Hc. 2: Homeostase Flashcards

1
Q

Wat is homeostase?

A

Een proces waarbij het interne milieu, door voortdurende veranderingen van het externe milieu, in een stabiele toestand ‘geregeld’ blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door welke factoren wordt het basaal metobolisme bepaald?

A
  • Omgevingstemperatuur
  • Samenstelling van voeding (thermogeen effect van eiwit)
  • Zwangerschap
  • (Her)opbouw van weefsel tijdesn training of na ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe meet je het basaal metabolisme?

A

Brandstof + O2 -> CO2 + H2O + uitwendig vermogen + warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke soorten metingen zijn er voor het basaal metabolisme?

A
  • Directe meting: De calorische waarde van de brandstof
  • Directe calorimetrie: de warmteafgifte
  • Indirecte calorimetrie: O2-opname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom neemt het basaal metabolisme af naarmate je ouder wordt?

A

Omdat de kans groter is dan je dan meer vet hebt. Vetcellen hebben nou eenmaal minder energie nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat heeft een open regelsysteem? en hoe werkt het?

A

Het heeft geen terugkoppeling. Hierbij is er een ingangssignaal, wat leidt tot een proces. Na het proces heb je een uitgangsgrootheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat heeft een gesloten regelsysteem? en hoe werkt het?

A

Het heeft wel terugkoppeling naar de comparator. De comparator geeft vervolgens een correctiesignaal afhankelijk van de streefwaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor is een gesloten regelsysteem met feedforward control handig? en hoe werkt het?

A

Het is handig om snel te reageren op situaties. Er zit hierbij een extra sensor in het proces die terug wordt gekoppeld naar het proces zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke drie soorten regelsystemen zijn er?

A
  • Open regelsysteem
  • Gesloten regelsysteem
  • Gesloten regelsysteem met feedforward control
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke onderdelen spelen een belangrijke rol bij temperatuurregulatie?

A

De hypothalamus en het autonome zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom willen we geen centrale sturing bij de temperatuurregulatie?

A

Omdat deze relatief langzaam is ten opzichten van een perifere aansturing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 6 manieren zijn er van warmte productie?

A
  • BMR
  • Muscular activity’
  • Hormones
  • SDA effect
  • Postural changes
  • Environment
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 4 manieren zijn er warmte afgifte?

A
  • Radiation
  • Conduction
  • Convection
  • Evaporation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar treedt de geïntergreerde reactie op van het lichaam bij inspanning? en welke reactie treedt op?

A
  • Longen: toename ademhalingsfrequentie
  • Hart: toename hartslag
  • Bloedcirculatiestelsel: herverdeling bloedvolume
  • Nieren: toename afvalproducten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe meet je het inspanningsmetabolisme?

A

Door het meten van het rendement
- O2 verbruik en CO2 productie
- uitwendig vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat treedt er ongeveer 25 minuten na het begin van de inspanning op? en wat voor gevolg heeft dit?

A

Er treedt een steady state op. Het lichaam is dan ingesteld op de verandering. Een voordeel hierbij is dat als er een verandering optreedt, deze informatie snel kan worden doorgegeven aan de hersenen.

17
Q

Wat is er na afloop van inspanning? en wat is hier van belang?

A

Een herstelsperiode. Deze is nodig om terug te keren naar de normale rustwaarde. Goede afvoer van warmte is hierbij erg belangrijk.

18
Q

Wat neemt er naarmate de inspanning toeneemt, nog verder toe?

A
  • Cardiac output
  • Ademhalingsfrequentie
  • Ademhalingsdiepte
  • Zuurstofschuld
19
Q

Wat gebeurt er als de zuurstofschuld toeneemt?

A

De hersteltijd wordt langer. Hierbij is de pH belangrijk. Als het te zuur wordt, stort het systeem in.

20
Q

Wat is het effect van veroudering op inspanning?

A
  • De maximale hartfrequentie neemt af
  • Het restvolume van de longen neemt toe, functionele capaciteit neemt af