H51. An Overview of Ecology Flashcards

1
Q

Wat betekent het woord klimaat?

A

De op lange termijn heersende weersomstandigheden in een bepaald gebied. (De belangrijkste invloed op de verspreiding van organismen op het land.4 fysieke factoren temperatuur, neerslag, zonlicht en wind belangrijkste componenten van het klimaat.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verklaar de verandering van seizoenen

A

Omdat de aarde op zijn as is gekanteld ten opzichte van zijn baan rond de zon varieert de intensiteit van de zonnestraling per seizoen. Deze variatie is het kleinst in de tropen en neemt toe naar de polen toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

loef- en lijzijde

A
  • Loefzijde is dan de zijde waar de wind wordt gedwongen de berg op te gaan en waar het dus vaak regent, doordat vochtige lucht omhoog gestuwd wordt, afkoelt en brengt regen. Dit wordt stuwingsregen genoemd.
  • Lijzijde is de andere kant van de berg die uit de wind ligt. De lucht daalt daar en wordt warmer. Aan deze kant valt weinig of geen neerslag, het gebied achter de berg wordt ook wel regenschaduw genoemd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bossen en klimaat

A

Bossen beïnvloeden op 2 manieren het klimaat: Bossen verlagen de temperatuur van het aardoppervlak en verhogen de neerslagsnelheid.

Klimaat wordt heter en droger in gebieden waar mensen grote bossen hebben gekapt en wordt het koeler en natter waar mensen grote bossen hebben hersteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een microklimaat?

A

Van een microklimaat is sprake als de omstandigheden op een kleine schaal anders zijn dan je op basis van het klimaat zou verwachten. Dit wordt veroorzaakt door de geografie, begroeiing, overheersende windrichting en soms ook menselijk ingrijpen, zoals stedelijke bebouwing. Dit beïnvloedt de temperatuur, aantal zonuren en neerslaghoeveelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een abiotische factor?

A

Invloeden uit het ecosysteem op een organisme die door levenloze dingen worden veroorzaakt, zoals temperatuur, lucht, water, licht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een biotische factor?

A

Andere organismen die deel uitmaken van de omgeving van een individu en hier invloed op hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een bioom heet ook wel een vegetatiezone, wat is dit?

A

Biomen belangrijke levenszone die worden gekenmerkt door het vegatatietype in terrestrische biomen ( of door de fysieke omgeving in aquatische biomen)

Zoals tropische bossen, loofbossen, naaldbossen, graslanden, woestijnen en toendra’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een klimograaf (klimaatgrafiek)?

A

Gemiddelde temperauur jaarlijks y-as en gemiddelde neerslag jaarlijks x-as. Hoe meer neerslag hoe hoger de temperatuur. De noordpool zit in de min temperatuur en weinig neerslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent ‘terrestrial biomes’?

A

Terrestrial biomen worden grotendeels onderscheiden door hun dominante vegetatie en worden bepaald door hun temperatuur en regenval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar vind je een ecotoon?

A

Een ecotoon is een natuurlijke zone die bestaat tussen ecosystemen met verschillende kenmerken. Een soort overgangszone. Dit is de intergradatiegebied wat smal of breed kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een canopy (bladerdak)?

A

Het bladerdak van de individuele bomen vormen het bovenste deel van een boomlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen de fotische en afotische zone?

A

De bovenste fotische zone is het gebied in een waterlichaam waar er voldoende licht is voor fotosynthese, terwijl de onderste afotische zone het gebied is waar weinig licht doordringt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de pelagische zone?

A

De fotische en afotische zones vormen samen de pelagische zone.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de benthische zone?

A

De bentische zone omvat zowel de laag boven de zeebodem als de laag net onder de bodem, tot en met de diepte waarop levende wezens voorkomen.
Die bestaat uit zand en organische en anorganische sedimenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de abyssale zone?

A

De Abyssale zone is dat deel van de oceaan dat tussen 2000 en 6000 meter diep is.