HC 1 Flashcards

1
Q

implementatie preventie ziekenhuisinfectie in NL

A
  • infectiepreventie afdeling in iedere zorginstelling
  • handvatten met richtlijnen gebaseerd op literatuur
  • ontwikkelt beleid, richtlijnen en onderwijs
  • werkvloer heeft eigen professionele verantwoordelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

controle van kwaliteit infectiepreventie afdelingen in NL

A

IGC (inspectie gezondheid en jeugd)
en visitaties KRIZ (kwaliteit afdeling infectiepreventie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wie zijn de aansprakelijken voor infectiepreventie

A

ziekenhuis (raad van bestuur)
medische specialisten
BIG-geregistreerden en niet-BIG geregistreerden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat staat in de wet over de kwaliteit zogr

A

burger in NL moet kunnen vertrouwen op verantwoorde zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke betrokkenen zijn het meest belangrijk in IP

A

arts-microbioloog
adviseurs IP
infectiologen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschil preventie kolonisatie en preventie infectie

A

kolonisatie:voorkomen blijvend nestelen van de ziekteverwekker

infectie: voorkomen aanwezigheid micro-organisme dat tot infectie leidt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

doel antibioticabeleid

A

gericht op voorkomen resistentie en adequaat behandelen infectie (op tijd stoppen, juiste AB voorschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

definitie nosocomiale infectie

A

een infectie die ontstaan is tijdens/door verblijf in zkh en NIET aanwezig was bij begin
–> doorgaans na eerste 2 dgn opname ontstaan of te herleiden aan vorige opname/ingreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

universele preventieve maatregelen

A

persoonlijke hygiene (nagels, haar, dienstkleding)
handhygiëne (voor/na zorg)
asepsis (steriel werken)
decontaminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke 4 soorten bronisolatie zijn er/heb je

A

contactisolatie (lichaam-lichaam/contact met gecontamineerd voorwerp)
druppelisolatie (hoesten, niezen, spreken, depositie op mucosa/conjunctivae)
aeorgeen (airborne druppelkernen die in lucht blijven suspendeert)

combinatie van alles: MRSA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke ziekenhuisinfecties zijn het meest voorkomend

A

postoperatieve wondinfectie
sepsis
UWI
LWI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly