H9 Par 3 Flashcards
1
Q
consumentenvertrouwen
A
het vertrouwen dat de consumenten in de economie hebben
2
Q
depressie
A
de hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten daalt gedurende een lange tijd
3
Q
hoogconjucteer
A
een periode met een grote vraag naar goederen en diensten
4
Q
laagconjuctuur
A
een periode met een kleine vraag naar goederen en diensten
5
Q
recessie
A
milde vorm van laagconjuctuur
6
Q
werkgelegenheid
A
het aantal mensen met betaalde werk