h6 Flashcards
dekzand
afzetting van zand door de wind in de laatste ijstijd
gletsjer
enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift
keileem
grondmorene bestaande uit een mengsel van keien, grind, zand en leem
landijs
laag eeuwige sneeuw op het land die tot ijs is samengeperst.
keileemkop
door het landijs opgeperste heuvel van keileem
löss
afzetting van fijne deeltjes door de wind in de laatste ijstijd.
pleistoceen
geologisch tijdvak vanaf 2,5 miljoen jaar tot 12000 jaar geleden
puinwaaier
waaiervormige afzetting die zich vormt als dde stroomsnelheid van een rivier sterk vermindert
regiem
schommelingen in de waterafvoer van een rivier
stuwwal
door landijs opgedrukte heuvel
tongbekken
door het landijs uitgediept rivierdal
vlechtende rivier
snelstromende rivier met veel ondiepe waterlopen
albedo-effect
het effect dat zonlicht weerkaatst op het aardoppervlak
diepte-erosie
uitschurende werking van een rivier, waardoor zich een v-dal vormt
geologische tijdschaal
de indeling van de geschiedenis van de aarde in geologische perioden en tijdvakken
glaciale landschapsvorm
vorm in het landschap die is ontstaan door landijs
grondmorene
sediment dat onder het ijs ligt en dat achterblijft als de gletsjer smelt
ijstijd
koude periode waarin de gemiddelde temperatuur op aarde een paar graden daalt en waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen
interglaciaal
warmere periode tussen twee ijstijden in
natuurlijk broeikaseffect
het vasthouden van zonnewarmte door de dampkring
puinwaaier
waaiervormige afzetting die zich vormt als de stroomsnelheid van een rivier sterk vermindert
verhang
het verval per kilometer
versterkt broeikaseffect
de versterking van het natuurlijke broeikaseffect door de toename van Co2 in de lucht
basisveen
veen dat aan de basis ligt van de holocene afzettingen in nederland
grondwaterpijl
bovenkant van het grondwater
hollandveen
veen dat is ontstaan door verlanding van open water en moerassen. het ligt in delen van west-nederland aan de oppervlakte
holoceen
geologisch tijdvak vanaf 12000 jaar geleden tot nu
hoogveen
veen dat tijdens het ontstaan helemaal afhankelijk is van regenwater
jonge duinen
duinen die vanaf ongeveer het jaar 800 n.Chr zijn gevormd
jonge zeeklei
zeeklei die is afgezet in gebieden die sinds ongeveer het jaar 500 v.chr door de zee zijn overstroomd
laagveen
veen dat onder water is gevormd, onafhankelijk van regenwater
oude duinen
duinen die vanaf ongeveer 6000 jaar geleden tot ongeveer het jaar 800 zijn gevormd.
relatieve zeespiegelstijging
de combinatie van de absolute zeespiegelstijging en het effect van de bodemdaling
strandwal
zandbank die door de branding is opgeworpen en boven zeeniveau ligt
zeegat
toegang tot de open zee vanuit een rivier, zeearm of binnenzee
verlanding
het dichtgroeien van open water door veenontwikkeling in ondiep water
aanslibbingskust
kust waarbij de afzetting van materiaal overheerst
duin
een door de wind opgeworpen heuvel van zand
grondwaterpijl
bovenkant van het grondwater
strandwal
zandbank die door de branding is opgeworpen en boven zeeniveau ligt
waterkringloop (kort en lang)
de voortdurende verplaatsing van water terug naar zee.
kort= van zee naar zee
lang= van zee naar land naar zee
droogmakerij
meren, plassen en delen van de zee die zijn drooggelegd
getij
de dagelijkse beweging van opkomend (vloed)water en afgaand water (eb)
inklinking
het inzakken van een klei- of veenbodem door ontwatering
jonge zeeklei
zeeklei die is afgezet in gebieden die sinds ongeveer het jaar 500 v.Chr door de zee zijn overstroomt
kwelder
een begroeid stuk land dat direct aan de zee grenst en alleen bij hoge vloed overstroomt
kwelderwerken
menselijke ingrepen in kwelders om landaangroei te stimuleren
oude zeeklei
afzettingen van klei in het waddengebied achter de oude duinen
polder
gebied waar de waterstand kunstmatig wordt beheerd
regressie
periode waarin de invloed van de zee afneemt
transgressie
periode waarin de invloed van de zee toeneemt
veenontginning
ontgonnen veenlandschap met een strokenverkaveling
sedimentatie
afzetting van materiaal dat is meegenomen door water, wind of ijs
veen
grondsoort die bestaat uit vergane plantenresten
slib
afzetting op de bodem van in water aanwezige vaste deeltjes
terp
kunstmatige heuvel die door de bewoners zelf is opgeworpen met grond en afval
veenoxidatie
het verteren van plantenresten door de aanwezigheid van zuurstof in ontwaterd veen
verkaveling
de manier waarop land in stukken is verdeeld
zeekleipolder
polder die is ontstaan door het bedijken van een kwelder
esdorp
dorp met bij elkaar liggende akkers op de grens van hoog en laag
biodiversiteit
variatie aan levensvormen in de natuur
bio-industrie
andere naam voor intensieve veeteelt.
gemengd bedrijf
landbouwbedrijf met akkerbouw en veeteelt
graft
evenwijdig aan de hoogtelijnen gelegen steile rand of ‘knik’ begroeid met bomen en struiken om bodemerosie tegen te gaan.
hoogtelijn
lijn op een kaart die punten met dezelfde hoogteligging met elkaar verbindt
grondsoort
het losse materiaal aan de oppervlakte van de aardkorst
heuvelland
gebied met een hoogteligging tussen 200 en 500 meter
insnijding
het dieper worden van een dal door de uitschurende werking van een beek of rivier
intensieve veeteelt
veeteelt met inzet van veel kapitaal en kennis per dier om een hoge opbrengst te halen
landschap
alles wat je ziet als je vanuit een bepaald punt naar een gebied kijkt
middelgebergte
gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1500 meter hoog zijn
opheffing
het langzaam omhoogkomen van gebieden door endogene krachten
vermesting
het verrijken van de bodem met voedingsstoffen
zand
grondsoort met een grove korrelgrootte
bodem
de voor de plantengroei belangrijkste bovenste laag van de aardkorst
bodemerosie
het verdwijnen van de bovenste vruchtbare bodemlaag door water of wind
bodemprofiel
verticale doorsnede van de bodem die de horizonten laat zien
grondsoort
het losse materiaal aan de oppervlakte van de aardkorst
hoogtelijn
lijn op een kaart die punten met dezelfde hoogteligging met elkaar verbindt.
schaalvergroting
Productie in steeds grotere eenheden om op die manier de productiekosten te verlagen en de opbrengsten te verhogen.
intensivering
de productie per hectare of per dier vergroten met machines, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en beter zaaigoed.
klei
grondsoort met een fijne korrelgrootte
specialiseren
de keuze voor het verbouwen van één gewas of het behouden van één diersoort