HC1 - Renaissance: Herontdekking van klassieken Flashcards

1
Q

Van wanneer tot waneer duurt de Vroegmoderne tijd?

A

ca. 1400-1800

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn thema’s die centraal staan tijdens de Renaissance?

A
  • Herontdekking van de Klassieke Oudheid
  • Humanisme
  • Mondiaal handelsbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kan je vertellen over de situatie in Italië aan het einde van de vijftiende eeuw?

A
  • In deze tijd wordt er nog gesproken van ‘het Italiaans schiereiland’
  • Het culturele, politieke en economische centrum ligt in Rome. Dit is ook waar de paus zich bevindt
  • Noordelijk Italië keert zich tot Rome en aanbidt de Paus. Zoals in het Bourgondische deel van Europa, trekken veel kunstenaars naar de belangrijke economische centra, vanwege de markten en het grote aanbod aan opdrachtgevers.
  • Er zijn veel conflicten binnen Italië aan het einde van de vijftiende eeuw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zag de maatschappijpiramide er in de veertiende eeuw uit?

A

1e rang: Geestelijken
2e rang: Adel -> Leefde op de arbeid van de boeren
3e rang: De Nieuwe Rijken (‘Nouveau Riche’ deze kwam er in de veertiende eeuw bij in het lagensysteem)
4e rang: Boeren/arbeiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de naam van de vader van een rijke ‘Nouveau Riche’ familie in de veertiende eeuw?

A

Giovanni di Bicci de’ Medici

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet de zoon van Giovanni de’ Medici?

A

Cosimo de’ Medici, hij zette zich vooral in voor kunstprojecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was de oorzaak dat handelaren meer gingen investeren in kunst?

A

Vanaf de vijftiende eeuw zaten veel rijken handelsmannen juist in de problemen op economisch vlak. Om hun positie in de samenleving alsnog te behouden lieten ze hun status zien a.d.h.v kunstwerken, architectuur en andere luxe goederen zoals sieraden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de ‘Nouveau Riche’?

A
  • Kooplieden
  • Wol-, laken en zijdehandelaren
  • Bankiers & geldschieters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een voorbeeld van bekende kooplieden tijdens de Renaissance?

A

‘De Nove’ = Negen (regeerders van Siena, schilderij)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn voorbeelden van bekende bankier/geldschieter families?

A
  • de’ Medici
  • Strozzi (Palla Strozzi)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie is Jacob Burckhardt?

A

Dit is een Duitse schrijver/kunsthistoricus in de 19e eeuw die het boek ‘Die Kultur de Renaissance in Italien’ (1860) schreef en het woord ‘Renaissance’ populariseerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk boek schreef Giorgio Vasari? En wat beschreef hij hierin?

A

‘Le Vite dei piú eccellenti architetti, pittori, et scultori italiani’ (1550) :
Hij had een duidelijke mening over welke kunst hij wel en niet mooi vond; De Florentijnse kunstenaars maakten de beste kunst. Verder beschrijft hij de kunstgeschiedenis volgens zijn analyse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe noemde Vasari de Renaissance?

A

‘Rinascità’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar streefde men naar in de Renaissance?

A
  • Naturalisme
  • Plasticiteit (=gevoel van volume)
  • Harmonie (=kloppende verhoudingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie schreef over ‘Poetic Imagination’?

A

Paul Barolsky

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke elementen van de ‘Primavera’ van Botticelli beschrijft Paul Barolsky in zijn boek?

A
  • Dat er een samenvoeging is van verschillende klassieke mythes
    -> Mercurius, Venus, Flora, Chloris, Zephyros
  • De Drie Gratiën, afgebeeld vanaf drie verschillende kanten.
  • De natuur is weergegeven als architectuur -> De achtergrond is niet alleen een bos, maar lijkt ook op een tongewelf.
  • Verwijzingen naar vruchtbaarheid
    -> Mythe van Flora
    -> Vruchten/planten
    -> Sinaasappelboom
17
Q

Welke feiten van het schilderij ‘Primavera’ laten zien dat het uit de Renaissance afkomstig is?

A
  • Het is geschilderd door Sandro Botticelli
  • Mensen dachten dat het misschien een voorstudie/carton was voor een tapijt. Tapijten waren heel populair in de Renaissance
  • Het schilderij is geschilderd voor Villa di Castello. Dit is een villa gebouwd voor Lorenzo I de’ Medici, een belangrijke familie tijdens de Renaissance. De Primavera zou bestemd zijn voor zijn slaapkamer, want in die tijd was de slaapkamer nog niet bepaald een privé-vertrek.
  • Op het schilderij zijn sinaasappelbomen te zien. Deze staat ook op het wapen van de Medicifamilie en zij handelde ook in sinaasappels met India.
18
Q

Wat is een ander belangrijk thema tijdens de Renaissance?

A

Humanisme = Herwaardering van menselijke zelfontplooiing

19
Q

Hoe heet Cicero’s boek?

A

Studia Humanitas

20
Q

Over welke verschillende onderwerpen gaat de ‘Studia Humanitas’?

A

-Taal en literatuur
- Geschiedenis
- Filosofie
- Recht en Ethiek

21
Q

Wat betekent Homo Universalis?

A

Dit was een zelfstandig moreel persoon die zich had ontwikkeld tot een volwaardig lid van de maatschappij en was bekwaam op meerdere terreinen (zoals in de Studia Humanitas beschreven was).

22
Q

Wat heeft Francesco Petrarca gedaan?

A

Deze ging op zoek naar klassieke/antieke manuscripten

23
Q

Hoe heette de man die de academie voor humanisten oprichtte?

A

Marsilio Ficino

24
Q

Hoe heette die academie voor humanisten?

A

‘Academie van Plato’ :
Deze was opgericht in opdracht van de’ Medici en was een plek voor mensen die humanistische ideeën hadden. Ook was het een plek om te praten over alle terreinen die in de ‘Studia Humanitas’ ook behandeld worden (literatuur, geschiedenis, filosofie, ethiek etc.)
Leon Battista Alberti ging ook naar deze academie

25
Q

Wat kan je vertellen over antieke literatuur in Europa tussen de 10de en 13de eeuw?

A

Er was weinig toegang tot deze literatuur in Europa zelf, dus gingen geleerden zoals Francesco Petrarca op zoek naar antieke literatuur in het zuiden/Arabisch gebied.

26
Q

Op welke manier bereikte kennis uit Arabisch gebied Europa?

A

Deze kennis kwam via handelsposten in Spanje, Sicilië, Florence en Venetië.

27
Q

Noem een aantal voorbeelden van werken/kennis afkomstig uit zuidelijke gebieden.

A
  • Afbeelding: Aristoteles onderwijst student, afkomstig uit Mesopotamië
  • Boek over Optica, afkomstig uit Istanbul (-> Alberti maakt gebruik van deze kennis in zijn boek ‘De Pictura’)
  • Afbeelding: Grote bibliotheek Bagdad ‘Huis van Wijsheid’
28
Q

Hoe heet het stadhuis in Siena?

A

Palazzo Pubblico (1297)

29
Q

Geef een omschrijving van de verbeelding van de maatschappij in de ‘Palazzo Pubblico’.

A

In het ‘Palazzo Pubblico’ zijn vier fresco’s te vinden van allegorieën:
- …voor Goed Bestuur -> in de stad
- …voor Goed Bestuur -> op het platteland
- …voor Slecht Bestuur -> in het stadhuis
- …voor Slecht Bestuur -> op het platteland

30
Q

Hoe heet de fresco die deze allegorieën samenvoegd?

A

‘Allegorie van goed en slecht bestuur, in de stad en op het platteland’.
In deze fresco is een raadzaal te herkennen waarbinnen de Kardinale Deugden van Aristoteles ook afgebeeld worden.

31
Q

Wat zijn voorbeelden van andere beeldende kunst die veel figuren en betekenissen bevatten?

A
  • Fresco’s in de Palazzo Pubblico die gaan over goed en slecht bestuur.
  • Triomf van Venus, Francesco del Cossa (velen mythen)