H43 transport (ademhaling en bloedsomloop) Flashcards

1
Q

Hoe bereken je de oppervlakte en inhoud van kubusdieren?

A
Opp = l x b x6
Inhoud= l x b x h
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bereken de opp/inhoud ratio van een kubusdier van 100 x 100 x 100

A

opp: 100 x 100 x 6 = 60 000
Inhoud: 100 x 100 x 100 = 1 000 000
Opp/inhoud ratio: 60 000: 1 000 000= 1:0,06

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het kubusdier met een kleinere of grotere oppervlakte/inhoud ratio heeft het hardst een ademhalingsstelsel nodig

Kies kleiner of groter

A

De kleinere

Want dat betekent dat een oppervlakte van 1 bijv maar voor 0,06 inhoud stoffen uit kan wisselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 verschillende vormen bloedsomlopen heb je?

A
  1. Geen bloedsomloop
  2. Open bloedsomloop
  3. Gesloten bloedsomloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem een aantal kenmerken van een geen bloedsomloop:

A
  • Difussieafstand= kort
  • Sponzen, neteldieren, platwormen
  • Gastrovasculaire holte bij dieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem een aantal kenmerken van een open bloedsomloop:

A
  • Hemolymfe

- Geleedpotigen, veel weekdieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem een aantal kenmerken van een gesloten bloedsomloop

A
  • Bloed + weefselvocht

- Ringwormen, koppotigen, vertebraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke verschillende vormen van gesloten bloedsomlopen zijn er ?

A
1. Gesloten enkelvoudige bloedsomloop
Enkelvoudig want het bloed passeert het hart 1 keer
1 boezem/ 1 kamer
Beenvissen, roggen en haaien
2. Gesloten dubbele bloedsomlopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de variaties in de gesloten dubbele bloedsomloop?

A

'’Dubbele bloedsomloop want passeert het hart 2 keer’’

  • 2 boezems/ 1 kamer (amfibie)
  • 3 of 4 ruimtes (reptielen behalve vogels)
  • 2 boezems/ 2 kamers (zoogdieren en vogels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is bij een enkelvoudige of dubbele bloedsomloop een hogere druk in lichaamscirculatie?

A

Dubbele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem 2 kenmerken van slagaders:

A
  • Van hart naar haarvaten

- Meestal zuurstofrijk, maar niet altijd!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem 2 kenmerken van aders”

A
  • Van haarvaten naar het hart

- Meestal zuurstofarm maar niet altijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem 1 kenmerk van poortaders:

=Portaalsysyteem

A

Van haarvaten naar haarvaten, bijv. de leverpoortader (komen het hart niet tegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Teken het hart schematisch voor elkaar

A

Kijk samenvat om te zien of je het goed hebt gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 1e aftakkingen van de aorta?

A

De kransslagaders die het hart van bloed voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leg de 3 stappen van de hartcyclus uit:

A
  1. Diastole= fase waarin het hart zich ontspant en volstroomt met bloed.
    0,4 sec
  2. Boezemsystole= fase waarin de boezems van het hart samentrekken
    0,1 sec
  3. Kamersystole= Fase waarin de kamers samentrekken
    0,3 sec
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het slagvolume?

A

De hoeveelheid (volume) weggepompt bloed door een kamer per hartslag (V)

(In rust –> 70 ml)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de hartfrequentie?

A

Het aantal slagen per minuut (f)

in rust –> 72x per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het hartminuutvolume? En hoe bereken je dit?

A

Hartminuutvolume= hoeveel ml (of liter) bloed het hart per minuut pompt.

Hartminuutvolume (CO) = Slagvolume (V) x hartfrequentie (f)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe wordt het hartritme aangestuurd?

A

Door de sinusknoop (natuurlijke pacemaker)

1, Sinusknoop genereert golf van signalen om te contracteren
2 Signalen vertraagd AV knoop
3. Signalen gaan naar onderkant van het hart (via bundels, zenuwstrengen)
4. Signalen verspreiden zich door de kamers
(zie plaatje BINAS in samenvat)

Sinusknoop –> Samentrekken boezems
Av-knoop –> samentrekken kamers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat betekent hydrostatische druk?

A

De druk uitgeoefend op de vaatwanden van het van door de vloeistof in het vat.

Of volgens de powerpoint: De druk die wordt uitgeoefend door een statische vloeistof in alle richtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Noem een aantal voordelen van een open bloedsomloop?

A
  • Minder hydrostatische druk

- Minder energiekosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Noem een aantal voordelen van een gesloten bloedsomloop?

A
  • Meer hydrostatische druk

- Effectieve uitwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Noem een nadeel van een gesloten bloedsomloop als dat van een vis

A

Bij een gesloten enkelvoudige bloedsomloop passeert het bloed dat het hart verlaat 2 capillaire bedden voordat het terugkeert naar het hart.

Wanneer het bloed door een capillair bed stroomt, daalt de bloeddruk aanzienlijk. De bloeddrukdaling in de kieuwen beperkt de bloedstroom van het lichaam van het dier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Het hart met 2 boezems en 1 kamer (amfibie) werd ooit gezien als minder aangepast dan dan van een zoogdier met 2 boezems en 2 kamers. Waar is hier geen rekening mee gehouden?

A

Wanneer een kikker onderwater is, wordt de bloedstroom naar zijn tijdelijk ineffectieve longen grotendeels afgesloten.
Nu profiteert hij van de onvolledige verdeling van de kamers. De bloedstroom gaat door de huid die fungeert als de enige plaats voor gaswisseling terwijl de kikker onderwater is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Bedenk een reden waarom het hart met 4 ruimtes in de loop van de evolutie onafhankelijk is ontstaan bij vogels en zoogdieren, hoezo juist bij deze groepen?

A

Als endotherme gebruiken ze 10x zoveel energie als ectothermen van gelijke grootte. Hierdoor moet hun bloedsomloop ook 10x zoveel brandstof en zuurstof leveren en afvalstoffen afvoeren.
De grootschalige vervoer van stoffen wordt mogelijk gemaakt door de een afzonderlijk en onafhankelijk aangedreven grote- en kleine bloedsomloop, aangedreven door een groot hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat gebeurt er met het zuurstofgehalte in de aorta als de formaten ovale (= open verbinding tussen linker- en rechter boezem) niet chirurgisch wordt hersteld?

A

Zuustofarm bloed komt in linkerkant van het hart terecht. Dit vermengt zich met zuurstofrijke bloed afkomstig van de longen en zal in het lichaam gepompt worden. Hierdoor krijgt het lichaam minder o2 dan normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke 3 verschillende soorten bloedvaten zijn er en met welk weefsel worden ze bedenkt?

A
  1. Slagder
    > Bindweefsel met elastische vezels
    > Glad spierweefsel
    > Endotheel
2. Aders
> Bindweefsel met elastische vezels
> Glad spierfweefsel
> Endotheel
> Dunnere wanden + kleppen
  1. Haarvaten
    > Endotheel (alleen dat doordat ze stoffen moeten afgeven en opnemen)

Endotheel= een beschermende laag cellen aan de binnenkant van onze bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is het verband tussen stroomsnelheid en oppervlak?

A

Des te groter het oppervlak des te langzamer de stroomsnelheid waardoor een betere uitwisseling van stoffen plaats kan vinden

(haarvaten –> groot opp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat houdt de bloedstroom aan de gang?

A

Door de elasticiteit van de slagaders is er altijd druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Waar staat het samentrekken en ontspannen van vaatwandspieren onder invloed van?

A

Het zenuwstelsel en hormonen. Dit hangt samen met fysieke en emotionele stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat betekent Vasodilatatie?

A

= Het verwijden van de bloedvaten.

Dit gebeurt door middel van aanwezige spieren. Het effect is bloeddruk verlaging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat betekent vasoconstrictie?

A

Het vernauwen van de slagaders door de daar aanwezige gladde spieren.
Het effect is bloeddruk verhoging.

34
Q

Wat is de bloeddruk en door middel van welke 2 getallen wordt dit weergeven?

A

Bloeddruk= De vloeistofdruk in het slagadersysyteem

Door de:
- Systolische druk/ bovendruk: De maximale druk die wordt opgebouwd in de aorta of hoofdlichaamsslagader bij het samentrekken van de linkerhartkamer.

  • Diatolische druk/ onderdruk: het minimum van de druk die optreedt tussen 2 samentrekkingen van het hart, als de linkerkamer zich weer met bloed vult
35
Q

Hoe wordt een lage bloeddruk ook wel genoemd?

A

Hypotensie

minder dan 90/60 mm Hg

36
Q

Wat is de optimale bloeddruk?

A

120/80 mm Hg

37
Q

Hoe wordt een hoge bloeddruk ook wel genoemd?

A

Hypertensie (meer dan 160/ 90 mm Hg)

38
Q

Welke 3 manieren van bloedstroom in een ander zijn er?

A
  • Samentrekken glad spierweefsel
  • Kleppen in de aders
  • Samentrekken skeletspieren
39
Q

In welke organen en weefsels zijn haarvaten geheel gevuld?

A

Hersenen
Hart
Nieren
Lever

40
Q

In welke organen en weefsels zijn haarvaten variabel gevuld?

A

Huid
Spijsverteringskanaal
Skeletspieren

41
Q

Waardoor wordt bloedstroom beïnvloed?

A
  • Samentrekking gladde spieren in wanden adertjes

- Sluitspier (kringspieren, sfincters) –> die kunnen het reguleren door bepaalde haarvaten dicht te knijpen

42
Q

Hoe vind passage door endotheel plaats, en wat is endotheel?

A

Endotheel= bedekkend eencellig laagje aaneengesloten cellen dat de binnenkant van het hart, de bloedvaten en lymfevaten bekleedt.

Passage 3 manieren:
1. Diffusie (O2, CO2) (kleine deeltjes(
2 Openingen (Suikers, zouten, ureum, water, aminozuren)
3. Endocytose/ exocytose (worden verpakt en passeren specifiek het membraan)

43
Q

Hoe vind passage door endotheel plaats, en wat is endotheel?

A

Endotheel= bedekkend eencellig laagje aaneengesloten cellen dat de binnenkant van het hart, de bloedvaten en lymfevaten bekleedt.

Passage 3 manieren:
1. Diffusie (O2, CO2) (kleine deeltjes(
2 Openingen (Suikers, zouten, ureum, water, aminozuren)
3. Endocytose/ exocytose (worden verpakt en passeren specifiek het membraan)

44
Q

Wat gebeurt er wanneer een hogere bloeddruk is dan colloïd osmotische druk?

A

Bloedplasma stroomt naar buiten en wordt dan weefselvloeistof genoemd

Lymfevaten vangen overige vloeistof op

45
Q

Wat gebeurt er wanneer een lagere bloeddruk is dan colloïd osmotische druk?

A

Weefselvloeistof stroomt naar binnen

lymfevaten vangen overige vloeistof op

46
Q

Noem wat kenmerken van lymfe en het lymfestelsel

A
  • Lijkt op weefselvloeistof
  • Afstroming door samentrekking lymfevaatwanden en spierbewegingen
  • Kleppen voorkomen terugstromen
  • Lymfeknopen: zuivering + afweercellen
  • Terugkeer in bloedsomloop in rechter onder-sleutelbeen ader
  • Oedeem: overproductie lymfe of verstoring afvoer.
47
Q

Wat is oedeem?

A

-Oedeem: overproductie lymfe of verstoring afvoer.

48
Q

Hoe heet bloedplasma dat uit de bloedbaan wordt geperst en tussen cellen van de weefsels terugkomt?

A

Weefselvloeistof

49
Q

hoe wordt weefselvloeistof met afvalproducten afgevoerd op 2 manieren?

A
  1. Een deel stroomt terug in de bloedbaan (bloedplasma)
  2. Een ander deel komt terecht in het lymfevatenstelsel (lymfevloeistof). Lymfevloeistof bevat veel Co2 en andere afvalstoffen.
50
Q

Wat is elefantiasis (olifantsziekte) ?

A

Een ziekte waarbij mensen een opgezwollen olifantshuid krijgen (vaak bij de benen), de oorzaak is te vinden in de afsluiting van de lymfevaten.

51
Q

Welke verandering in het cardiovasculair systeem van een dier kunnen wij bij een vluchtreactie zien?

A

Vaatverwijding (doorbloeding van de capillairen neemt toe). Contracties van de skeletspieren (stuwen van bloed), hartminuutvolume stijgt

52
Q

Waar wordt het bloed van gewervelden ingedeeld? En waar bestaat het uit?

A

Steunweefsel (connective tissue)

Het bestaat uit verschillende soorten cellen in de vloeistofmatrix, aangeduid als plasma

53
Q

Waar bestaat bloedplasma uit?

A
  • Water
  • Ionen
  • Plasma-eiwitten
  • Nutriënten
  • Afvalstoffen
  • Gassen
  • Hormonen
53
Q

Waar bestaat bloedplasma uit?

A
  • Water
  • Ionen
  • Plasma-eiwitten
  • Nutriënten
  • Afvalstoffen
  • Gassen
  • Hormonen
54
Q

Wat is bloed(serum)?

A

=Het vloeibare deel van het bloed nadat het bloed is gestold. Bestaat uit water met daarin opgeloste zouten en eiwitten.

In grote trekken is het dus te vergelijken met bloedplasma alleen grotendeels zonder stollingseiwitten. Dus geen cellen en geen stollingsfactoren.

55
Q

Wat zijn kenmerken van rode bloedcellen?

A
  • Hemoglobine (Fe voor zuurstoftransport)
  • Opp vergroting
  • Geen kern bij volgroeide cellen (zoogdieren)
  • Geen mitochondriën (anaerobe ATP vorming)
56
Q

Wat zijn kenmerken van witte bloedcellen?

A
  • Ook buiten bloedbaan
57
Q

Wat zijn kenmerken van bloedplaatjes?

A
  • Geen kern
  • Betrokken bij bloedstolling
  • Fragmenten speciale beenmergcellen
58
Q

Waar worden (bloed)stamcellen gevormd?

A

In rood beenmerg van platte beenderen

59
Q

Waar resulteert de deling van bloedstamcellen in?

A

2 type gespecialiseerde cellen: lymphoid en myleoid. Die vormen 5 type witte bloedcellen voor afweer.
Lymphoid ontwikkelt zich vervolgens tot B-cellen en T-cellen (lymfocyten).
En Myleoid tot basophil, Eosinophil, Neutrophil en monocyt.

60
Q

Waar worden rode bloedcellen afgebroken?

A

In de milt en lever

61
Q

??? Leg de bloedstolling aan elkaar uit

A
62
Q

Wat is hemofilie?

A

Een stollingsstoornis waarbij bloed niet goed stolt.

Hierdoor grotere kans op (inwendige) bloedingen. Komt vaker voor bij mannen dan vrouwen.

63
Q

Wat is trombus?

A

Het ontstaan van een stolling waar het niet bedoeld is, hierdoor raakt door een bloedstolsel een bloedvat verstopt.

64
Q

Wat is arteriosclerosis?

A

Slagaderverkalking

65
Q

Wat is een hartinfarct?

A

Een afgestorven stukje hartweefsel als gevolg van een blokkade in de kransslagader

66
Q

Wat is een herseninfarct (stroke)?

A

Afgestorven zenuwweefsel in hersenen als gevolg van blokkade in slagaders in het hoofd.

67
Q

Op welke manieren doen dieren gaswisseling?

A
  • De huid (regenwormen/ amfibie)
  • De kieuwen (vis/ kreeft, tweekleppigen, mariene wormen, stekelhuidigen)
    -Tracheeën (insect)
    Versterkt door chitine ringen
  • Longen (reptiel (vogels), zoogdieren, amfibieën, longvissen, landslakken, spinnen)
68
Q

Hoe kan een goudvis dood gaan in warm water?

Hoe kan je zuurstekort situatie verbeteren?

A

Goudvis is ectotherm waardoor in warmer water het metabolisme omhoog gaat.

  • Temp verlagen (kouder water –> meer O2)
  • Meer planten en licht
  • Water verversen
  • Waterniveau laten zakken (waar kom het breedste is hou je waterniveau)
  • Wateroppervlak in beweging brengen (groter opp voor uitwisseling)
69
Q

Wat is positieve drukademhaling, en welke dieren doen dit?

A

Positieve drukademhaling= lucht de longen in drukken

Doen amfibieën

70
Q

Wat is negatieve drukademhaling?

En wie doen dat?

A

Lucht komt naar binnen doordat onderdruk in je borstkas ontstaat
Doen zoogdieren

  • Rib-/ borstademhaling
  • Buik-/ middenrifademhaling
  • Inademen actief
  • Uitademen passief (niet altijd)
71
Q

Wat is negatieve drukademhaling?

En wie doen dat?

A

Lucht komt naar binnen doordat onderdruk in je borstkas ontstaat
Doen zoogdieren

  • Rib-/ borstademhaling
  • Buik-/ middenrifademhaling
  • Inademen actief
  • Uitademen passief (niet altijd)
72
Q

Hoe doen vogels ademhalen en hoezo is dit zo efficiënt

A

Doen in een richting ademhalen, geen mening, luchtzakken pompen, lucht stroomt langs parabronchiën, zuurstofverzoening efficiënt

Vogels hebben het zo efficiënt doordat vliegen veel energie kost

73
Q

Hoe werkt het aansturen van ademhaling bij de mens?

A

Ademhalingscentrum verlengde merg en pons.
is op basis van de PH van het bloed. Co2 is belangrijke factor hiervoor.

Verlaagde PH (meer H+) –> Ademhalingscentrum stuurt signalen naar de ademhalingsspieren.

Bij een lage PO2 zenden sensoren in de aorta en halsslagader signalen naar het ademhalingsscentrrum.

CO2 + H2o H2CO3 HCO3 + H+

74
Q

Hoezo moet zuurstoftransport via ademhalingspigmenten plaatsvinden?

A

O2 is slecht oplosbaar in water

75
Q

Welke 2 ademhalingspigmenten heb je?

A
  1. Hemocyanine (metaal=koper) bij geleedpotigen en weekdieren
  2. Hemoglobine (metaal=ijzer) bij gewervelde/ sommige ongewervelden
76
Q

Noem een aantal kenmerken van hemoglobine

A
  • 4 heem-groepen met ijzer
  • Elk bindt met 1 O2-molecuul
  • Als er eenmaal een zuurstof is gebonden/ opgenomen dan verandert de vorm van de andere sub-eenheden
  • Daardoor nemen deze makkelijker zuurstof op
  • Er is dus samenwerking
77
Q

Wat is het Bohr-effect?

A

Hemoglobine houdt minder O2 vast bij een lagere PH (veel H+)

dus hogere CO2 concentratie

78
Q

Wat voortkomt Ph-schommelingen?

A

H+ gebonden aan Hb (hemoglobine)

(Hemoglobine pakt op CO2 en H+ uit weefsels en maakt er HcO3- van. Dan wordt het getransporteerd naar de longen en wordt er CO2 en H+ bij de longen vrijgelaten)

79
Q

Wat voortkomt Ph-schommelingen?

A

H+ gebonden aan Hb (hemoglobine)

(Hemoglobine pakt op CO2 en H+ uit weefsels en maakt er HcO3- van. Dan wordt het getransporteerd naar de longen en wordt er CO2 en H+ bij de longen vrijgelaten)

80
Q

Wat zijn aanpassingen van zeezoogdieren?

A
  • Opslag O2 in bloed (meer bloed)
  • Opslag in O2 in myoglobine spieren
  • Zwemmen met weinig spierinspanning
  • Hartfrequentie en zuurstofconsumptie laag
  • Bloed vooral naar vitale delen als hersenen
  • ATP door fermentatie (anaeroob)