H36 Flashcards

1
Q

De apoplast

A

alles buiten het plasmamembraan van levende cellen (incl. celwand, extracellulaire ruimten EN binnenkant van xyleem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De symplast

A

massa van cytosol van alle levende cellen (incl. plasmodesmata)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Apoplastische route

A

Buiten cellen, door celwanden en extra cellulaire ruimten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Symplastische route

A

Door cytosol en eenmalig het plasmamembraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Transmembrane route

A

Door alle plasmamembranen & cytosol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Protonpomp

A

Gebruikt ATP om protonen ( H+ionen) de cel uit te pompen. Hierdoor wordt de proton concentratie buiten de cel hoger dan in de cel. Door dit concentratie verschil willen de protonen terug in de cel, naar de lagere concentratie d.m.v diffusie. Echter kan dit niet door de ondoorlaatbaarheid van het membraan. Hiervoor zijn transportkanalen nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cotransport

A

Dit kan gebeuren via cotransport. Bij contransport diffunderen protonen weer terug in de cel via transportkanalen. Tijdens dit proces nemen ze andere stoffen zoals sucrose mee de cel in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Turgor

A

De celwand van planten geeft tegendruk wanneer de cel water opneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Plasmolyse

A

Wanneer een plantencel water verliest en het membraan loslaat van de celwand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Membraanpotentiaal

A

Het laringsverschil tussen de binnenkant van de cel en de extracellualaire ruimte. Dit ontstaat wanneer de positief geladen H+ionen in overmaat buiten de cel aanwezig zijn. Het membraanpotentiaal kan er bijv. Voor zorgen dat positief geladen K+ ionen de n3gatief geladen cel binnenstromen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waterpotentiaal

A

→ Het waterpotentiaal (psi, Ψ, in megapascal MPa) voorspelt de richting van (de flow van) het water.
→ Vrije watermoleculen (die dus niet gebonden zijn aan iets) bewegen op deze manier: zich van plekken
met een hoger waterpotentiaal naar plekken met een lager waterpotentiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bulkstroom

A

-Transport over lange afstanden.
- Wordt gedreven door een waterpotentiaalverschil tussen uiteinden van xyleemweefsel.
- Gaat van een hogere naar een lagere druk (kost geen energie) (heeft niks met oplossingsgradient te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Translocatie

A

Het vervoeren van producten van fotosynthese door het floeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zit er in Floeemsap?

A
  • Sucrose/sacharose
  • Aminozuren, hormonen
  • water + mineralen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Suikersink

A

De plaats waar floeemsap naartoe wordt getransorteerd.
Het kunnen groeiende stengels, wortels, knoppen of fruit zijn.
Het opslagorgaan kan zowel een suikerbron als een suikersink zijn. Dit is afhankelijk van het seizoen en de functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly