HC 2

Question 1

Welke 3 Kernbegrippen staan er in H2 van de Wet IB?

Answer 1

Belastingsubject
Belastingobject
Tarief

Question 2

Waar staat het Belastingsubject in de wet?

Answer 2

Art. 2.1 Wet IB

Question 3

Welke soorten Belastingsubjecten kennen we in de IB?

Answer 3

Zie art. 2.1 Wet IB:

• Binnenlandse bp –> inwoners van NL
• Buitenlandse bp –> niet inwoners met NL inkomen

Question 4

Waar staat het Belastingobject geregeld voor de IB in de wet? Welke 3?

Answer 4

Art. 2.3 Wet IB:

• werk en woning
• aanmerkelijk belang
• sparen en beleggen

Question 5

Waar staat het tarief van de verschillende boxen?

Answer 5

Box 1: art. 2.10 Wet IB
Box 2: art. 2.12 Wet IB
Box 3: art. 2.13 Wet IB

Verschillende tarieven per box = een analytische benadering

Question 6

Box 1 kent 5 inkomenscategorieën. Welke? (in welk artikel staan ze?)

Answer 6

Art. 3.1 Wet IB

• Winst uit onderneming
• Loon
• Resultaat uit overige werkzaamheden
• Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
• Eigen woning

Question 7

Wanneer is er sprake van een bron? / Welke bronvereisten gelden er?

Answer 7

• Deelname aan het economisch verkeer
• Voordeel wordt beoogd (subjectief)
• Voordeel valt te verwachten (objectief)

Question 8

Dmv Persoonsgebonden Aftrek houdt de IB rekening met de persoonlijke omstandigheden. In welk hoofdstuk van de IB is de Persoonlijke Aftrek geregeld?
En in welk artikel staan ze opgesomd?

Answer 8

Hoofdstuk 6 Wet IB

Opsomming in art. 6.1 Wet IB

Question 9

Wat is de volgorde van verrekening van Persoonsgebonden Aftrek?

Answer 9

Art. 6.2 Wet IB: eerst box 1, dan box 3, dan box 2

Question 10

Waar vinden we het tarief van Box 1? En hoe is de verdeling van IB en Premie Volksverzekeringen?

Answer 10

Zie art. 2.10 Wet IB

3e en 4e schijf geen PVV meer

Question 11

Waarom is het onderscheid in box 1 tussen PVV en IB van belang?

Answer 11

Voor het Internationale BR

Question 12

Waar vinden we het tarief van box 2? Wat is het tarief daar?

Answer 12

Art. 2.12 Wet IB
25%
In 2014: tot eerste 250.000 22%

Question 13

Waar vinden we het tarief van box 3? Wat is het tarief daar?

Answer 13

Art. 2.13 Wet IB

30%

Question 14

Welke componenten worden belast in box 2?

Answer 14

Art. 4.12 Wet IB
Reguliere voordelen
Vervreemdingsvoordelen

Question 15

Ter info

Answer 15

Box 3
 	Inkomen uit sparen en beleggen	
  	Fictief rendement over vermogen (4%)
 	Inbreuk op reële stelsel
  	Tarief 30%
 	Veel kritiek op wijze van heffing box 3

Question 16

Hoe wordt de verschuldigde IB berekend?

Answer 16

Art. 2.7 Wet OB
Gezamenlijke bedrag per kalenderjaar van 
- inkomen uit werk en woning
- aanmerkelijk belang
- sparen en beleggen
verminderd met de heffingskorting

Question 17

Ter info over Verliesverrekening

Answer 17

Verliezen en belastingen

• In IB en Vpb staat draagkracht centraal
• Verlies is negatieve draagkracht
• Verliezen zijn dus in beginsel verrekenbaar

Verliezen in de wet IB

• Verliescompensatie per box geregeld
• Als hoofdregel geen boxoverschrijdende verliescompensatie mogelijk

Question 18

Verliescompensatie box 1: Hoe en waar geregeld?

Answer 18

Art. 3.150 Wet IB
Verliezen Box 1 te compenseren met winsten uit box 1:
3 jaar carry back
9 jaar carry forward

De betaalde belasting wordt geretourneerd

Question 19

Verliescompensatie box 2: Hoe en waar geregeld?

Answer 19

Art. 4.49 Wet IB
Met box 2 inkomen te verrekenen uit andere jaren:
1 jaar carry back
9 jaar carry forward

Question 20

Hoofdregel: Geen boxoverschrijdende verliescompensatie. Daar is 1 inbreuk op. Welke?

Answer 20

Uitzondering: Art. 4.53 Wet OB –> restant box 2 verlies

Belastingkorting voor box 1 voor bepaald aantal jaren maximaal