HC 2 Flashcards

1
Q

door welke factoren hebben we hoge prevalentie infectieziekten

A

toegenomen mobiliteit
risicogedrag
mislukte bestrijding vectoren
ontbossing
klimaateverandering
toename resistentie
falen tijdige detectie infectieziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wie is verantwoordelijk voor bestrijdingsmaatregelen
en wie voor uitbraken/epidemien

A

bestrijdingsmaatregelen: burgemeester, GGD is adviserende en uitvoerende dienst

uitbraken: minister van VWS, centrum infectieziektenbestrijding RIVM is adviserende en uitvoerende dienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke groepen infectieziekten zijn er

A

groep A: COVID, MERS, pokken, polio, SARS
groep B1: difterie, pest, rabies, tbc, mpox
groep B2: buiktyfus, cholera, HAV, HBV, HCV, kinkhoest, rubella, E. coli, GAS
groep C: bof, botulisme, dengue, creutzfeld-jakob, H. influenza type B, legionella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

maatregelen bij uitbraken bij verschillende groepn infectieziekten

A

A: gedwongen opname/isolatie, gedwongen onderzoek, gedwongen quarantaine incl medisch toezicht op ontw ziekte, verbod beroepsuitoefening

B1: gedwongen opname/isolatie, gedwongen onderzoek,, verbod beroepsuitoefening

B2: verbod beroepsuitoefening

C: geen maatregelen, wel meldplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werkt meldingsplicht voor infectieziekten

A

A ziekte: bij vermoeden zelfs direct melden aan GGD (COVID19 nu door lab gemeldt tho)
rest: binnen 1dag na vaststellen melden

MRSA alleen melden als clusters buiten ziekenhuis worden veroorzaakt
voedselvergiftigingen melden bij ≥2 pt ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn bekende port d’entree en port d’exit van infectie verwekkers

A

conjunctiva
tr respiratorius
tr GI
tr urogenitalis
open wonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

directe vs indirecte transmissie

A

direct: aanraking, zoenen, geslachtsgemeenschap, druppelinfectie, (bloed)transfusies, transplacentaal, overig (geboorte/medische ingrepen)

indirect: vehicle born (voedsel/water), vector borne (insecten/dieren), airborne (stof/hoesten), parentaal (besmette injectienaalden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

methoden voor infectiepreventie

A

gezondheidsbescherming (dmv hygiene)
gezondheidsvoorlichting en opvoeding
vaccinatie/immunisatie en profylaxe
aangifte infectieziekten (surveillance)
secundaire preventie
bron- en contactonderzoeken
outbreak onderzoek (telt cases en bekijkt mogelijke bronnen van de pathogenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

5 momenten van handhygiene

A
  1. voor contact met pt
  2. voor schone/steriele handeling
  3. na contact met lichaamsvloeistoffen pt
  4. na contact met pt
  5. na aanraken omgeving pt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke andere vaccinatieprogramma’s zijn er naast RVP

A

Hep B voor risicogroepen als sekswerkers, MSM, IV drugsgebruikers en gezondheidswerkers
influenza (immuungecompromitteerden)
reizigersimmunisatie (om te voorkomen dat nieuwe infecties meegenomen worden naar hier)
BCG-vaccinatie voor kinderen uit endemische gebieden
vaccinatie op maat (bv varicella zoster voor 50+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

door welk programma wordt surveillance uitgevoerd

A

OSIRIS –> online system for infectious diseases registration within ISIS (= infectieziekten surveillance informatiesysteem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly