HC 3 - Cerebellum Flashcards

1
Q

Wat zijn de symptomen van een cerebellaire stoornis

A

ONGEKRUIST
- Assymmetrische loop
- Opstartproblemen
- Hypotonie
- Ataxie
- Hypokinesie
- Wijd basische gang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het effect van een anterieure laesie in het cerebellum

A

Deze geeft meer motorische problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zie je bij de topneusproef bij een persoon met een cerebellaire stoornis

A
  • Dysmetrie (kan afstanden niet goed inschatten)
  • Intentie tremor -> wanneer pt dichter bij doel komt, neemt tremor toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zie je bij een hiel naar enkel test bij een persoon met een cerebellaire stoornis

A

Dysmetrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat hoor je in de spraak bij een persoon met een cerebellaire stoornis

A
  • Dysartrie
  • Asthenie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaken cerebellaire schade

A
  • Trauma
  • Bloeding
  • RIP
  • Intoxicatie
  • COVID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is typisch bij bij een persoon met een cerebellaire stoornis

A

Ze moeten heel bewust nadenken over het uitvoeren van een bepaalde beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoofdfunctie cerebellum

A

cerebellum controls movement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bloeding SKA geeft

A

v.n. motorische problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bloeding PICA geeft

A

v.n. cognitieve problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Niet motore functies cerebellum

A
  • Spraak en cognitie
  • Korte termijn geheugen
  • Regulatie emoties
  • Probleem oplossend vermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is kenmerkend aan de niet motore functies bij een pt met een cerebellaire stoornis?

A

Vaak ook aangedaan maar minder zichtbaar dus minder snel herkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar krijgt de Purkinjecel zijn input van

A
  • Onderste olijfkern -> reageert bij onverwachtse dingen
  • Moss vezels -> geven sensorische informatie door
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt plasticiteit in?

A

Associatie tussen sensorische informatie en onverwachte gebeurtenissen -> hoe vaker het gebeurt, koppeling geluid met bijv een gebeurtenis. Indirect reageer je al op het geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe projecteert het cerebellum?

A

Ipsilateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Laesie posterieure deel cerebellum

A

mn cognitieve problemen