HC. 3 en 7 Flashcards

1
Q

Wat is het configuratie model?

A

interactie van lichaam met de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het contaminatie model?

A

besmetting mens op mens = transmissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is predispositie?

A

verklaring van verschillen in vatbaarheid, zowel binnen configuratie als contaminatie denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat vond er in de 19e eeuw plaats?

A

configuratie denken
nadruk op preventie en zo sanitaire hervormingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat vond er in de 2e helft van de 19e eeuw plaats?

A

contaminatie denken
bacteriologische revolutie
magic bullet: middel is specifiek tegen ziektekiem gericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat vond er begin 20e eeuw plaats?

A

predispositie, sociale hygiëne
tbc infecteerde iedereen, maar niet iedereen werd even ziek
verschuiving van therapie naar preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat vond er in de 2e helft van de 20e eeuw plaats?

A

infectieziekten –> chronische ziekten
risicofactoren gingen samen hangen met deze ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 veranderingen kwamen er na WOII?

A
  1. introductie concept risicofactoren
  2. preventie ging van collectieve voorzieningen naar individuele leefstijl
  3. normen en waarden die vanzelfsprekend waren verdwenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de therapie bij een RSV bronchiolitis?

A

zuurstoftherapie en vochtsuppletie
vernevelen met SABA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is bronchiolitis?

A

acute virale luchtweginfectie
vaak door RSV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de kliniek van bronchiolitis?

A

zuigelingen onder de 1 jaar, subfebriel, aansluitend aan verkoudheid progressief dyspnoe, intrekken, diffuus inspiratoir crepiteren en expiratoir piepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de risicogroepen voor een bronchiolitis?

A
  1. zuigelingen < 2 maanden, kans op apnoe
  2. kinderen met nauwe luchtwegen door exprematuren, aangeboren hartafwijkingen en prematuren na beademingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke diagnostiek bij een bronchiolitis?

A

RSV sneltest uit neusspoelsel en zuurstofsaturatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke preventie voor bronchiolitis?

A

palivizumab, alleen bij risicogroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de risicofactoren voor een bacteriële pneumonie?

A

leeftijd < 5 jaar en > 65 jaar, chronische longaandoening, hypotonie, immuundeficiëntie en congenitale afwijkingen aan hart of long

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom zijn zuigelingen extra kwetsbaar?

A

80% van de alveoli worden pas na de geboorte aangelegd

17
Q

Wat is de kliniek bij een pneumonie?

A

koorts, hoesten, rhonchi, crepitaties, consolidatie op X-thorax en tachypnoe

18
Q

Hoe behandel je een bacteriële pneumonie?

A

antibiotica en ondersteunend zuurstof en vocht