HC.1 en 2 Flashcards

Epigenetica en aanleg lichaamsassen

1
Q

Wat is embryonale signaling?

A

trofoblast zendt LIF uit
embryoblast zendt FGF4 uit

de LIF stimuleert de embryoblast en FGF4 stimuleert de trofoblast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het gevolg van stimulatie met LIF en FGF4?

A

chromatine wordt van inactief naar actief en ondergaat epigenetische veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is DNA methylation?

A

methylgroep wordt geplaatst aan cytosine

dit wordt gedaan op CpGs

vaak betrokken bij gen silencing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn CpG eilanden?

A

deze zijn niet gemethyleerd en belangrijk voor genregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe worden cellen klaar gemaakt voor gametogenese?

A

alle genetische extra componenten worden verwijderd van de chromatiden, dit wordt voor de bevruchting 1 keer gedaan en na de bevruchting ook nog een keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt het proces van klonen?

A

eicel, verwijder genetisch materiaal, somatische cel inspuiten en dan ‘bevruchting’ eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is reproductief klonen inefficient?

A

heel weinig embro’s overleven het proces
embryo dat het wel overleeft is heel erg groot: obese fenotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor gaat het klonen nog niet geheel goed?

A
  • mist een 2e reset van genetisch materiaal
  • imprints verdwijnen tijdens de ontwikkeling en in de somatisch cel is niet alle benodigde info er nog voor de embryonale ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is imprinting?

A

gen staat alleen maar aan op of allel van moeder of van vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is er imprinting?

A

groei-effecten: maternaal remt groei en paternaal stimuleert groei
transport voedingsstoffen
interacties feto-maternale oppervlak

deze genen komen vaak in placenta ook tot expressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor worden induced pluripotent stamcellen gebruikt?

A

ziekte modelling
medicijn ontwikkeling
farmacologische veiligheid
therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer ontstaat de primitief streek?

A

bij 15-17 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaan de ave cellen?

A
  • in het midden van de hypoblast ontstaat een groepje gespecialiseerde cellen
  • deze cellen bewegen naar 1 kant van de hypoblast
  • deze kant wordt craniaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke structuren worden in ontstaan door de ave beinvloed?

A

hart
hersenen
hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarin wordt de primitiefstreek gevormd?

A

epiblast
dit wordt caudaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de functie van de primitiefknoop en de notochord?

A

organiserende functie in vroege embryo

17
Q

Welke organiserende moleculen worden gemaakt in de primitiefknoop?

A

Chordin en Noggin

18
Q

Wat zijn Chordin en Noggin?

A

morfogenen

19
Q

Wat is de werking van Chordin en Noggin?

A

remmen de werking van Bone Morphogenetic Proteins(BMP)

20
Q

Welke signalen zijn van belang in AVE?

A

Dkk1 remt Wnt en deze remming is belangrijk voor ontwikkeling van de hersenen

21
Q

Hoe ontstaan en ontwikkelen somieten zich?

A

ontstaan in het voorste deel van de primitiefstreek
en transformeren van pre-somitisch mesoderm naar somieten naar post-somitsch stadium

22
Q

In welke as richting worden somieten aangelegd?

A

van hoofd naar staartzijde

23
Q

Waaruit ontstaat een wervel?

A

uit sclerotomen van 2 somietparen waarbij de zenuwen naar de dermomyotomen tussen de wervels komen te liggen

24
Q

Weten somieten al wat ze gaan vormen?

A

thoracaal weet al wat ze wordt
cervicaal past zich aan de omgeving aan

25
Q

Wat is belangrijk aan de volgorde van HOM-C genen?

A

de volgorde waarin ze op het DNA liggen, komt overeen met de positie waarin zij gedurende de ontwikkeling langs de cranio-caudale as worden geactiveerd

26
Q

Waardoor worden homeotische transformaties veroorzaakt?

A

mutaties in het HOM-C cluster

27
Q

Welke 2 voorwaarden zijn er aan de HOX genen?

A
  • cranio-caudale expressie is colineair met de volgorde op de chromosomen
  • HOX genen met hetzelfde getal zijn homoloog en kunnen elkaars functie overnemen
28
Q

Wat is spatio-temporele expressie van HOX genen?

A

lage HOX genen komen eerder tot expressie dan hoge HOX genen

29
Q

Wat gebeurt er met het DNA bij activatie van HOX genen?

A

het DNA gaat van compact naar een lossere organisatie, hierbij worden de genen een voor een geactiveerd

30
Q

Wat doet HOX6?

A

begin thoracaal: wervels met rib

31
Q

Wat doet HOX10?

A

begin lumbaal: wervels zonder rib

32
Q

Waar toe leidt een HOXA2 mutatie?

A

microtia

33
Q

Waar toe leidt een HOXB1 mutatie?

A

faciale abnormaliteiten

34
Q

Waar toe leidt een HOXA13?

A

hand-voet-genitaal syndroom
abnormale vingers
hypospady

35
Q

Waar toe leidt een HOXD13?

A

abnormale hand en voeten