H53 populations and life history traits Flashcards
Wat is een populatie?
Een groep individuen van een soort, die in hetzelfde gebied wonen.
Wat markeert de grens van een populatie?
De grens van een populatie kan natuurlijk zijn (eiland of meer) of worden willekeurig door een onderzoeker bepaald
Wat houdt populatie dichtheid in?
Populatiedichtheid is het aantal individuen per eenheidsgebied of volume (Het aantal eikenbomen per km² in Leeuwarden of het aantal E.coli bacteriën per millimeter in een reageerbuis.
Wat is het verschil met de verspreiding van een populatie en de populatiegrootte?
Verspreiding is het patroon van afstand tussen individuen binnen de grenzen van een populatie. Populatiegrootte is het aantal individuen binnen een populatie.
Wat is de markeer en terugvangmethode en welke eisen zitten hier aan?
Methode om populatiegrootte te bepalen
→ Voldoende samples
→ gemarkeerd en niet gemarkeerd hebben gelijke kans om te worden gevangen
→ gemarkeerde individuen zijn volledig in populatie gemixed
→ Geen individuen geboren, gestorven, geëmigreerd, geimigreerd.
Hoe werkt de markeer en terugvangmehode?
Onderzoekers vangen (niet altijd nodig) en markeren en willekeurig aantal individuen uit een populatie. Nadat de gamarkeerde individuen terug in de populatie zijn vermengd, wordt er een volgende groepindividuen genomen en wordt er gekeken hoeveel van deze tweede groep gemarkeerd zijn. Het aantal gemarkeerde individuen uit de tweede groep, gedeeld door het totale aantal van de tweede groep, zou gelijk moeten zijn aan het aantal gemarkeerde individuen van de eerste groep gedeeld door de geschatte populatiegrootte.
- Welk effect heet emigratie nog meer (behalve op de afname van de populatiegrootte/dichtheid)?
Emigratie (en immigratie) zorgt voor biologische uitwisseling tussen populaties.
Wat zijn de drie patronen van verspreiding?
- clumped
- uniform
- Random
Wat is territorialiteit? Wat heeft dit met (verschillende typen) verspreiding te maken?
Territorialiteit is het verdedigen van een fysiek gebied tegen indringen door andere individuen. Dit resulteert vaak in een uniform verspreidingspatroon, doordat individuen een negatieve invloed op elkaar hebben.
Wat is demografie? Op welke factoren wordt hierbij gelet?
Demografie is de studie van kwantitatieve aspecten van een populatie en hoe die met de tijd veranderen. Het gaat hierbij om factoren zoals geboorte, sterven en migratie.
Waarom zou het voor ecologen belangrijk zijn om:
a) de organismen in cohorten onder te verdelen?
b) de deathrate (sterftecijfer) te bepalen?
c) Bij te houden hoeveel offspring (nageslacht) er per vrouwtje is?
a) Een cohort omvat individuen van dezelfde leeftijd, dus dit neemt deze variabele weg.
B) het sterftecijfer geeft aan hoeveel individuen in het desbetreffende tijdsintervallen zijn gestorven, dit is nodig om de groei en overleving van een populatie te kunnen bepalen.
C) de hoeveelheid nageslacht per vrouwtje geeft de groei van een populatie aan.
Een ecologische gedachte: ‘je hebt je biologische taak volbracht als je als vrouw minimaal één dochter krijgt’. Waarom is dit (ecologisch en evolutionair gezien) van belang?
Als een vrouw een dochter voortbrengt kan deze weer nieuw nageslacht voortbrengen. Ecologisch en evolutionair gezien zorgt dit voor het voortbestaan van een populatie.
- Een overlevingscurve brengt de levende individuen binnen een cohort in kaart. Wat staat er op de x-as en y-as? (oftewel: wat is de onafhankelijke en afhankelijke variabele?).
Op de x-as staat de leeftijd (onafhankelijk) en op de y-as staat het aantal levende individuen (afhankelijk).
Wat zijn de 3 basis modellen van overleving?
I → laag sterftecijfer tijdens jeugd en middelbare leeftijd, hogere sterfte bij ouderen.
II → Constant sterfte cijfer tijdens het leven
III → Hoog sterftecijfer bij lage leeftijd, wordt daarna vlak doordat sterftecijfer afneemt voor de paar individuen die de eerste periode overleven.
Wat is het verschil tussen het exponentiële en logistische groeimodel?
Bij het exponentiële groeimodel wordt ervanuit gegaan dat (voedings)middelen overvloedig blijven → r blijft constant.
Bij het logistische groeimodel wordt er rekening gehouden met het maximale aantal individuen dat een leefgebied kan bezetten → r neemt af als N toeneemt