HC'S WEEK 3 Flashcards
Op welke manier zijn de quadriceps femoris bi-articulair?
- m. vastus lateralis, medialis en intermedius zijn mono-articulair
- m. femoris is bi-articulair
Welke 2 hoeken zijn er van belang bij de femur?
Inclinatie hoek = hoek gevormd tussen caput en collum van de femur
Anteversie hoek = hoek van tibiaplateau met de femurkop (gem. 14 graden)
Welke spieren zijn ventraal te vinden bij de benen/het bekken?
- m. quadriceps femoris
- m. vastus medialis, lateralis & intermedius
- m. rectus femoris
- m. sartorius
- m. tensor fascia lata
- m. ileopsoas
Welke spieren zijn dorsaal te vinden bij de benen/het bekken?
- m. gluteus maximus en medius
- hamstrings
- m. gastrocnemius
- m. soleus
Uit welke 2 zenuwen bestaat de nervus ischiadicus eigenlijk?
- nervus tibialis
- nervus fibularis
Door welke zenuw worden de ventrale spieren geïnnerveerd?
Nervus femoralis
Door welke zenuw worden de dorsale spieren geïnnerveerd?
Nervus ischiadicus
Welke 3 structuren zijn te vinden in het trigonum femoralis?
- vena femoralis
- arteria femoralis
- nervus femoralis
Door welke 3 structuren wordt het trigonum femoralis begrensd?
- m. sartorius
- m. adductor longus
- ligamentum inguinale
Waarom heeft de musculus piriformis een belangrijke anatomische functie?
- ligt precies over de n. ischiadicus heen
- is scheidingslijn tussen plexus gluteus superior en plexus gluteus inferior
Welke spier innerveert de nervus gluteus inferior?
Musculus gluteus maximus
Welke groep spieren innerveert de nervus gluteus superior?
Abductoren
Beschrijf de pathogenese van MPS = mucopolysaccharidose?
= lysosomale stapelingsziekte, met stapeling van glycosaminoglycanen (darmaton sulfaat, heparan sulfaat, keratan sulfaat, chondroitine sulfaat of hyaluronzuur)
- dermatan/keratan sulfaat = invloed botten en kraakbeen
- heparan sulfaat = minder hersenontwikkeling
Beschrijf het klinische beeld van MPS? ()
- groei onder normaalcurve
- vervorming handen: klauwen, CTS
- versterkte lordose van de rug
- aangedane tanden
- pupil afwijkingen: cornea clouding
- grof gezicht: dikke tong, dikke lippen, dikke haren
- grote lever en milt
- slaapapneu
Hoe wordt een proteoglycaan gevormd?
Glycosaminoglycaan (disacharide) binden aan een eiwitketen
Noem 3 belangrijke functies van proteoglycanen?
- adhesie molecuul
- cofactoren
- cytokines
Wat is de functie van proteoglycanen in de ECM?
In de ECM vormen proteoglycanen grote complexen met hyaluronzuur (= hoofdbestanddeel van bindweefsel)
Wat is de functie van proteoglycanen in gewrichtskraakbeen?
In gewrichtskraakbeen zijn proteoglycanen in combinatie met collageen type II vezels belangrijk voor
- integriteit van kraakbeen matrix
- goede functie van kraakbeen matrix
Noem 5 kenmerken van hyalien kraakbeen?
- bevat proteoglycanen en aggrecan
- collageen type II
- elliptische chondrocyten bij oppervlak, dieper zijn
deze nog rond - nutriënten diffunderen via het perichondrium
- transport via beweging = pompende werking
Wat is het perichondrium?
= bindweefsel rondom kraakbeen
Behalve in gewrichtskraakbeen
Noem 3 kenmerken van elastisch kraakbeen?
- lijkt op hyaliene kraakbeen
- bevat elastine in elastische vezels
- buitenoor, gehoorgangen, larynx en epiglottis
Noem 5 kenmerken van fibreus kraakbeen?
- zit tussen bindweefsel en hyalien kraakbeen in
- collageen type I
- collageen vezels en chondrocyten zijn parallel aan
de spanning georiënteerd - geen perichondrium
- in intervertebrale discus
Welke afwijkingen van kraakbeen zijn er bij MPS/mucopolysaccharidose te vinden?
Afwijkingen hyalien kraakbeen
Ernstige trachea-laryngomalacie
Afwijking elastisch kraakbeen = grote epiglottis
Afwijkingen fibreus kraakbeen
Wat is chondrogenese?
= tijdens embryonale ontwikkeling van mesenchymale cellen ontstaan kraakbeencellen
Postnataal heb je betreft de chondrogenese 2 soorten groei, welke?
- interstitiële groei = mitose van chondrocyten
- appositionele groei = differentiatie van cellen in het perichondrium
Uit welke 5 zones bestaat de groeiplaat?
- Rustzone (hyalien kraakbeen met chondrocyt
progenitor cellen) - Proliferatieve zone (mitose chondrocyten,
vorming verticale kolommen) - Hypertrofische zone (chondrocyten matureren
en worden hypertrofisch) - Calcificatie (chondrocyten dood, depositie van
hydroxyapatiet) - Botzone (gaten chondrocyten gevuld met
bloedvaten en osteoblasten die osteoïd gaan
vormen)
Welke 3 punten zijn afwijkend bij MPS/mucopolysacharidose?
- stapeling GAGs in chondrocyten
- ECM geeft afwijkingen in de groeiplaat
- abnormale groei botten: verkorte dikke botten, lange pijpbeenderen
Wat is de primaire botafwijking die gevolgen heeft bij MPS/mucopolysacharidose?
Dysostosis multiplex = defectieve ossificatie
- defect in normale ossificatie van foetaal
kraakbeen
Waarin uit de dysostosis multiplex zich bij MPS/mucopolysacharidose? (3)
Knieën = genu valgum = X-benen
Handen/voeten = hypoplastische irreguliere middenhands/voetbotjes, puntvormige vingerkootjes
Heupen = afwijkend bekken op jonge leeftijd
Wervels = afwijkende vorm, thoracolumbaire gibbus, kyfose, scoliose of lordose
Waarom zijn er heupafwijkingen bij MPS?
Os ilia wordt gevormd door endochondrale ossificatie
Gevolg = later veel heupluxaties
2 entiteiten van gewrichten, welke?
Diarthrose = beweeglijk gewricht
Synartrose = geringe/geen beweeglijkheid in gewricht
Noem 3 vormen van synartrose?
- synostose = bot naar bot: schedel
- synchondrose = botten verbonden door hyaliene
kraakbeen: rib aan sternum - syndesmose = botten verbonden door ligamenten
of fibreus kraakbeen: symfysis pubis
Wat voor soort afwijkingen aan gewrichten kan je zien bij MPS/mucopolysacharidose?
Contracturen van gewrichten
Synartrose: schedelnaden sluiten te vroeg
= boothoofd met te verhoogde intracraniële druk
Behandelingsmogelijkheden voor MPS/mucopolysacharidose?
- enzymvervaningstherapie
- wekelijks 4u infuus, niet curatief
MAAR nog geen goede behandeling beschikbaar om kraakbeen schade te voorkomen
- wekelijks 4u infuus, niet curatief
Noem de 5 pijlers van artrose in een synoviaal gewricht?
- verlies van gewrichtskraakbeen
- ombouw van het subchondrale but
- ontsteking van synoviale membraan = synovitis
- gewrichtspijn na belasting
- stijfheid en bewegingsbeperking
MM = verminderde belastbaarheid & pijn
Bij welke 3 punten moet je artrose overwegen?
- Leeftijd 45 jaar of ouder
- Activiteiten gerelateerde pijn
- Geen of kortdurende ochtendstijfheid (< 30 min)
Noem 6 uitkomsten uit anamnese of LO waardoor artrose waarschijnlijk wordt?
- opstartpijn en opstartstijfheid
= pijn en stijfheid na inactiviteit - verminderde flexie/extensie
- crepitaties bij bewegingsonderzoek
- gevoeligheid vd gewrichtsspleet
- benige verbreding van het gewricht
Wanneer beeldvormend onderzoek voor diagnose artrose?
Conservatief beeldvorming niet zinvol, tenzij
- atypische presentatie
- onverwacht snelle progressie of verandering in
patroon van klachten
- indicatie voor protheseplaatsing
Noem 2 groepen van oorzaken van artrose?
Primaire/idiopathische artrose
Secundaire artrose na trauma, infectie, jicht, RA, gewrichtsafwijkingen, stollingsstoornis
- hoger risico: obesitas, trauma, oud
Noem 3 functies van kraakbeen?
- glad oppervlak met lage wrijvingsweerstand
- schok dempen
- verdelen belasting over subchondraal bot
Noem de 6 stappen van de pathofysiologie van artrose?
- hyalien kraakbeen schade
- falen reparatiemechanismen
- subchondrale botveranderingen
- inflammatoire processen
- synovitis
- verminderde belastbaarheid
Noem 3 niet-modificeerbare risicofactoren van artrose?
- leeftijd
- geslacht: artrose = vrouwen, jicht = mannen
- genetisch: collageen type II, HLA B27
Noem 5 modificeerbare risicofactoren van artrose?
- overgewicht en obesitas
- trauma: intra-articulaire fracturen, ligament
letsels, meniscus, kraakbeen - infectie: induceert chondrolyse
- beroep
- sportbelasting
Noem 6 röntgenafwijkingen die duiden op artrose?
- subchondrale sclerose
- gewrichtsspleet versmalling
- osteofytvorming
- soms botoedeem
- subchondrale cystevorming
- deformatie = standsverandering
Beschrijf graad 0-4 van de Kellgren & Lawrence classificatie voor artrose?
Graad 0 = geen artrose
Graad 1 = mogelijk gewrichtsspleet versmalling &
osteofyten
Graad 2 = zeker gewrichtsspleetversmalling,
osteofyten en matige sclerose
Graad 3 = duidelijke gewrichtsspleetversmalling,
osteofyten, enige sclerose en cystevorming,
deformiteit
Graad 4 = ernstige gewrichtsspleetversmalling,
sclerose, cysten, duidelijke deformiteiten en grote
osteofyten
5 doelen van behandeling van artrose?
- Voorlichting
- Verminderen pijn en stijfheid
- Behouden/verbeteren gewrichtsmobiliteit
- Beperken lichamelijke handicaps
- Behouden/verbeteren kwaliteit van leven
Beschrijf de conservatieve, niet-farmacologische therapie van artrose?
- voorlichting
- gewichtsverlies
- aanpassen belasting
- oefentherapie/fysiotherapie: behoud/verbeter
beweging, verminder pijn, versoepel spieren - voorkomen piekbelasting
- spierversterking
Beschrijf de conservatieve, farmacologische therapie van artrose?
Doel = pijn verminderen
Opties: paracetamol, topicale pijnstilling, NSAIDs, COX-2 remmers
Soms injecties pijnstiller, corticosteroïden of hyaluronzuur
4 mogelijkheden betreft de operatieve behandeling van artrose?
- gewrichtssparend
- gewricht verstijven = artrodese
- gewricht verwijderen = resectie arthroplastiek
- gewricht vervangen = prothese
2 soorten anesthesie?
- algehele anesthesie/narcose
- loco-regionale anesthesie
Hoe werken algehele anesthetica?
- slaap»_space; pijnstilling > spierverslapping
- patiënt onbewust & onresponsief op pijn
- systemische toediening
- effect CZS
Wat is de MAC/minimale alveolaire concentratie?
= maat voor de potentie van een anestheticum
= concentratie gas in de long die nodig is om bij 50% van de patiënten een beweging te voorkomen in respons op chirurgische pijn
Noem 2 feiten betreft de MAC die belangrijk zijn voor het klinische gebruik van een anestheticum
Ongeveer 1,3 MAC voorkomt beweging in 95% van de patiënten
Per 10 levensjaren circa 6% daling in MAC
MAC = onafhankelijk van gewicht (hoeveelheid toe te dienen gaat wel per kg)
Noem 3 effecten van anesthetica op het CZS?
Verlies van bewustzijn (reticulaire formatie mesencephalus)
Verlies van reflexen (hippocampus)
Analgesie (thalamische sensorische nuclei)
Wat is het grootste gevaar/risico bij gebruik van anesthetica?
Door anesthesie ondervinden de neuronen minder prikkeling, als dit maar lang genoeg duurt kan er apoptose van neuronen ontstaan
= neurotoxiciteit
Wat is het gevolg van anesthetica op cardiovasculaire systeem en leg dit uit?
Daling bloeddruk
- daling contractiliteit van myocard
- dilatatie perifere vascularisatie