied rond de dorsale aorta) –> Placenta –> Lever –> Milt –> Beenmerg
Bloedvaten vormen
Vasculogenese: ontstaan van bloedvaatjes via de vorming van bloedeilandjes, waaruit endotheel blaasjes ontstaan die vervolgens fuseren tot vaatjes
Angiogenese: uitgroei van nieuwe vaatjes vanuit bestaande vaatjes
VEGF
VEGF en VEGF-receptoren spelen een essentiële rol in vasculogenese en angiogenese. Muizenembryo’s die door een mutatie het VEGF eiwit niet meer maken, ontwikkelen geen bloedeilandjes en bloedvaten
Verschillen tussen arteriën en venen
Er ontstaan vroege verschillen in endotheelcellen voor arteriëren en venen door verschillende signalen. Angioblasten vormen ook lymfevaten in aanwezigheid van de transcriptiefactor Prox 1
Extra-embryonale vaatselsels
Naar de dooierzak: de venae vitellina en arteriae vitellina
Naar de placenta: de venae umbilicalis en arteriae umbilicalis
Embryonale structuren in de lever
Uit de venae vitellinae onstaat de vena portae.
In de lever ontstaat de ductus venosus. Dit is een tijdelijke verbinding tussen de vena umbilicalis en de vena cava, die ervoor zorgt dat het voedsel en zuurstofrijke bloed van de placenta niet eerst door het veneuze vaatbed van de lever moet.
Problemen bij de ontwikkeling van serieel naar een parallel systeem
Het hart ontwikkelt van een buisvormige structuur waarin de verschillende hartcomponenten serieel zijn gerangschikt tot een 4 kamer hart met twee parallelle bloedsomlopen. De meeste aangeboren hartafwijkingen zijn het gevolg van de transformatie van een serieel naar een parallel systeem:
- Verstoring van septatie (scheiding)
- Verkeerde aansluiting