HC 4 - Moleculaire diagnostiek en therapeutische consequenties bij longkanker Flashcards

1
Q

Wat kenmerkt histologisch het bronchuscarcinoom?

A
  • proliferatie van epitheliale cellen
  • bronchiaal of alveolairepitheel
  • percusor afwijking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mutaties roken

A

KRAS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mutaties niet roken

A

eGFR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe classificeer je longcarcinoom?

A
  • Klinisch/radiologisch
  • Weefselonderzoek
  • Genetisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 vormen longkanker zijn er?

A
  • Kleincellig
  • Niet kleincellig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Plaveiselcelcarcinoom?

A
  • 50% niet-kleincellige carcinoom
  • centraal
  • Groot
  • Centraal verval
  • M > V
  • Sterke relatie met roken
  • Necrotisch
  • Verhoorning
  • Desmosomen
  • Geen buisvorming/slijm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Adenocarcinoom?

A
  • 40% niet-kleincellig
  • Perifeer
  • v > m
  • jonger
  • eGFRmutatie
  • Kras mutatie
  • Klierbuizen, slijm
  • Geen desmosomen/verhoorning
  • percursor laesie
  • Adenomateuze hyperplasie -> adenocarcinoom in situ -> invasief adenocarcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Grootcellig carcinoom

A
  • 10%
  • Overal in de long
  • Roken +++
  • Vaak enige plaveiselcellige of adenodifferentiatie detecteerbaar
  • Middel/grote cellen
  • Duidelijke kern
  • Duidelijke grenzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kleincellig carcinoom>

A
  • 15-20% primaire bronchuscarcinomen
  • Centraal in de long
  • Roken ++
  • Neuroendocrien
  • Heel agressief
  • Paraneoplastisch syndroom
  • Kleine cellen
  • Hoge kern-cytoplasma
  • Vervormen kern
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

overnemen activatie eGFR

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

overnemen activatie eGFR

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vormen van niet-kleincellig longcarcinoom zijn er?

A
  • Plaveiselcelcarcinoom
  • Adenocarcinoom
  • Grootcellig longcarcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is cavitatie?

A

Tekort aan zuurstof en voedingsstoffen veroorzaakt necrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom typeer je longkanker?

A
  1. Prognose
  2. Predictie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly