H4 Flashcards

1
Q

beleveniseconomie

A

in de samenleving staat beleving centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 onderdelen van het gastvrijheid model

A

proces, plaats en product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

andersson

A

iemand die alles wil weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 informatiebehoeften bij mensen

A

andersson, svensson en hunsson

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

svensson

A

kleinere informatie behoefte, gaat ervan uit dat de basis op orde is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hunsson

A

impulsief, regelt zaken op het laatste moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

maatschappelijke generaties

A

behoefte om met verschillende generaties te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

karakterologische verschillen

A

verschil in behoefte: persona

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tolerantiezone

A

sprake van een bondbreedte tussen de gewenste kwaliteit en acceptabele kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 dimensies van gastvrijheid

A

comfort, care en inviting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

single bagger

A

iemand die in ene negatieve spiraal zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

double bagger

A

iemand die in een positief spiraal zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gastvrijheid

A

iemand het gevoel geven dat hij welkom is, dat er persoonlijke aandacht is en dat je je echt als gast behandeld voelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

scripting

A

het aanleren van passend gastvrij gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

dissatisfiers

A

iets wat nodig is maar zeker niet bijdraagt aan voldoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

basisfactoren

A

factoren waarin je minimaal moet voorzien, dit zijn zaken die klanten vanzelfsprekend vinden

15
Q

satisfier

A

basisproduct waarvan de tevredenheid van gebruikers toeneemt met toenemende kwaliteit

16
Q

prestatiefactoren

A

geldt hoe meer ze aanwezig zijn, hoe tevredener de klant is

17
Q

servicescope

A

verwijst naar de fysieke omgeving waarin een service plaatsvind, inclusief de inrichting, lay-out, ambiance en alle andere fysieke elementen die de sfeer van de service-ervaring bepalen.

17
Q

rolonduidelijkheid

A

wanneer medewerkers niet precies weten wat van ze verwacht wordt

17
Q

wow-factoren (delighters)

A

zijn zaken die je klant niet verwacht waarmee ze blij verrast zijn

18
Q

hostmanship

A

de kunst om mensen het gevoel te geven dat ze welkom zijn

18
Q

touchpoints

A

zijn de punten waarop de klant interactie heeft met de organisatie

18
Q

fit-for-purpose

A

dienstverlening concept aanbieden dat past bij de doelen van de organisatie en dat aansluit op de behoeften van alle typen gebruikers.

18
klantgerichtheid
dienstverlening die erg gericht is op het versterken van de relatie. je bent klant gedreven als je je verantwoordelijk voelt voor het probleem van de klant
18
klantgedrevenheid
aandacht hebben voor de wensen van een klant/gast, rekening houden en inspelen op gevoelens en behoeften