HC 3 Flashcards

1
Q

cold cognities

A

cognitieve verwerking van informatie die onafhankeijk is van emotionele betrokkenheid zoals je werkgeheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hot cognities

A

een hypothese over gemotiveerde redeneren waarin het denken van een persoon wordt beinvloed door zijn emotionele staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

twee dimenties van emoties

A
  • valentie: schaal van onaagnenaamd naar aangenaamd
  • opwinding: een schaal van kalm naar hoge opwinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

emotionele stroop effect

A

je kijkt langer naar woorden met emotionele lading. bij de incongruente conditie(dus woorden met zware lading; dood moord) reageren mensen langzamer op de inktkleur van emotionele woorden dan op inkt met neutrale woorden.

herinnering van kleuren bij stroop taken wordt beïnvloed door individuele verschillen tussen prikkels met een lage valentie(onaangenaamd) en een hoge opwinding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reconsolidatieproces

A

herinneringen die uit de langetermijn opslag worden gehaald komen in een labiele staat terecht waarin ze kunnen worden gewijzigd voordat ze opnieuw worden opgeslagen, waardoor emoties het geheugen kunnen beinvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wet van yerkes dodson

A

beschrijft de relatie tussen prestatie en opwinding. en stelt dat mensen hun taken het best kunnen uitvoeren bij een middelhoog opwindingsniveau.
- lage zorgt voor slechte prestatie
- middelhoge (gezonde stress) zorgt voor optimale prestatie
- te hoge zorgt voor slechte prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly