HC.4: Bloed en bloedcelvorming Flashcards
Functie van bloed
Transport van moleculen en cellen t.b.v. homeostase
Homeostase
Vermogen van een organisme om het interne milieu constant te houden
Veranderingen in interne milieu
Voeding en afval
pH, osmotische druk, temperatuur
Interne communicatie
Invloeden van buitenaf
Samenstelling van bloed
Plasma
Cellen
- Erytrocyten
- Trombocyten
- Leukocyten
Serum = plasma - stollingsfactoren
Bloedeiwitten
Albumine: universeel transport eiwit
a-globulinen: o.a. enzym-inhibitoren, transport eiwitten
B-globulinen: o.a. transferrine, LDL
y-globulinen: immunoglobulinen
Functie erytrocyten
Rode bloedcellen
Functie: gaswisseling
Bloedgroepen
Antigeen: bloedgroepen bevatten hetzelfde antigeen als de bloedgroep
Antistof: bloedgroepen bevatten de antistof tegengesteld aan het antigeen
Functie trombocyten
Bloedplaatjes
Functie: bloedstolling
Bloedstolling
- Hechting van trombocyten aan beschadigde vaatwand
- Activatie van de stollingscascade
- Protombine –> trombine
- firbrinogeen –> fibrine
Functie leukocyten
Witte bloedcellen
Functie: oproepkrachten tegen infectie
Neutrofiele granulocyten
Acute reactie op ontstekingsprikkel
Fagocytose en doden van bacteriën
Eosinofiele granulocyten
Anti-parasitaire infectie
Allergische reactie
Remming van acute ontsteking
Internalisatie AG-AB complexen
Basofiele granulocyten
Lijken op mestcel in bindweefsel
IgE respons –> histamine –> vasodilatie
Chemotaxie van neutrofiele en eosinofiele granulocyten
Kleine lymfocyten
Niet geactiveerde B- en T-cellen
Recirculeert: bloed –> lymfeklier –> lymfe –> bloed
Grote lymfocyten
Geactiveerde B- en T-cellen
Migreert van lymfeklier naar plaats van ontsteking