H1 Par 4 Flashcards
Geld moet aan een aantal eisen voldoen
- Deelbaar zijn
- Handzaam zijn
- Niet bederfelijk zijn
- De materiaalwaarde mag niet hoger zijn dan de waardige die op het geld gebruikt staat
Geld
Een algemeen aanvaardbaar ruilmiddel
Geld heeft 4 waardes
- Intrinsieke waarde
- Nominale waarde
- Interne waarde
- Externe waarde
Intrinsieke waarde (van geld)
De materiaalwaarde van geld
Nominale waarde (van geld)
De waarde die op het geld is aangegeven
Interne waarde (van een euro)
De hoeveelheid goederen en diensten die je in eigen land met een euro kunt kopen
Externe waarde (van een euro)
De hoeveelheid buitenlands geld die je met een euro kunt kopen
Fiduciair geld
De waarde van het geld is op vertrouwen gebaseerd
Geld heeft 3 functies
- Ruilfunctie: je ruilt geld in voor producten (indirecte ruil)
- De oppotfuctie: je geld vermogen in geld bewaren ipv in aantal koeien
- De rekenfunctie: de waardes van verschillende producten vergelijken
2 soorten geld
- Chartaal geld (tastbaar geld)
- Giraal geld (geld op bank- en girorekeningen)
Verschillende manieren om giraal geld te gebruiken (6)
- Pinpas
- Overschrijvingskaart
- Acceptgiro
- Creditcard
- Internetbankieren
- Telefonisch geld overmaken
Pinpas
Middel om over giraal geld te beschikken
Overschrijvingskaart
Middel waarmee je geld kunt overmaken van je eigen rekening naar een andere rekening
Acceptgiro
Overschrijvingsformulier waarmee je rekening betaalt
Creditcard
Kaart waarmee je aankopen op krediet doet