HC 7 Flashcards
kenmerken beroepsallergie
klachten tijdens werk
klachten verergeren richting eind week
verminderen tijdens weekend (behalve bij astma)
klachten verdwijnen tijdens vakantie
oorzaken beroepsgebonden klachten
allergische reactie voor beroepsallergenen
hyperreactiviteit van luchtwegen
direct toxische effecten van irritantia
voorbeelden beroepsallergenen
HMW: granen, tarwe, proefdieren, planten, latex
LMW: kobalt, nikkel, metalen, amines
hyperreactiviteit vann luchtwegen uitleg
toegenomen gevoeligheid voor aspecifieke stimuli (rook/parfum) of beroepsmatige stimuli (sprays/schoonmaakmiddelen)
verschil hyperreactiviteit en allergie
hyperreactiviteit induceert geen inflammatie en sensibilisatie
klachten bij hyperreactiviteit
verlies cilia
hyperplasie
metaplasie
atrofische rhinitis (aantasting neusschelpen)
RADS (reactive airway dysfunction syndrome, persisterend astma/hyperreactiviteit door eenmalig forse expositie bv brandrook)
kruisreactiviteit definitie
IgE antistoffen gericht, primair tegen inhalatieallergenen die ten gevolge van botanische verwantschap secundair reageren met voedselallergenen
vb: bet v1 (Appels, peren, kersen, wortel, selderij) met pollen
relatie inhalatie voedsel
boompollen en?
huisstofmijt en?
graspollen en?
- hazel-/walnoot, perzik, appel, druif
- garnalen, slakken, krab
- tomaten, tarwe, pinda, aardappel, meloen, peulvruchten
welke 2 plant specifieke eiwitten zijn er
PR 10 gerelateerd: thermolabiel, na koken wel eetbaar met milde symptomen
LTP: thermostabiel
opslageiwtten ook thermostabiel, geven ernstigste systemische reacties
nadeel bloedtest bij diagnostiek allergische reactie
meet totaal losse IgE, niet gebonden aan de cellen (wel bij DBPCFC)