HC07 - Welzijn paard Flashcards
Wat is de definitie van welzijn?
- Dierenwelzijn is de kwaliteit van het leven zoals die door het dier zelf ervaren wordt en omvat zowel de aanwezigheid van positieve als negatieve gevoelens.
- Welzijn is een dynamisch concept, die interactie tussen het adaptatievermogen van het dier en zijn omgeving.
Wat doet adaptatie met dieren?
Adaptatie stelt dieren in staat om, binnen zekere grenzen, om te gaan met hun veranderde leefomgeving
Wat levert domesticatie op voor het dier?
Domesticatie beïnvloedt het gedrag van dieren, maar levert vooral kwantitatieve en niet kwalitatieve veranderingen op.
Blauwdruk (lichamelijke en gedragsmatige toerusting) is echter nog steeds aanwezig.
Hoe zijn paarden aangepast aan gedomesticeerde situaties?
Wilde paarden fourageren in stabiele sociale groepen op grote oppervlaktes terwijl gedomesticeerde paarden in relatief kleine stallen leven, geconcentreerd voer eten en in sociale isolatie leven.
Hoe verschillen de time budgets bij verschillend gehouden dieren?
Welk afwijkend gedrag vertonen gedomesticeerde paarden?
- Nederland 18 tot 30% abnormale gedragingen, indien alleen weven, kribbebijten en windzuigen werd
meegenomen 5-7%. - Weven, kribbebijten en box lopen zijn afwijkende gedragingen die gelinkt kunnen worden aan het stallen
van paarden. - 30% van de slachtpaarden geslacht wegens gedragsproblemen.
Welke soorten afwijkend/compulsief gedrag kunnen paarden laten zien?
- Self directed behaviours (SIB: zelfbijten)
- Locomotie stereotypieën (weven, box lopen)
- Orale stereotypieën (tong spelen, kribbebijten en luchtzuigen, hout kauwen)
Waar is afwijkend gedrag bij paarden meestal aan gerelateerd?
Afwijkend gedrag is meestal gerelateerd (morfologisch of functioneel) aan de motivationele oorsprong
Hoe wordt afwijkend gedrag gedifferentieerd?
- ‘Stalondeugden’ (management gerelateerd)
- Problemen tijdens het rijden (meestal ongewenst gedrag en/of nog gerelateerd aan een prikkel)
Welke management factoren zijn geassocieerd met meer afwijkend gedrag?
- Tijd op stal doorgebracht
- Minder ruwvoer dan 6,8 kg/dag
- Ander strooisel type dan stro
- Aantal paarden < 75
- Box type dat sociaal contact minimaliseert
Wat is het gevolg van paarden individueel huisvesten?
Hoe kan ‘active’ huisvesting iets bijdrage aan het welzijn?
- Het onderverdelen van een schuur, plaatsen van functionele elementen en de frequentie van voeren (management) hebben effect op het activiteitsniveau.
- Het introduceren van verschillende functionele gebieden in een groepshuisvesting heeft zin
Wat zijn dus de belangrijke aspecten van huisvesting?
- Stabiliteit groep (hiërarchie en familiariteit)
- Ruimte
- Foerageermogelijkheden (aanbieden van voer)
- Ruwvoer
- Selectie geschikte fokdieren (m.n. merries)
- Diversificatie sociale omgeving jonge dieren
Aan wat voor verrijking kun je denken om het welzijn van het paard te bevorderen?
- Het vergroten van de visuele horizon reduceert het weven en hoofd knikken met name wanneer er additionele mogelijkheden ontstaan om sociale interacties aan te gaan met naburige paarden.
- Verrijking met voedsel zijn attractiever dan andere items en als er geen gras beschikbaar is in de paddock dan kan ruwvoer passief gedrag en agonistisch gedrag in groepen verminderen