H9: complicaties bij de wondheling Flashcards
onvoldoende nutritionele ondersteuning
tragere wondheling en een toegenomen risico op wondinfectie
Medicatie
vertraagde wondheling en immunosupressie
hypovolemie
vertraagde proliferatie en effect op inflammatie
anemie
vertraagde proliferatie
wonddehiscentie
hechtdraad verliest treksterkte maar de wond is nog niet genezen, dus blijft open
ulcus
chronische wonde die oppervlakkig gelocaliseerd is (huid mucosae, cornea).
Kenmerkend: geen tot slechts een smalle rand epithelisatie die los ligt op het granulatieweefsel
Hypergranulatie weefsel
teveel epithelisatie, vooral bij paard
ten gevolge van:
- inflammatie die traag op gang komt –> cytokines blijven fibroblasten recruteren en dus teveel collageen vorming… geen angiogenese
- fibroblasten vormen zich niet om tot myofibroblasten
ledenmaten paard!
- lagere vascularisatie
- beweging
- botsekwesters, blootliggende pezen
- vaak infectie
corticosteroïden (na debrideren en rest) en vulketan gel tegenproliferatie!
wond infectie (infectie hangt af van een aantal risicfactoren)
- mate van contaminatie (regio
- duur chirurgische ingreep
- type anesthesie
- complexiteit ingreep
- handelingen met het weefsel
- metabole aandoening
- geslacht
risico op wondinfectie =
(mate van contaminatie x virulentie) / afweer van de gastheer
ernst van de bacteriële infectie
- aantal kiemen
- virulentie van de kiemen
- wisselwerking tussen de kiemen
- duur contaminatie
Meest voorkomende kiemen
Paard:
streptococcen, staphylococcen, pseudomonas
Varken:
arcanobacterium
Rund:
Arcanobacterium > hemolytishce clostridia, staphylococcen en streptococcen
Hond:
staphyloccocen, coliforme bacteriën
Kat:
Streptococcen, staphylococcen, anaerobe kiemen in bijtwonden
flegmoon
diffuus verspreide bacteriële ontsteking
abces
ophoping van etter afgelijnd door een bindweefselkapsel
(ontwikkelen tot een cyste, of kan uitbreken tot fistel)