H9 - De Bijdrage Van De Test In Het Beslissingsproces Flashcards

1
Q

Incrementele validateit

A

Hoeveel wordt de correlatie verhoogt in vergelijking met het aprioriniveau door toevoeging dan de testinformatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is enkelvoudige selectie/het afwijzingsmodel

A

Individuen worden onderzocht met het oog op een enkel criterium en kunnen of wel voldoen of niet voldoen aan de eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat geeft de selectieratio weer?

A

Het percentage mensen dat wordt aangenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is base rate?

A

De toevalskans, het percentage geschikte kandidaten als men niet zou selecteren maar volgens toeval, of iedereen, zou aannemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Succesratio

A

Percentage succesvolle kandidaten binnen de aangenomen groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De alternatieven kunnen kwantitatief van elkaar verschillen, maar wel in één dimensie of in elkaars verlengde liggen.
Bijvoorbeeld: schooltypen verschillen qua niveau maar niet van aard

A

univariate informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Keuzealternatieven die qua aard verschillend zijn

A

multivariate informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een of meer van tevoren vaste gestelde behandelingen waar men tussen kan kiezen

A

vaste treatment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

behandeling of opleiding aanpassen aan individu

A

variabele treatment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

enkelvoudige selectie of afwijzingsmodel

A

individuen worden onderzocht met één criterium in het achterhoofd en voldoen of wel of niet aan de eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

selectieratio

A

percentage kandidaten dat wordt aangenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

base rate, antecedent probability, toevalskans

A

Het percentage geschikte kandidaten wanneer men niet zou selecteren maar volgens toeval (of allen) zou aannemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

succesratio

A

percentage succesvolle kandidaten binnen de aangenomen groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen selectieratio en succesratio

A

selectieratio is iedereen die wordt geselecteerd (aangenomen)
succesratio is het aantal succesvolle mensen in de groep die is aangenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aangenomen kandidaten moeten minstens een kans P op succes hebben

A

gefixeerde succesratio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Veelvoudige minimumscore (‘multiple’cut-off’procedure’)

A

Voor iedere test wordt een afzonderlijke kritische (minimum)score vastgesteld. Scoren kandidaten hieronder dan worden ze afgewezen.

17
Q

Waarom is trapsgewijze selectie handig?

A

Er kan veel tijd en geld worden bespaard en er worden niet meer foutieve beslissingen genomen.

18
Q

Eerst worden de meest bekwame kandidaten in de best bij hen passende functies geplaatst en daarna worden minder bekwame kandidaten min of meer aselect of naar een of andere vuistregel over de open gebleven functies verdeeld.

A

‘Cut and fit’-methode

19
Q

Waarom gaat de bandwijdte van een instrument (veelheid aan informatie) ten koste van de zuiverheid (nauwkeurigheid van de informatie) van de test en andersom?

A

Omdat bandwijdte gaat over veel info, dus je test heel breed en dus niet in de diepte en zuiverheid over nauwkeurigheid dan vraag je dus veel over hetzelfde onderwerpje om dit heel nauwkeurig in beeld te brengen.