H1 migratie en kritische pedagogiek Flashcards

1
Q

positionaliteit

A

iemands persoonlijke geschiedenis inclusief opvoeding, opleiding en werk- en leefomgeving, die mede bepaalt hoe iemand denkt en handelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gedragswetenschappelijke kennis

A

gestandaardiseerde waarnemingen die volgens betrouwbare, controleerbare en herhaalbare methoden zijn uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

objectieve kennis

A

kennis dat losstaat van de waarneming of voorkeuren van individuen. dit is kijken vanuit een neutrale blik en vanuit feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

subjectieve kennis

A

iemands persoonlijke oordeel of zienswijze, dit is geen neutrale kennis en gaat over meningen in plaats van feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

perspectieven

A

de manier van kijken naar de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ideologie

A

betekent een coherent set ideen en waarden over de wereld, de maatschappij en de rol van de mens daarin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

indoctrinatie

A

manipulatie door systematische en eenzijdige onderwijzen van aanvechtbare overtuigingen, met de bedoeling dat deze zonder kritiek aanvaard worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verborgen curriculum

A

impliciete normen en waarden die (meestal onbewust) in het onderwijs worden overgebracht. is te vinden in de structuur en inhoud van het onderwijs en gaan vaak in op dominante normen en waarden die voor de meeste mensen vanzelfsprekend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eurocentrisme

A

het onderwijs legt een te grote nadruk op de europese cultuur en westerse ideen en theorieen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dekoloniale kennis

A

in het onderwijs bestaat een ongelijke waardering van verschillende soorten kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

machtsstructuren

A

de verdeling van stemmen, financiering en ruimte is ongelijk verdeeld in het onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

banking education

A

de leerling werd gezien als passief object, dat geen invloed kon hebben op het beteren van het onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

conscientizacao

A

onderwijsvorm die het belang van burgerschap en politiek bewustzijn benadrukte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

deficit perspective

A

dit gaat in op wat mensen allemaal niet kunnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

strength based approach

A

waarmee mogelijkheden onderzocht worden om de omgeving positief aan te passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

iemands persoonlijke geschiedenis inclusief opvoeding, opleiding en werk- en leefomgeving, die mede bepaalt hoe iemand denkt en handelt

A

positionaliteit

17
Q

gestandaardiseerde waarnemingen die volgens betrouwbare, controleerbare en herhaalbare methoden zijn uitgevoerd

A

gedragswetenschappelijke kennis

18
Q

kennis dat losstaat van de waarneming of voorkeuren van individuen. dit is kijken vanuit een neutrale blik en vanuit feiten

A

objectieve kennis

19
Q

iemands persoonlijke oordeel of zienswijze, dit is geen neutrale kennis en gaat over meningen in plaats van feiten

A

subjectieve kennis

20
Q

de manier van kijken naar de wereld

A

perspectieven

21
Q

betekent een coherent set ideen en waarden over de wereld, de maatschappij en de rol van de mens daarin

A

ideologie

22
Q

manipulatie door systematische en eenzijdige onderwijzen van aanvechtbare overtuigingen, met de bedoeling dat deze zonder kritiek aanvaard worden

A

indoctrinatie

23
Q

impliciete normen en waarden die (meestal onbewust) in het onderwijs worden overgebracht. is te vinden in de structuur en inhoud van het onderwijs en gaan vaak in op dominante normen en waarden die voor de meeste mensen vanzelfsprekend zijn

A

verborgen curriculum

24
Q

het onderwijs legt een te grote nadruk op de europese cultuur en westerse ideen en theorieen

A

eurocentrisme

25
Q

in het onderwijs bestaat een ongelijke waardering van verschillende soorten kennis

A

dekoloniale kennis

26
Q

de verdeling van stemmen, financiering en ruimte is ongelijk verdeeld in het onderwijs

A

machtsstructuren

27
Q

de leerling werd gezien als passief object, dat geen invloed kon hebben op het beteren van het onderwijs

A

banking education

28
Q

onderwijsvorm die het belang van burgerschap en politiek bewustzijn benadrukte

A

conscientizacao

29
Q

dit gaat in op wat mensen allemaal niet kunnen

A

deficit perspective

30
Q

waarmee mogelijkheden onderzocht worden om de omgeving positief aan te passen

A

strength based approach

31
Q
A