H5 Flashcards

1
Q

Darwin en Lamarck hadden beide andere ideeen over hoe kenmerken werden overgedragen van generatie op generatie. beschrijf dit verschil.

A

Volgens Lamarck beweegt evolutie in een doel georienteerde manier. Volgens Darwin zijn deze kenmerken een toevallige mutatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Social Darwinism?

A

het “survival of the fittest” idee toegepast op de menselijke maatschappij. Dit idee verondersteld dat zwakke mensen niet geholpen moeten worden, omdat ze evolutionaire proces verstoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de focus van functionalism?

A

focust op de waarde of bruikbaarheid van een psychologisch proces om te overleven. In lijn met de evolutie theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zijn Descartes en James het over eens als het gaat om consciousness? Waarin verschillen ze?

A

Beide vinden dat consciousness niet opereert in een deterministic way. Echter Descartes ziet consciousness als een separate entity en James niet. Het is volgens hem onderdeel van ons “nervous machinery”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom vond James emoties wel een belangrijk psychologisch onderzoeksgebied in tegenstelling tot Descartes, Lock en anderen?

A

Het is een belangrijke factor in de manier hoe organismen omgaan met de omgeving. Daarvoor relevant voor evolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de James-Lang theorie?

A

We ervaren geen emoties en uiten ze vervolgens met lichamelijke acties. Maar we uiten emoties met lichamelijke acties, die we vervolgens ervaren.

stimulus—>vluchten—->emotie IPV
stimulus—->angst—->vluchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was James zijn idee over gewoontes? In hoeverre zijn deze automatisch? hoe verschilt dit van behaviorism?

A

We leren nieuwe gewoontes doordat ze de structuur in ons brein aanpassen. Sommige structuren staan vast en opereren automatisch. Andere kunnen beinvloed worden door ons bewustzijn. In tegenstelling tot Behaviorism is volgens James niet elk gedrag een gewoonte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Watson was een van grondleggers van behaviorism. In zijn artikel benoemd hij vijf statements over psychologie. Benoem deze statements.

A

1 psychology should be a purely objective experimental branch of natural science.—>

2 rejection of introspection

3 rejection of interpretation of consciousness

4 psychology should be about prediction and control of behavior.

5 there is no real distinction between human and animal behavior.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat vond Watson van James’ theorie of emoties?

A

Watson had kritiek op zijn theorie, omdat het voorkomt uit introspectie en dit is volgens Watson geen geschikt meetinstrument.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Er worden twee soorten behaviourisme onderscheiden. methodologisch en theoretisch. Wat is het verschil?

A

Methodologisch: alleen observeerbaar. We hebben alleen stimulus en response. Wat daartussen gebeurd is de blackbox. hebben we het niet over

Theoretisch: gedrag komt voort uit stimulus-response ketens. Er is geen emotie, of iets anders bij betrokken. Er is geen blackbox.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is positivism?

A

Is als empiricism in de zin dat het beweert dat ware kennis alleen naar voren komt uit de wereld om ons heen (ervaringen). Positivism focust zich solide op objectieve informatie. Werd voornamelijk gebruikt in physics.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom werd positivisme bekritiseerd in de 1950’s?

A

positivism could not account for the way scientists in physics actually worked. So, if physics does not follow the rules of positivism why should psychology?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gestalt psychology startte met de ontdekking van de phi phenomenon door Wertheimer. Wat houdt dit fenomeen in?

A

Wanneer je beweging ziet in een positie van een object terwijl deze niet beweegt. Dit kan komen door bepaalde condities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen Locke’s idee van perceptie en die van Gestalt psychology?

A

Locke: begin with basic sensations—>gradually learn to associate them as wholes

gestalt psychology: perceive holes—>perceive their separate identities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

beschrijf de vier belangrijkste “gestalt laws”

A

1 similarity—> bijvoorbeeld rijen met x’s en o’s . Je ziet eerst de rijen daarna pas de x’s en o’s.
2 proximity—> figuur 5.9 lijnen voorbeeld. Proximity is dominant over similarity.
3 closure—>
4 pragnanz—-> we zien wat het meeste lijkt op wat we zien. hier is duidelijk te merken dat ons brein de gaps invult

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Als we kijken naar het apen experiment van Kohler. Hoe zouden Kohler en skinner dit fenomeen beschrijven?

A

Skinner: de apen slagen in het pakken van het fruit door trial en error. ze krijgen vervolgens een beloning (reinforcer)

Kohler: de volledige situatie wordt bekeken (insight) en worden vervolgens bewuste keuzes gemaakt er is dus geen trial en error. In de zin dat de gedragingen simpel toeval zijn.