Hc 6 Flashcards
Belichaamde cognitie
Cognitieve toestanden van een wezen worden bepaald of sterk beïnvloed door het type lichaam dat het wezen heeft. Onze concepten van ‘voor’ en ‘achter’ zijn sterk beïnvloed door ons type lichaam, want wat als we rond waren geweest?
Ergo; sommige cognitieve toestanden zijn belichaamd
Gesitueerde cognitie
De cognitieve toestanden van een wezen worden bepaald of sterk beïnvloed door de omgeving waar het wezen in leeft
Ergo; sommig cognitief gedrag is gesitueerd.
Als er geen plan is, is er geen intentionaliteit. Hebben we hoer dan te maken met cognitie zonder intentionaliteit??
Termieten nest
Termieten maken modderballen met speeksel, hierbij komen feromonen vrij die werken als ‘stigmeric routine’ (stigma= teken, ergon= werk); een teken vanuit de omgeving om werk te verrichten. Hierdoor gaan andere termieten ook aan de slag.
Hier zat geen bedoeling achter, wat betekent geen intentionaliteit. Dit is dus een cognitie zonder intentionaliteit.
Belichaamde en gesitueerde geest
Aanhanger van de een is meestal ook aanhanger van de ander. Je moet buiten het brein gaan kijken om te kijken hoe de geest nou werkt. Het brein bevindt zich in een lichaam en een omgeving en beide spelen een rol bij hoe de geest tot stand komt. Sommige mensen gaan verder tot de uitgebreide geest.
Uitgebreide geest
Bewering dat de cognitieve geest zich over lichaam en omgeving uitstrekt. Dat daar dus cognitieve processen plaatsvinden
Belichaamd bewustzijn
De bewuste toestanden van een wezen worden bepaald of sterk beïnvloed door het type lichaam dat een wezen heeft
Voorbeeld; seriemoordenaar shawcross.
Shawcross
Zijn lichaam produceerde de stof kyptotyrol (lsd achtig). Deze stof ging een verbinding aan met vitamine b6, waardoor een tekort ontstond aan vitamine b6. Dit vitamine is nodig voor de productie van serotonine, waardoor shawcross een kaag serotonine gehalte had.
Ook had hij een extra y-chromosoom, daarbij produceer je meer testosteron.
De combi weinig serotonine en veel testosteron is gevaarlijk. Veel van deze mannen zijn erg agressief.
Zijn mentale toestanden worden dus bepaald door de abnormale eigenschappen in zijn lichaam. En dat is precies wat belichaamd bewustzijn is.
Gesitueerd bewustzijn
Bewuste toestanden van een wezen worden bepaald of sterk beïnvloed door het type lichaam waar een wezen in leeft.
Voorbeeld kleurervaring
Kleurervaring
De kleur die je waarneemt hangt af van de omgeving van de kleur.
Je verandert 1 tegel en je waarneming veranderd.
Bewustzijn is dus gesitueerd.
Bewustzijn en cognitie
Bewustzijn en cognitie zijn dus belichaamd en gesitueerd. Alle levende dingen zijn in zijn geheel geëvolueerd. Een brein en organisme worden niet apart geëvolueerd. Brein valt dus niet los te koppelen van een lichaam.
Voorbeeld; legpuzzel. Epistemische actie. Je maakt gebruik van je omgeving om dit probleem op te lossen. Gesitueerde cognitie
Uitgebreide geest hypothese/ extended mind hypothesis
Clark en chalmers;
Willen we menselijk denken goed begrijpen, dan is het niet genoeg om te focussen op de hersenen, het lichaam en de natuurlijke wereld waarin een geest zich situeerd. Maar we moeten kijken maar hulpmiddelen die men gebruikt om bepaalde cognitieve processen tot stand te brengen, dingen te leren om beter te worden en om op een adequate manier om te gaan met de wereld om ons heen (pennen, papier, computers.. etc)
Deze blik gaat alleen over cognitie, niet over bewustzijn. Bewustzijn gaat niet verder dan in je hoofd. Waarom geen bewustzijn?
Waarom extended mind geen bewustzijn?
Chalmers gelooft in zombies (menselijke wezens met exact dezelfde bouw als de mens, lichaam en brein, zonder bewuste ervaring)
Clark gelooft dit niet, omdat je niet iets kan hebben als een menselijke wezen zonder bewustzijnservaring.
Wel hebben mensen enn zombies cognitie.
Waar stop de geest en begint de rest van de wereld?
- Internalisme
- Positie clark en chalmers; actief externalisme
Internalisme
De geest stopt waar het brein/lichaam stopt
Actief externalisme
De omgeving (inclusief lichaam) maakt deel uit van het cognitieve proces