H6 de adolescentie en jeugdstrafrecht Flashcards
binding
de manier waarop mensen zich verbinden met hun omgeving
bonding social kapital
deel uitmaken van eigen netwerken en organisaties
ingroup
groep waartoe een persoon zich verbonden voelt en waarmee ze zich identificeren
sociale homofilie
de neiging van mensen om relaties te vormen met anderen die op hen lijken
bridging social kapital
verbindingen maken met de bredere samenleving
outgroups
een groep waartoe een persoon niet behoort en waarmee ze zich niet identificeren
sociale heterofilie
verwijst naar de neiging om relaties aan te gaan met mensen die verschillen in kenmerken
linking
relaties met de maatschappelijke instituties en personen met een machtsverhouding
systeemintegratie
opgelegde migratie (mensen gedwongen worden om te verhuizen naar een ander gebied of land), men maakt deel uit van een natiestaat en houdt zich aan de regels hiervan
sociale integratie
de opname in de samenleving op basis van eigen motieven, oriëntaties en contacten
kan door middel van
- Participatie (onderwijs, arbeid)
- Acculturatie (kennis en skills om mee te doen)
- Interactie (contacten buiten eigen kring)
- Identificatie (herkenning en vereenzelviging - iemand zichzelf sterk identificeert met een persoon, groep, idee of situatie, tot het punt waarop ze zich ermee “één” voelen)
identificatie
niet hetzelfde als verbinding, iemand kan zich verbonden voelen tot Nederland omdat ze hier wonen, maar zich meer identificeren als iemand uit het land van geboorte
functioneel
Iemand doet mee aan verschillende onderdelen van de samenleving, zoals werken, naar school gaan, of in een buurt wonen. Het gaat erom dat je op allerlei manieren verbonden bent met de maatschappij, niet alleen via je afkomst.
normatief
individu heeft ruimte om eigen normen en opvattingen te volgen en in te brengen in de samenleving
emotioneel
individu heeft gevoelens van verbondenheid met anderen en in meer abstracte zin met Nederland
haven
concrete fysieke omgeving of een concrete plek als basis voor een gevoel van thuis voelen
heaven
situatie waarin je het gevoel hebt jezelf te kunnen zijn en jezelf te kunnen ontplooien
sociale identiteit
mensen baseren hun zelfbeeld niet alleen op hun persoonlijke karakteristieken en prestaties (persoonlijke identiteit) maar ook op evaluaties en karakteristieken van de groepen waarvan ze lid zijn
sameness
het vinden van overeenkomsten
otherness
het vinden van verschillen
reactieve identiteit
door discriminatie wordt de nadruk op (etnische) groepsidentiteit versterkt, waardoor de sociaal-culturele afstand tot de Nederlandse samenleving wordt vergroot
integratie paradox
degenen die het meest geworteld in de samenleving zijn ervaren het vaakst discriminatie en uitsluiting
sense of belonging
het hebben van een thuisgevoel en heeft hiermee een symbolisch accent
acculturatie
veranderingen die op kunnen treden binnen groepen door middel van contact en interactie met anderen groepen
individueel niveau
ontstaan interne veranderingen als gevolg van langdurig contact met een andere cultuur
groepsniveau
ontstaan veranderingen binnen groepen die deelnemen aan intercultureel contact
assimilatie
nadruk ligt op identificatie met de meerderheid
separatie
men ziet zich voornamelijk in termen van de eigen etnische gemeenschap
integratie
mensen identificeren zich zowel met de eigen etnische groepering als met de meerderheidsgroepering
marginalisatie
wanneer weinig mogelijkheid is voor, of interesse in, het behoud va de oorspronkelijke cultuur, en weinig interesse is in het hebben van relaties met anderen
attachment
Je voelt je sociaal en emotioneel verbonden met anderen, zoals familie, vrienden of je gemeenschap.
commitment
Je denkt na over je toekomst en vindt het belangrijk om ergens naartoe te werken, zoals een opleiding of een carrière.
involvement
Je doet actief mee in de samenleving, bijvoorbeeld door naar school te gaan, te werken of vrijwilligerswerk te doen.
belief
Je gelooft dat de regels en afspraken in de samenleving eerlijk en rechtvaardig zijn, en je respecteert die.
etnische identiteit
is hoe iemand zich voelt en zichzelf ziet in relatie tot zijn etnische achtergrond. Als je een sterk gevoel van je etnische identiteit hebt, voel je je beter over jezelf, heb je een positievere houding naar andere groepen en heb je minder gedragsproblemen
unexamined
Je hebt nog niet veel nagedacht over je etnische identiteit (diffusie = geen duidelijke identiteit, foreclosure = je hebt het idee van anderen overgenomen).
search
Je gaat je identiteit onderzoeken en uitproberen.
achieved
Je hebt keuzes gemaakt en een sterk gevoel van je etnische identiteit ontwikkeld.
religieuze identiteit
gaat over hoe jongeren zich verbinden met hun geloof.
unexamined-diffusie
Je gelooft wel in de islam, maar leeft het niet echt uit.
unexamined-foreclosure
Je volgt het geloof strikt, zonder veel ruimte voor andere interpretaties.
search
Je onderzoekt en probeert verschillende aspecten van het geloof uit (de meeste jongeren zitten in deze fase).
achieved
Je hebt keuzes gemaakt en je hebt een duidelijke religieuze identiteit.
disproportionate minority contact (DMC)
jongeren met een migratieachtergrond worden oververtegenwoordigd in alle stappen van de strafrechtketen, maar krijgen veel minder vaak een HALT-maatregel en komen in plaats daarvan vaker in een justitiële jeugdinrichting (JJI)
klassenjustitie
het idee dat het strafrecht de hogere klasse bevoordeelt en de lagere klasse benadeelt
de manier waarop mensen zich verbinden met hun omgeving
binding
deel uitmaken van eigen netwerken en organisaties
bonding social kapital
groep waartoe een persoon zich verbonden voelt en waarmee ze zich identificeren
ingroup
de neiging van mensen om relaties te vormen met anderen die op hen lijken
sociale homofilie
verbindingen maken met de bredere samenleving
bridging social kapital
een groep waartoe een persoon niet behoort en waarmee ze zich niet identificeren
outgroups
verwijst naar de neiging om relaties aan te gaan met mensen die verschillen in kenmerken
sociale heterofilie
relaties met de maatschappelijke instituties en personen met een machtsverhouding
linking
opgelegde migratie (mensen gedwongen worden om te verhuizen naar een ander gebied of land), men maakt deel uit van een natiestaat en houdt zich aan de regels hiervan
systeemintegratie
de opname in de samenleving op basis van eigen motieven, oriëntaties en contacten
kan door middel van
- Participatie (onderwijs, arbeid)
- Acculturatie (kennis en skills om mee te doen)
- Interactie (contacten buiten eigen kring)
- Identificatie (herkenning en vereenzelviging - iemand zichzelf sterk identificeert met een persoon, groep, idee of situatie, tot het punt waarop ze zich ermee “één” voelen)
sociale integratie
niet hetzelfde als verbinding, iemand kan zich verbonden voelen tot Nederland omdat ze hier wonen, maar zich meer identificeren als iemand uit het land van geboorte
identificatie
Iemand doet mee aan verschillende onderdelen van de samenleving, zoals werken, naar school gaan, of in een buurt wonen. Het gaat erom dat je op allerlei manieren verbonden bent met de maatschappij, niet alleen via je afkomst.
functioneel
individu heeft ruimte om eigen normen en opvattingen te volgen en in te brengen in de samenleving
normatief
individu heeft gevoelens van verbondenheid met anderen en in meer abstracte zin met Nederland
emotioneel
concrete fysieke omgeving of een concrete plek als basis voor een gevoel van thuis voelen
haven
situatie waarin je het gevoel hebt jezelf te kunnen zijn en jezelf te kunnen ontplooien
heaven
mensen baseren hun zelfbeeld niet alleen op hun persoonlijke karakteristieken en prestaties (persoonlijke identiteit) maar ook op evaluaties en karakteristieken van de groepen waarvan ze lid zijn
sociale identiteit
het vinden van overeenkomsten
sameness
het vinden van verschillen
otherness
door discriminatie wordt de nadruk op (etnische) groepsidentiteit versterkt, waardoor de sociaal-culturele afstand tot de Nederlandse samenleving wordt vergroot
reactieve identiteit
degenen die het meest geworteld in de samenleving zijn ervaren het vaakst discriminatie en uitsluiting
integratie paradox
het hebben van een thuisgevoel en heeft hiermee een symbolisch accent
sense of belonging
veranderingen die op kunnen treden binnen groepen door middel van contact en interactie met anderen groepen
acculturatie
ontstaan interne veranderingen als gevolg van langdurig contact met een andere cultuur
individueel niveau
ontstaan veranderingen binnen groepen die deelnemen aan intercultureel contact
groepsniveau
nadruk ligt op identificatie met de meerderheid
assimilatie
men ziet zich voornamelijk in termen van de eigen etnische gemeenschap
separatie
mensen identificeren zich zowel met de eigen etnische groepering als met de meerderheidsgroepering
integratie
wanneer weinig mogelijkheid is voor, of interesse in, het behoud va de oorspronkelijke cultuur, en weinig interesse is in het hebben van relaties met anderen
marginalisatie
Je voelt je sociaal en emotioneel verbonden met anderen, zoals familie, vrienden of je gemeenschap.
attachment
Je denkt na over je toekomst en vindt het belangrijk om ergens naartoe te werken, zoals een opleiding of een carrière.
commitment
Je doet actief mee in de samenleving, bijvoorbeeld door naar school te gaan, te werken of vrijwilligerswerk te doen.
involvement
Je gelooft dat de regels en afspraken in de samenleving eerlijk en rechtvaardig zijn, en je respecteert die.
belief
is hoe iemand zich voelt en zichzelf ziet in relatie tot zijn etnische achtergrond. Als je een sterk gevoel van je etnische identiteit hebt, voel je je beter over jezelf, heb je een positievere houding naar andere groepen en heb je minder gedragsproblemen
etnische identiteit
Je hebt nog niet veel nagedacht over je etnische identiteit (diffusie = geen duidelijke identiteit, foreclosure = je hebt het idee van anderen overgenomen).
unexamined
Je gaat je identiteit onderzoeken en uitproberen.
search
Je hebt keuzes gemaakt en een sterk gevoel van je etnische identiteit ontwikkeld.
achieved
gaat over hoe jongeren zich verbinden met hun geloof.
religieuze identiteit
Je gelooft wel in de islam, maar leeft het niet echt uit.
unexamined-diffusie
Je volgt het geloof strikt, zonder veel ruimte voor andere interpretaties.
unexamined-foreclosure
Je onderzoekt en probeert verschillende aspecten van het geloof uit (de meeste jongeren zitten in deze fase).
search
Je hebt keuzes gemaakt en je hebt een duidelijke religieuze identiteit.
achieved
jongeren met een migratieachtergrond worden oververtegenwoordigd in alle stappen van de strafrechtketen, maar krijgen veel minder vaak een HALT-maatregel en komen in plaats daarvan vaker in een justitiële jeugdinrichting (JJI)
disproportionate minority contact (DMC)
het idee dat het strafrecht de hogere klasse bevoordeelt en de lagere klasse benadeelt
klassenjustitie