H5 Flashcards

1
Q

Wat houdt zelfconcept in?

A

Het geheel van overtuigingen dat mensen hebben over hun persoonlijke eigenschappen

wie ben ik?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet het effect over dat we informatie over onszelf heel efficient verwerken en goed onthouden?

A

Zelfreferentie effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 soorten identiteiten zijn er en wat houden deze in?

A
  1. persoonlijke identiteit= hoe denk je over jezelf en je eigen unieke kwaliteiten?
  2. relationele identiteit= hoe je denkt over jezelf in relatie tot anderen
  3. sociale identiteit= hoe je over jezelf denkt als lid van bepaalde groepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 4 manieren om onszelf te leren kennen?

A
  1. introspectie= proces van naar binnen kijken, gevoelens gedachten en motieven onderzoeken
  2. zelfperceptie= terugdenken aan gedrag/ jezelf waarnemen om jezelf te leren kennen
  3. sociale vergelijking= je vergelijkt jezelf met anderen
  4. feedback van een ander= informatie ontvangen over je positieve en negatieve punten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 soorten sociale vergelijking zijn er?

A
  1. opwaartse vergelijking= jezelf vergelijken met iemand die ergens beter in is
    2.** neerwaartse vergelijking**= jezelf vergelijken met iemand die ergens slechter in is -> jij bent er dus beter in dan de ander
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3 soorten van ‘het zelf’ zijn er?

A
  1. actual self= wie ik ben op dit moment
  2. ideal self= wie ik zou willen worden
  3. ought self= wie zou ik (volgens anderen) moeten zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de zelfdicrepantietheorie?

A

wanneer actual self en ideal self totaal verschillend zijn, dit vinden we onprettig

motiveert om aan jezelf te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt het hebben van zelfcontrole in?

A

het vermogen om onmiddelijke verlangens te weerstaan om langetermijndoelen te behalen
bv. door implementatie intentie meer zelfcontrole krijgen = concrete plannen maken om doel te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke 2 soorten mindsets zijn er?

A
  1. growth mindset= je kunt jezelf blijven verbeteren en blijven groeien, je leert om beter te worden
  2. fixed mindset= je denkt dat alles vast staat en zelfverbetering bestaat niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is impressiemanagment en welke 2 tacktieken horen hierbij?

A

de manier om onze ideal self aan de buitenwereld te presenteren
- vleien= slijmen bij anderen
- selfhandicapping= zelfsabbotage = excuus hebben om te falen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn 2 manieren van zelfsabbotage?

A
  1. **gedragsmatige zelfsabbotage **(extreem)= mensen handelen zo dat ze de kans verkeinen om de taak goed te volbrengen, als ze falen schuiven ze het daar op af
  2. **gerapporteerde zelfsabbotage **(milder)= mensen verzinnen kant en klare excuses voor het geval dat ze falen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly