H1 Par 2 Flashcards
1
Q
Alternatieve aanwendbaarheid
A
Middelen (productiefactoren) op verschillende manieren inzetten
2
Q
Vaste lasten
A
Verplichte uitgaven die regelmatig terugkomen
3
Q
Incidentele (grote) uitgaven
A
(Grote) uitgaven die maar af en toe voorkomen
4
Q
Dagelijkse uitgaven
A
Regelmatige terugkerende uitgaven die je van je huishoudgeld betaalt
5
Q
Begroting (butgetplan)
A
Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven (zie samenvatting)