HC 2 deel 2 Flashcards
Galactorroe:
• Uitscheiding van melk of vocht uit de bosrst
Bijnieren;
• Wordt aangezet door ACTH
• Maakt cortisol hormoon
o Onderdrukt de immuunsysteem
Lagen van bijnierschors:
- Zonu glomeruloosa > mineralocorticoiden
- Zona fasciculata > glucocoricoiden ( cortisol )
- Zonu reticulaaris > androgenen ( geslaagds hormonen )
Syndroom van cushing:
• Door teveel van cortisol in de bloed door het innemen van medicijnen of over productie door tumor in de hypofyse
Neurohypofyse:
• Producerd ADH / oxytocin
o ADH > anti urine hormonen
Water terugwinnen uit de urine
• Oxytocine > melk uit de borst
o Knuffelhormoon
o Geen tumor mogelijk bij de neurohypofyse
Schildklier:
o Schildklier wordt geactiveerd door TSH
o Hypothalamus > TRH > hypofyse > TSH > Schildklier > T3/T4 >
o Produceert
Parathyroidhormon ( PTH ) voor het terugwinnen van calcium
Struma:
• Als je schildklier groot groeit
Ziekte van graves:
- Antilichaam ( TSI ) zit op de receptoren van (TSH) schildklier ziet het verschil niet
- Extra schildklier hormonen wordt geproduceerd
Pancreas: Alvleesklier
• Zorgt er voor dat lichaam suiker in balanse blijft
• Geeft insuline af
o Zorgt dat de cellen suiker opnemen als niet nodig ( opslaan )
o Zorgt dat de vellen suiker afgeven als het nodig is
Exsudatieve retinopathie;
- Lekkage van vocht en vetten uit de bloedvaten
* Kleine witte vlekjes
Proliferatieve retinopathie:
- Neovascularisatie in het netvlies door zuurstof tekort en verandering van bloedvaten
- Door de nieuwe bloedvaten ontstaat bloedingen in netvlies
Hemoragie
• Bloeding op netvlies
Exudaat:
• Vocht met eiwitten uit haarvaten
Aldosteron hormon:
• Verminderd urine productie