H1 Flashcards

1
Q

Wat betekend expliciete aanwezigheid?

A

Wanneer andere mensen fysiek aanwezig zijn

dit beinvloedt ons gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoeld met impliciete aanwezigheid?

A

Anderen zijn in onze gedachten aanwezig, en er dus niet fysiek bij.

deze vorm van aanwezigheid beinvloedt ons gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 perspectieven in de sociale psychologie zijn er?

A
  1. Evolutionair perspectief
  2. Socio-cultureel perspectief
  3. Sociaal leren perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg het evolutionaire perspectief van sociale psychologie uit.

A

Middels dit perspectief wordt sociale psychologie verklaard door te kijken naar genetische factoren die zich door de jaren heen hebben aangepast (=natuurlijke selectie) om de overlevings-en voortplantingskansen te verhogen.

- Darwins evolutietheorie
- Sommige menselijke gewoonten zijn universeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt het socio-culturele perspectief over sociale psychologie in?

A

Sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken naar de invloed van grote sociale groepen. Sommige tradities en gedragingen zijn bijvoorbeeld verschillend afhankelijk van de culturele context

- Cross-cultureel onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het sociaal leren perspectief precies in?

A

Sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken hoe leerervaringen in het verleden toekomstig gedrag voorspellen.
- mensen imiteren gedrag van rolmodellen
- veel gedrag vanuit thuis uit neem je mee in je leven
vb. ging je vroeger met je ouders mee naar de kerk, neem jij je kinderen ook mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke persoon is de grondlegger van de sociale psychologie?

A

Lewin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg het begrip naïef realisme uit

A

mensen denken datgene wat zij zien, dat dat de waarheid is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de basale menselijke motieven die ons gedrag veroorzaken?

A
  • zelfverbeteringsmotief
  • accuraatheidsmotief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt het zelfverbeteringsmotief in?

A

mensen willen een goed gevoel hebben over zichzelf

hiermee beschermen ze hun zelfverzekerdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt het accuraatheidsmotief in?

A

mensen willen een juist en correct beeld van zichzelf hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onrealistisch optimisme, wat houdt dit precies in?

A

Mensen onderschatten de kans dat er iets ergs met ons gebeurd (ziek worden), en we overschatten de kans dat er iets heel fijns met ons gebeurd. (loterij winnen)

functie : blij zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het vals consensus effect?

A

We denken van onze negatieve eigenschappen dat iedereen ze heeft.
vb. iedereen is toch een beetje lui

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt er bedoeld met het uniciteitseffect?

A

We denken dat onze goede kwaliteiten, of dingen die we goed kunnen uniek zijn.

- tegenovergestelde van vals consensus effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie onderzocht Wilskracht en wat ondervond deze persoon?

A

Baumeister. Hij dacht dat wanneer je een taak doet die je leuk vind dat weinig wilskracht vergt, en een taak die je minder leuk vind juist veel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het ego depletion effect?

A

Het uitoefenen van wilskracht heeft consequenties voor de taak die je daarna moet doen.

Baumeister: niet betrouwbaar onderzocht

17
Q

Wat houdt diffusion of responsibility in?

A

Het is makkelijk om in een grote groep je verantwoordelijkheidsgevoel te verliezen, want er zijn genoeg anderen om te kunnen helpen

denk aan bystander effect

17
Q

Wat houdt diffusion of responsibility in?

A

Het is makkelijk om in een grote groep je verantwoordelijkheidsgevoel te verliezen, want er zijn genoeg anderen om te kunnen helpen

denk aan bystander effect

18
Q

Wat is pluralistic ignorance

A

We kijken naar anderen wat we moeten doen, maar dat doet iedereen, dus uiteindelijk doen we allemaal niks.

denk aan bystander effect

19
Q

Wat is het rechtvaardigingseffect/ justification effect?

A

een extrensieke motivatie (=motivatie door externe bronnen) over een intrinstieke motivatie (=motivatie omdat je het zelf wil) heengooien waardoor de persoon gedemotiveerd wordt.

20
Q

Wat is de correnspondence bias? / fundamentele attributiefout

A

De onderschatting van de rol van de situatie.

21
Q

Wat wordt er bedoeld met de hindsight bias?

A

achteraf weten hoe het in elkaar zit, maar vooraf voorspellen is veel moeilijker.